Het is 27 juni 2015 als de politie in verband met onderwereldmoorden zijn naam voor het eerst hoort: Ridouan Taghi. In een verhoorkamer van de Landelijke Eenheid in Driebergen zit de 45-jarige Utrechtse hasjhandelaar Ebrahim B. tegenover twee rechercheurs van de Landelijke recherche. ‘De Slager’, zoals Ebrahim B. in het criminele milieu genoemd wordt, is geen kleine jongen. Hij heeft in de loop der jaren een serieus strafblad opgebouwd. Toch is hij bang, doodsbang. De reden: er wordt op hem gejaagd door Ridouan Taghi, vertelt hij.
Lees ook
OM optimistisch over uitlevering Taghi maar Marokko wil hem ook
Wie dat is? „Ridouan Taghi is een grote speler in de cokehandel hier in Nederland”, vertelt hij op die zaterdag in juni. Het lijkt erop dat de rechercheurs die het verhoor uitvoeren – ze zijn alleen bekend onder de codenamen T-062 en R-229 – geen idee hebben wie Taghi is. Ze spellen bijvoorbeeld zijn voornaam verkeerd. Later blijkt dat Taghi, die volgens zijn advocaat Inez Weski een blanco strafblad heeft, zich al in 2009 heeft laten uitschrijven uit de gemeentelijke basisadministratie. Hij is met zijn gezin verhuisd naar Dubai, in de Verenigde Arabische Emiraten.
Ebrahim B. is die zaterdag vanaf een Belgisch onderduikadres naar Nederland gereden. Hij heeft al tijden het idee dat hij gevolgd wordt. Drie à vier maanden geleden reden er drie Surinamers in een auto achter hem aan. Een van de mannen herkende hij uit Nieuwegein. Volgens B. is dat iemand die ‘werkt’ voor Ridouan Taghi. „Met werken bedoel ik mensen omleggen”, zo stelt B., die goed op de hoogte lijkt te zijn van de mensen die het op hem voorzien hebben. Daarom is hij ook naar Driebergen gekomen. Hij wil aangifte doen van „levensbedreiging”.
Wat Ebrahim B. vertelt, doet bij de recherche alle alarmbellen afgaan. Volgens Ebrahim zit Ridouan Taghi, samen met een aantal vertrouwelingen, achter een liquidatie in Spanje. Het gaat om een aangetrouwd familielid. Als de recherche zijn verhaal natrekt, blijkt dat Ridouan Taghi in Spanje inderdaad in beeld is gekomen naar aanleiding van een liquidatie in 2013. Bovendien staat Taghi in Spanje bekend als een grote handelaar in cocaïne.
De verklaring van Ebrahim B. kan worden gezien als het begin van de jacht op Ridouan Taghi, sinds begin 2018 de meest gezochte man van Nederland. Die jacht eindigde maandagmiddag in Dubai met de aanhouding van Taghi, die eerder via zijn advocaat liet weten dat hij geen bezwaar heeft tegen het gebruik van zijn volledige naam.
Wie is Ridouan Taghi? En waar komt de reputatie vandaan die hem heeft gemaakt tot de meest gevreesde man van Nederland?
Black and dangerous
Ridouan Taghi wordt op 20 december 1977 geboren in de Marokkaanse stad Beni Selman. Zijn ouders vertrekken niet lang daarna met hun kinderen naar Nederland om hier te werken. Ridouan heeft het in zijn nieuwe woonplaats Vianen niet makkelijk: als tiener wordt hij gepest en als hij op het schoolplein een hasjhandeltje begint, wordt hij regelmatig bestolen door sterkere jongens.
Hoewel drie bronnen uit het criminele milieu dit onafhankelijk van elkaar aan NRC hebben bevestigd, is er volgens zijn advocaat Inez Weski sprake van „valse beeldvorming”. Het klopt niet, vertelt Weski namens haar cliënt: „Hij is zowel op de lagere school als de middelbare school weggestuurd vanwege vechtpartijen.”
Dat die ogenschijnlijk kwetsbare jonge tiener Taghi tot een succesvolle drugshandelaar heeft kunnen uitgroeien, dankt hij aan twee dingen: het eerste is dat hij aansluiting vindt bij een groep jongens uit Nieuwegein die zich de ‘BAD-boys’ noemen. BAD is een acroniem voor black and dangerous. Taghi was een van de jongsten uit die groep en daaraan dankt hij ook zijn bijnaam: ‘Kleine’.
Het tweede is dat hij rond de eeuwwisseling de controle verwerft over een hasjlijn tussen Marokko en Nederland. En ergens in de loop van deze eeuw, zo wil het hardnekkige verhaal in de onderwereld, ondanks de ontkenningen van advocaat Weski, gaat Taghi cocaïne smokkelen via zijn oude hasjlijn. Het is een verhaal dat past bij een goed onderbouwde strategie van Colombiaanse drugskartels die in het begin van deze eeuw hun smokkelroutes deels verleggen naar West-Afrika. Uiteindelijk komt die cocaïne in Marokko terecht, waarvandaan die met snelle bootjes naar Spanje wordt gevaren. En dat past weer precies bij de bevindingen die de Spaanse politie aan de Nederlandse recherche doorgeeft naar aanleiding van de verklaringen van Ebrahim B.
Oorlog op twee fronten
Vlak nadat Ebrahim B. aangifte heeft gedaan, wordt er in Nieuwegein en omgeving een grote groep mannen aangehouden. Onder hen een aantal mannen die Ridouan Taghi al kent uit zijn jaren bij de BAD-boys. De aanhouding krijgt aandacht omdat er in twee opslagboxen in Nieuwegein automatische wapens worden gevonden. Het is de grootste wapenvondst uit deze eeuw, die inmiddels bekendstaat als 26Koper, de codenaam van het onderzoek.
