De Rabobank gaat reorganiseren, en daarbij zullen ontslagen vallen. Dat schrijft Het Financieele Dagblad op basis van een uitgelekte interne notitie van de directie aan de ledenraad. Het is nog niet bekend hoeveel functies verdwijnen.
Directievoorzitter Stefaan Decraene vindt de bank te log, te complex en te hiërarchisch. Klanten worden daar de dupe van: door de vele lagen binnen de bank zou het niet lukken hen snel en efficiënt te bedienen. De „bestuurlijke drukte” is te hoog, schrijft Decraene volgens het FD in de notitie.
Eerder dit jaar uitte de Vlaming Decraene in een interview met het FD al kritiek op de Nederlandse „poldercultuur”. „Alles is hier in regels uitgeschreven, ik heb het nog nooit zo erg gezien.” Dat moet simpeler en efficiënter, vindt hij.
In datzelfde interview zei hij dat de Rabobank weer een ‘regiobank’ moet worden. Zijn voorganger Wiebe Draijer had de bank juist verdergaand gecentraliseerd door lokale bankkantoren te sluiten en meer verantwoordelijkheid naar het hoofdkantoor in Utrecht te trekken. Dat ging ten koste van duizenden arbeidsplaatsen – én van de menselijke maat, volgens gefrustreerde lokale directies. Die centralisatie wil Decraene terugdraaien, volgens het FD.
In de interne notitie staan nog geen definitieve besluiten, maar wel wat het FD omschrijft als „contouren” van de plannen: de omgang met klanten is te complex, besluitvorming moet eenvoudiger en uitvoering moet met minder mensen, het productaanbod moet groter worden en de betrokkenheid in de regio moet omhoog.
In de eerste helft van 2023 bleek de winst van Rabobank bijna verdubbeld ten opzichte van een jaar eerder: van 1,3 naar 2,5 miljard euro. De bank profiteerde, net als veel andere banken, van de renteverhogingen die de centrale banken vanwege de hoge inflatie hebben doorgevoerd.
Lees ook Lees ook: Buitenlandse leiding voor oer-Nederlandse bank
Nederlandse politieke partijen reageren gelaten op het bericht dat vanaf oktober politieke advertenties in de Europese Unie niet meer toegestaan zijn op onder meer Facebook, Instagram en YouTube. Nadat Google in november al aankondigde in de EU met politieke advertenties te stoppen, deelde Meta vrijdag mee hetzelfde te doen. Al die nieuwe strenge Europese regelgeving, die informatiemanipulatie en buitenlandse inmenging in verkiezingen tegen moet gaan, daar kunnen de techreuzen niet mee uit de voeten, lieten ze weten. Dan maar geen politieke advertenties.
Dat het verbod in oktober ingaat, is extra interessant voor de Nederlandse politieke partijen, omdat de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober worden gehouden. Maar als die partijen er al ongerust of boos van worden, laten ze dat niet blijken.
‘Geen uitspraken over campagne’
Sommige partijen hebben er intern nog niet over gesproken, zoals Groen Links-PvdA. Sommige willen er niks over zeggen, zoals de VVD. „We hebben er kennis van genomen”, zegt Benjamin van Es namens die partij. „We doen geen uitspraken over hoe we campagne voeren, maar we zullen ermee moeten dealen.” En sommige partijen hebben de vorige verkiezingen ook niet via Meta geadverteerd, zoals NSC. „Het zou voor ons sowieso nieuw zijn geweest”, zegt Joachim Miedema, woordvoerder van NSC. „We zijn ons nu aan het voorbereiden en dit nemen we daarin mee.”
Meningen en filmpjes uit de Tweede Kamer kunnen we gewoon blijven delen op de socials
Ook andere partijen zeggen zich niet erg afhankelijk te voelen van betaalde advertenties op sociale media. „We hebben een stevige achterban op sociale media en daar houden we actief contact mee”, zegt Willem van den Oetelaar namens de Partij voor de Dieren. „Het is niet zo dat de hele campagne straks zal veranderen. Meningen en filmpjes uit de Tweede Kamer kunnen we gewoon blijven delen op de socials. We gaan het er maandag verder over hebben, maar ik denk dat we gewoon doorgaan met wat we al deden.”
„Het is veel belangrijker om niet alleen campagne te voeren in campagnetijd”, zegt BBB-campagneleider Henk Vermeer. „Je moet altijd je achterban informeren over wat je aan het doen bent. Deze regels zijn vooral een probleem voor partijen die pas één tot drie maanden voor nieuwe verkiezingen iets van zich laten horen.”
