Rapport: indien álle boeren optimaal innoveren, is ‘een enorme emissiereductie’ te behalen. ‘Veestapelkrimp blijft toch nodig’, zegt de hoogleraar

De uitstoot van ammoniak en daarmee van stikstof door de landbouw is met bijna 50 procent te reduceren, mits alle landbouwbedrijven de beste technieken en maatregelen inzetten die binnen vijf jaar beschikbaar zijn of komen om emissies te beperken. Deze reductie, ten opzichte van vijf jaar geleden, kan vooral bij melkveeboeren worden behaald. Als alle innovaties overal worden ingevoerd, kunnen alle provincies hun stikstofdoelen halen. Dat blijkt uit een onderzoek van Wageningen University in opdracht van de gezamenlijke provincies. Het rapport is maandag gepresenteerd door het Interprovinciaal Overleg en naar de Tweede Kamer gestuurd.

Toevallig verschijnen de resultaten kort nadat het kabinet een ministeriële stikstofcommissie heeft ingesteld. Aanleiding is een uitspraak van de Raad van State, vorige maand, die bepaalt dat minder stikstof mag worden uitgestoten dan eerder bepaald. Bovendien wacht politiek Den Haag in spanning op de uitspraak, woensdag, van een rechtszaak van milieuorganisatie Greenpeace, die eist dat het kabinet sneller meer doet aan stikstofreductie.

Er werden 62 innovatieve maatregelen onderzocht op hun effectiviteit. In de melkveehouderij is die vooral aanzienlijk

De landbouw veroorzaakt een groot deel van de uitstoot in Nederland. Volgens het rapport uit Wageningen kunnen in theorie de emissies van ammoniak en methaan met 61 tot 72 procent gereduceerd worden, maar „praktisch haalbaar” is een reductie van emissies van ammoniak met 41 tot 50 procent. Die daling kan volgens de onderzoekers vooral worden bereikt door innovaties in stallen, bij de opslag van mest en het „toedienen” van mest in de bodem.

De kosten van innovaties ter reductie van ammoniak in stallen lopen op tot 270 miljoen euro per jaar, aldus het onderzoek. Daar komen de kosten voor andere innovaties, zoals bij mest, nog bij. Die bedragen maximaal 127 miljoen euro per jaar. Eerder trok minister Femke Wiersma (Landbouw, BBB) maximaal 2,5 miljard euro uit voor innovatie. „Dat geld zal snel op zijn”, aldus Wim de Vries, hoogleraar milieusysteemanalyse aan Wageningen University, die maandag het rapport toelichtte.

De onderzoekers hebben 62 innovatiemaatregelen onderzocht op effectiviteit. Die is vooral in de melkveehouderij aanzienlijk. Het rapport is „een eyeopener”, zegt de Overijsselse gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher (SGP) namens de provincies. „Met alle kanttekeningen die je erbij kunt maken, blijkt dat je met innovatie een enorme reductie kunt behalen, meer dan met opkopen of halveren van de veestapel.”


Lees ook

Gigantische ‘mestzakken’ als noodoplossing voor het mestoverschot: ‘Sommige boeren tikten ze af met een Idealbetaling’

Twee opgerolde mestzakken op het terrein van melkveehouder en akkerbouwer Jaap van der Linde in Kerk Avezaath.

Veestapel

Ondanks de mogelijke winst door innovatie blijft het volgens de onderzoekers nodig de veestapel te reduceren. „De kans dat je zonder veestapelreductie wegkomt, is niet al te groot”, aldus Wim de Vries. Aannemen dat iedereen meedoet met de innovaties, is volgens hem „een wat al te optimistische inschatting”. Bovendien is de vraag of de innoverende boeren precies doen wat nodig is.

Kortom: „In de praktijk is het vrijwel onmogelijk overal een breed palet aan maatregelen correct te implementeren, dus is het realistisch aan te geven dat een gedeeltelijke veestapelreductie nodig is om de landelijke opgaven te realiseren”, aldus de onderzoekers.

Ook is de vraag of alle provincies en Den Haag innovaties willen of kunnen doorvoeren. Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid aan de Universiteit Leiden, is sceptisch. „Zulke reducties vallen vaak tegen, vooral als je innovaties niet verplicht, maar ze alleen stimuleert en laat doorvoeren op vrijwillige basis.”

De politiek is nodig om te zorgen dat de agrarische sector hier enthousiast voor wordt

Jelle Beemsterboer
Noord-Hollandse gedeputeerde (BBB)

„De variatie in resultaten is ook vaak groot”, legt Erisman uit. „Dezelfde maatregel kan totaal verschillend uitpakken. Sommige boeren krijgen geen duidelijke informatie of worden inconsistent geadviseerd. Bovendien hebben sommige boeren lak aan regels en zoeken ze een uitweg. Neem het einde van de derogatie voor mest: boeren mogen minder mest uitrijden. En nu bouwt een aantal op eigen terrein een tijdelijke mestopslag, anticiperend op een nieuwe derogatie.”

Erisman verwacht zelf meer van maatregelen als het toedienen van minder krachtvoer aan melkkoeien. „Meer krachtvoer betekent meer eiwit, daardoor meer stikstof. Een sterke vermindering van dat voer is effectief.”


Lees ook

Een innovatie die het stikstofprobleem oplost, is die er wel?

Een innovatie die het stikstofprobleem oplost, is die er wel?

Doelen

Boeren verplichten tot innovatie is niet de beste methode om te reduceren, meent de Noord-Hollandse gedeputeerde Jelle Beemsterboer (BBB), voorzitter van de bestuursadviescommissie Landelijk Gebied van de samenwerkende provincies. „De politiek is nodig om te zorgen dat de agrarische sector hier enthousiast voor wordt. En boeren moeten de vrijheid krijgen om hierin te investeren.”

Ook onderzoeker Wim de Vries is voorstander van voorlopig „beter de wortel dan de stok” te hanteren. Elke boerderij is daarbij anders.

De landbouw moet ook aan vaste doelen worden gehouden. De Vries: „Dan weet je als boer waar je aan toe bent. Je moet zoals in de schoolklas een cijfer halen om over te gaan. Dat betekent dat als je een acht moet halen en je staat al op zevenhalf, je minder hoeft te doen dan als je een drie staat.”

Wel groeit het enthousiasme onder boeren over innovaties, meent de Overijsselse gedeputeerde Ten Bolscher. Hij krijgt weleens appjes van boeren die vertellen dat ze een flinke uitstootreductie hebben bereikt, bijvoorbeeld door een diervoermaatregel. „Daar spreekt trots uit.”

Investeren in innovatie kan op korte termijn lastig worden als gevolg van de stikstofuitspraak van de Raad van State vorige maand, stelt Ten Bolscher, over het zogenoemde ‘intern salderen’. Als een agrariër bijvoorbeeld een emissiearme stal wil bouwen, kan die reductie, zo lijkt het, niet worden aangewend voor die nieuwe stal, maar moet deze reductie meteen worden afgeroomd ten behoeve van de natuur. „Daar zitten we nu mee.”


Lees ook

Landbouwminister Wiersma komt met ‘indicatieve verdeling’ landbouwbudget

Minister Femke Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) voorafgaand aan de ministerraad.