Renteverhogingen treffen ook De Nederlandsche Bank zelf: negatief eigen vermogen dreigt

Monetair beleid De Nederlandsche Bank maakte in 2022 een verlies van 460 miljoen euro en moest interen op kapitaalbuffers. Die buffers zullen de komende jaren slinken, door het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.

Klaas Knot, de president van De Nederlandsche Bank. De centrale bank houdt de komende jaren rekening met verliezen.
Klaas Knot, de president van De Nederlandsche Bank. De centrale bank houdt de komende jaren rekening met verliezen.

Foto Merlijn Doomernik

De renteverhogingen van centrale banken hebben niet alleen grote gevolgen voor commerciële banken als de Silicon Valley Bank uit Californië, die onlangs omviel. Ook centrale banken zélf moeten verliezen incasseren. Dit blijkt uit het jaarverslag van De Nederlandsche Bank (DNB) over 2022, dat donderdag is gepubliceerd.

Voor het eerst sinds 2003 boekte DNB een onderliggend verlies. Dit bedroeg 460 miljoen euro, aldus het jaarverslag. Officieel kwam de winst van de centrale bank uit op nul – maar alleen omdat ze inteerde op een kapitaalbuffer die de voorbije jaren werd opgebouwd. „De facto hebben we 460 miljoen euro verlies gedraaid”, aldus president Klaas Knot tijdens een persconferentie donderdag.

Ook andere centrale banken, binnen en buiten het eurogebied, schrijven rode cijfers. De Belgische en Duitse centrale banken, de Europese Centrale Bank, de Bank of England, de Amerikaanse Fed: allemaal draaien ze (onderliggend) verlies, door hun eigen monetair beleid.

Negatieve rente op obligaties

Hoe zit dit precies? Een centrale bank heeft, als elke bank, inkomsten en uitgaven. Rentebaten en -lasten die voortkomen uit het monetair beleid vormen hiervan een belangrijk onderdeel. DNB maakt doorgaans winst, die wordt uitgekeerd aan haar enige aandeelhouder: de Nederlandse staat.

Maar de staat hoeft voorlopig niet te rekenen op een winstuitkering van DNB. Dit komt door de abrupte omslag in het monetair beleid, afgelopen jaar. Om de rap gestegen inflatie te bevechten, schroefden centrale banken snel hun rentes op.

Tot voor kort kocht DNB, namens de Europese Centrale Bank (ECB), grootscheeps staats- en bedrijfsleningen op, om de rentes op de kapitaalmarkten te drukken. Hiermee wilde de ECB de inflatie – lange tijd juist te láág – opkrikken. En tijdens de coronapandemie moest dit beleid de economie aanjagen.

De obligaties, die voorlopig op de balans van DNB blijven staan, kosten de bank geld omdat de rente hierop gemiddeld negatief is. DNB legt hierop dus rente toe. Tot voor kort stond daar iets tegenover: de depositorente voor banken was tot juli vorig jaar negatief. Dit hield in dat DNB rente ontving van banken die er hun overtollig geld hadden gestald. Na juli is de depositorente razendsnel gestegen: van min 0,5 naar plus 3 procent. Dit betekent dat DNB nu rente moet betálen aan de banken. Die oplopende rentelasten leiden, ook bij andere centrale banken, tot rode cijfers.

Negatief eigen vermogen

De verliezen zetten de komende jaren door, verwacht DNB. Op basis van de huidige marktverwachtingen kan pas vanaf 2028 weer winst worden genoteerd. Tot die tijd houdt ze rekening met verliezen ter grootte van 10,3 miljard euro.

Dit is iets minder dan de buffers van 10,8 miljard die DNB heeft opgebouwd. Ze voorzag in 2015, toen de ECB begon met het opkoopbeleid, al dat dit rente-effect kon gaan optreden. Daarom werd een speciale ‘voorziening’ (een stroppenpot) in het leven geroepen. Op dit punt, zei Knot na een vraag van de pers, verschilt het risicobeheer van DNB nogal van dat van de Silicon Valley Bank in Californië. Die was „kennelijk verrast” door de stijgende rente, DNB had dit „sinds 2015 voorzien”.

Toch blijkt ook de buffer van De Nederlandsche Bank nu amper toereikend. Als de verliezen verder oplopen, kan een situatie ontstaan „waarin het kapitaal van DNB negatief is”, zo staat in het jaarverslag. Zo’n negatief eigen vermogen klinkt schrikbarend, maar het betekent niet dat DNB op een bankroet afstevent. Een centrale bank creëert zelf geld en kan niet zomaar over de kop gaan.

„Op zich kunnen wij prima een tijdje met een negatief eigen vermogen doorgaan”, zei Knot. Binnen de eurozone draaien enkele Oost-Europese centrale banken – die vanwege hun geschiedenis amper goudvoorraden hebben kunnen opbouwen – al jaren op negatief eigen vermogen.

De Bank voor Internationale Betalingen (BIS), de wereldwijde koepel van centrale banken, schreef onlangs in een rapport ook dat centrale banken met negatief kapitaal toe kunnen. De BIS noemt Chili, Israël, Mexico en Tsjechië als voorbeelden.

Wel is een negatief eigen vermogen volgens ECB-regels ongewenst als het lang aanhoudt: het kan „de geloofwaardigheid van het monetair beleid van het Eurosysteem beïnvloeden”, aldus een ECB-rapport van vorig jaar. De overheid moet dan „binnen een redelijke termijn” het kapitaal van de centrale bank aanvullen, aldus het rapport.

‘Fundamenteel onzeker’

Moet het kabinet over een paar jaar DNB financieel uit de brand helpen? In een „uiterst geval”, schreef Knot vorig jaar september in een brief aan minister van Financiën Sigrid Kaag (D66), moet de Nederlandse staat dan het kapitaal van DNB aanvullen.

Momenteel vindt „overleg” plaats over de voorwaarden hiervoor, zei Knot donderdag. Een bijstorting door de staat zal „waarschijnlijk niet in beeld komen bij de verliezen die we nu hebben”, aldus de DNB-chef. „Maar de wereld is fundamenteel onzeker. We hebben in het verleden ook rentes van 12 procent gehad. Bij extreme situaties kunnen we zeggen: nu worden de verliezen wel heel groot. Dan moeten we in gesprek met de aandeelhouder.”

Een langdurig negatief eigen vermogen van DNB kan „niet goed afstralen” op de topstatus van soliditeit (AAA) die Nederland nu nog geniet op de financiële markten. Maar voor het dagelijks functioneren van DNB verwacht Knot dat „de impact heel beperkt zou zijn”.

Tot dusver heeft de overheid vooral baat gehad bij het monetaire beleid. In de meeste jaren krijgt het kabinet van DNB winst uitgekeerd. Tot voor kort kon de Nederlandse staat bovendien door het lagerentebeleid van de ECB een stuk goedkoper lenen. Deze besparingen schat DNB op 28 miljard euro.