De aanhouding van zijn oude vrienden betekent allerminst dat Taghi zich terugtrekt. Integendeel. Het leidt tot een uitbarsting van geweld. In het najaar van 2015 wordt spyshophouder Ronald Bakker vermoord voor zijn woning in Huizen. Bakker is door de politie gedwongen om informatie te verstrekken in het onderzoek 26Koper en is daarom geslachtofferd. In opdracht van Taghi, aldus het Openbaar Ministerie. Er zullen nog meer moorden volgen.
Kidnap
„Huh? Wat zeg je?” Ridouan Taghi kan niet geloven wat hij op zijn PGP-telefoon leest. „Wie wou jou meenemen?”, vraagt hij aan zijn vertrouweling Saïd R. op een vrijdagochtend in mei 2016. Saïd is ervan overtuigd dat een paar mannen hem die avond daarvoor stonden op te wachten bij Platinum Lounge, een waterpijpcafé in Utrecht dat op dat moment wordt gerund door een van de broers van Saïd.
Ridouan Taghi is woest als hij erachter komt wie zijn partner R. wil ontvoeren. „Ok broer”, appt hij aan Saïd. „Dan gaat hij slapen. (We) gaan vol op hem dan. Kijk jij welke info je kan krijgen? Ook in Spanje?” Taghi is tot alles bereid, zo lijkt het. „Maak je niet druk”, zegt hij tegen Saïd, die hij uitlegt wat dit gaat betekenen. „Je moet weten: als Slager gaat slapen moet ook die yoego en Chino en zijn broertje.”
In één bericht worden er vier liquidaties aangekondigd. Het gaat om zijn oude rivaal Ebrahim de Slager, en drie van zijn handlangers, onder wie Ranko Skekic, die in juni van 2016 wordt geliquideerd in de Utrechtse wijk Overvecht.
Het dossier van Taghi staat vol met dit soort moordopdrachten. „Haha, ben top”, zegt Taghi na een geslaagde liquidatie in 2016. „Ik heb myn nikes aan en ben aan het jagen. Hahaha ben al dronken broertje en heb bloed nodig, niks anders.”
Taghi wordt op dat moment gezien als een van de kopstukken van de Nederlandse onderwereld en werkt volgens justitie samen met een in Zuid-Amerika geboren Amsterdammer, ‘Rico de Chileen’. In het voorjaar van 2016 suggereert Taghi aan Rico om officier van justitie Koos Plooy te laten liquideren: „Die kk Plooy moet slapen.” Rico houdt dat af. Samen met Rico zou Taghi wel betrokken zijn bij een internationaal opererend smokkelsyndicaat dat honderden miljoenen euro’s verdient met cocaïnesmokkel. Justitie ziet daarvoor de bevestiging in een bericht dat Rico in mei 2016 aan Taghi stuurt: „ Hermao Sir, staan naassst U. Tot het einde en er na, Hermano Sir. Ze gaan allemaal gaan, er is geen andere weg of keuze!!!.”
Het moorden stopt niet. Begin 2017 wordt bij een aanslag op een rivaal per vergissing een telg uit een bekende Utrechtse criminele familie doodgeschoten. Het slachtoffer is Hakim Changachi, een goede vriend van Nabil B, die op dat moment voor de organisatie van Taghi werkt. Als de familie van Hakim hoort dat Nabil B. de vluchtauto voor de schutters heeft geregeld, komt hij klem te zitten. Hij stapt naar de politie en besluit een deal te sluiten als kroongetuige.
Ondertussen is Taghi met een ander doodseskader in zee gegaan, zo stelt justitie: de motorclub Caloh Wagoh. De oprichter van die club zou ten minste drie moordopdrachten van Taghi hebben aangenomen en uitgevoerd. Ook deze zaak is aan het licht gekomen dankzij een kroongetuige.
In zijn verklaringen omschrijft Nabil B. Taghi als een heethoofd. „Hij is altijd bewapend”, aldus Nabil. Hij vertelt ter illustratie over een incident waarbij een van de gasten van een Utrechts theehuis iets te bijdehand doet tegen Ridouan T. Die trekt daarop een vuurwapen. Doordat andere gasten tussenbeide springen, wordt erger voorkomen. Taghi heeft, bij monde van zijn advocaat Weski, verklaard dat de kroongetuige liegt over zijn betrokkenheid bij liquidaties.
Een week nadat het Openbaar Ministerie Nabil B. als kroongetuige presenteert, wordt zijn broer Reduan in diens kantoor in Amsterdam vermoord. Justitie is ervan overtuigd dat dit in opdracht van Taghi is gebeurd, al is daarvoor vooralsnog geen bewijs gevonden.
Het blijft niet bij de moord op de onschuldige broer van de kroongetuige.
Op 18 september van dit jaar wordt ook Nabils advocaat, Derk Wiersum, doodgeschoten. In het onderzoek naar deze moord is vorige maand een neef van Ridouan Taghi aangehouden. Dat is voor de opsporingsdiensten een belangrijke aanwijzing dat Ridouan Taghi ook achter deze moord zit. Vier jaar nadat ze voor het eerst van hem hoorden, hebben zij Taghi leren kennen als een man die absoluut niet overdrijft wanneer hij schrijft: „Ze gaan voelen wat woede is.”
Lees ook
De nieuwe cocaïnebaronnen van Nederland