N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Tim Oliehoek, regisseur Met de futuristische serie ‘Arcadia’ maakt Tim Oliehoek een nieuwe stap in zijn carrière. In België en Duitsland creëerde hij een wereld waarin mensen gedwongen worden te leven volgens een streng puntensysteem.
Het is daags na de wereldpremière van Arcadia op het filmfestival van Oostende. Cast en crew betraden de rode loper, voorafgaand aan de vertoning van de eerste twee afleveringen van de achtdelige serie. Tim Oliehoek (44, geflankeerd door hond Lola) blikt in een Amsterdams café tevreden terug op de avond: „Ook op groot doek blijft de serie heel goed overeind.”
De regisseur, die succes oogstte met series als De Zaak Menten (over de jacht op SS’er Pieter Menten in naoorlogs Nederland) en Het geheime dagboek van Hendrik Groen (over het leven in een verzorgingshuis), werkte bijna twee jaar aan de internationale productie. Hij werd gevraagd voor het ambitieuze samenwerkingsproject tussen KRO-NCRV, de Vlaamse VRT en de Duitse publieke omroep. Voor één miljoen euro per aflevering mocht Oliehoek een futuristische wereld uit de grond stampen waarin de mensheid na een grote, ongedefinieerde ramp leeft volgens een puntensysteem. Wie van alle voorzieningen in de samenleving gebruik wilt maken, moet gezond leven en zijn best doen een voorbeeldig burger te zijn.
„Arcadia is iets wat ik nog nooit eerder had gedaan”, bekent Oliehoek. „Maar júist daardoor ging mijn hart er sneller van kloppen. Bij Menten en Hendrik Groen dacht ik ook eerst: wat is mijn connectie met het onderwerp? Ik heb die naoorlogse jaren niet meegemaakt en ik ben zelf nog lang niet toe aan een leven in een verpleeghuis. Maar dan ga je júist op zoek naar de link waar je je wel verbonden mee voelt.”
Urgent
In de serie belandt een Vlaams-Nederlands gezin in de problemen wanneer vader Pieter (Gene Bervoets) zonder medeweten van zijn vrouw (Monic Hendrickx) fraudeert met het puntensysteem. Hierdoor krijgt hij ‘Het Schild’ op zijn dak, de overheidsorganisatie die toeziet op het strikt naleven van de regels, en veroorzaakt hij grote tweestrijd binnen zijn eigen gezin. „Het is een sciencefictionverhaal”, legt Oliehoek uit. „Maar het gáát over familieverhoudingen. Ik voelde gelijk de vraag rijzen: wat zou ik doen in zo’n situatie? Daardoor kwam het verhaal opeens heel dichtbij.”
Hoewel de ontwikkeling van Arcadia al voor de coronapandemie begon, zag de regisseur tijdens de lockdowns ook steeds meer overeenkomsten tussen de serie en de werkelijkheid: „Het verhaal voelde opeens heel urgent toen ook in Nederland ongevaccineerden niet meer naar horeca en bioscopen mochten. Wanneer kun je als overheid zulke beperkingen opleggen aan je burgers? Wat zijn de voor- en nadelen van zo’n George Orwell-achtige samenleving?”
In de wereld van Arcadia ziet Oliehoek flarden van hoe in China of Rusland de staat nu al is ingericht. „Ik denk niet dat het in Europa snel zo ver zal komen, en zeker niet in Nederland – daarvoor zijn we veel te eigenwijs”, grinnikt hij. „Maar de discussie over het spanningsveld tussen hoeveel regels een overheid oplegt en hoeveel vrijheid je zelf houdt, vind ik heel spannend. Mensen zullen altijd een uitlaatklep nodig hebben, je kan iemand niet dwingen om áltijd te kiezen voor wat goed voor jou en je gezin is. Dan wordt het wel een heel behoudend, saai leven.”
Lees ook: In ‘Arcadia’ is over íéder visueel detail nagedacht
Recycle-wereld
Oliehoek wilde ervoor waken dat de vorm de inhoud niet zou gaan overschaduwen. „Ook al moesten we een hele wereld creëren die in feite niet bestond”, legt hij uit. Wekenlang reisde de regisseur met production designer Kurt Loyens langs locaties in België, Frankrijk en Duitsland die een futuristische uitstraling hadden. „We zagen een soort recycle-wereld voor ons, waarin alle grote gebouwen en fabrieken weggevaagd zijn en met de apparatuur die resteerde een nieuwe wereld is opgebouwd. Het brutalisme was een rode draad in het kiezen van onze locaties.” Er is ook gefilmd in Nederland: zo zullen kijkers waarschijnlijk Radio Kootwijk herkennen.
Op de set zelf voelde de regisseur tijdens de 83 draaidagen geen extra druk omdat hij ‘de duurste Vlaamse serie ooit’ leidde, zoals de Belgische media Arcadia aankondigden. „Maar als je kijkt met wat er beschreven stond in het scenario is het eigenlijk voor een klein budget gemaakt”, lacht Oliehoek. „Uiteindelijk voer je dezelfde discussies als op de set van een goedkoper project: hoeveel figuranten kunnen we inhuren, kunnen we voor dat shot wel of geen crane gebruiken? Je hebt altijd meer ideeën dan je kan budgetteren.”
Het was een interessante ervaring om met een internationale crew te werken – in Nederland heeft de filmmaker in de loop der jaren een vaste kern om zich heen verzameld waar hij doorgaans mee werkt. „Vlamingen zijn wat meer aftastend, ik moest ze soms echt aansporen om te delen wat zij eigenlijk dachten. Tegelijkertijd zijn ze wel extreem goed voorbereid. Ze wilden in mei, tijdens de pre-productie, bijvoorbeeld al exact weten hoe we een jaar later een bepaald shot zouden gaan draaien.”
De regisseur vond het achteraf best pittig om ruim anderhalf jaar doorlopend in het buitenland te werken. „Tijdens het draaien denk je aan niets anders dan de serie”, legt hij uit. „Maar ik was wel blij dat we elk weekend met alle Nederlanders even naar huis konden. Zeker bij zo’n intensief, lang project is het goed als je jezelf af en toe uit kan zetten en een weekend met je lief en de hond op de bank kan hangen.”