Al twijfels over nut advertenties
Michiel Hoogeveen, campagnestrateeg van JA21, had al twijfels over de effectiviteit van advertenties op sociale media. „Ook omdat ze aan steeds strengere regels moeten voldoen en er moet bijvoorbeeld heel duidelijk advertorial bij staan”, zegt hij. „Als campagneteam waren we er natuurlijk al wel mee bezig hoe we buiten onze bubbel andere kiezerspopulaties konden aanspreken. En dat is lastig. We wilden toch al meer richting traditionele advertenties op radio, tv, websites en in kranten en magazines. Veel mensen vinden hun nieuws nog steeds via nieuwsprogramma’s en talkshows op tv. Dat lijken we weleens te vergeten, in de politiek zitten we de hele dag begraven in onze smartphones.”
„Alleen grote, rijke politieke partijen kunnen televisiereclame betalen”, zegt Vermeer van de BBB. Hij vindt dat ook ‘beïnvloeding’, zegt hij. „Er wordt online soms naar veiligheid gezocht die er in het dagelijks leven niet is.”
„De hulp staat aan de grens.” Wouter Booij, woordvoerder van Unicef Nederland, spreekt elk woord met klemtoon uit in antwoord op de vraag of voedseldroppings de nood in Gaza zullen helpen verlichten.
Zondagochtend voerde Israël een voedseldropping uit, na dagen van groeiende internationale kritiek op het gebrek aan hulp aan Gaza. Het aantal doden als gevolg van ondervoeding is volgens het ministerie van Volksgezondheid van Gaza opgelopen tot 127, onder wie 85 kinderen.
Volgens het Israëlische leger zijn er zeven pallets met meel, suiker en conserven per parachute gedropt. Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten hebben, zo melden internationale media, zondagmiddag ook voedsel gedropt. Wat er precies geleverd is, en waar, was zondagmiddag nog onduidelijk.
Hulporganisaties zijn zeer kritisch. Philippe Lazzarini, hoofd van het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen UNRWA, noemde op X voedseldroppings „duur, inefficiënt en mogelijk dodelijk voor uitgehongerde burgers. Ze zijn een afleiding en een rookgordijn.” Bij eerdere voedseldroppings kwamen Gazanen om het leven toen een parachute niet opende, of zij verdronken bij het aan land brengen van de pallets die in zee waren beland.
Ook Booij van Unicef heeft het over „een humanitair fotomoment”. De enige oplossing voor de hongerende bevolking van Gaza is volgens hem „volledige, ongehinderde toegang” voor de „zes- á zevenhonderd vrachtwagens per dag” met hulpgoederen die al voor oktober 2023 nodig waren om de 2,1 miljoen Gazanen van voedsel te voorzien. Inmiddels zijn wegen en distributiecentra vernietigd door Israël en Gazanen uit hun huizen verdreven.
Vrachtwagens
Aan de grenzen met Gaza staan duizenden vrachtwagens van hulporganisaties klaar. Israël heeft er de afgelopen maanden volgens de VN gemiddeld niet meer dan 69 per dag toegelaten. Het leger kondigde volgens persbureau Reuters zondag aan „humanitaire corridors” te zullen instellen voor hulpkonvooien, maar gaf niet aan waar of wanneer.
Zondag werd ook bekend dat de Egyptische Rode Halve Maan met honderd vrachtwagens de grens bij Kerem Shalom zal oversteken. De eerste vrachtwagens zouden de Gazastrook in zijn gereden. Daar wacht inspectie door Israël.
Eerder deze maand werden bij die grens hulpgoederen vernietigd omdat ze zouden zijn bedorven. Volgens Bastiaan van Blokland van het Nederlandse Rode Kruis duurt het „te lang om goederen in te voeren”: „Medicijnen moeten gekoeld zijn, eten kan niet te lang wachten.” „Daarom is het belangrijk dat er elke dag een stroom aan vrachtwagens wordt doorgelaten.”
„Bij een zware voedselnood zoals in Gaza is specialistische voeding nodig, zijn medicijnen nodig.” Hij noemt de samenstelling van de voedseldroppings zoals het Israëlische leger die noemt (meel, suiker en conserven) „eenzijdig”. „Er is voedsel nodig met vitamines en mineralen. Eieren, vlees, granen, groente.”
Volgens Van Blokland moet er bovendien brandstof worden geleverd om generatoren te kunnen laten draaien en ambulances te laten rijden. Hij noemt de voedseldroppings daarom „een schijnoplossing”: „De grenzen kunnen open voor hulpgoederen, dit hoeft niet zo.”
Lees ook
Honger, dorst en kogels: zo maken Israëlische soldaten de GHF-voedselpunten in Gaza tot dodelijk gevaar
Bliksemafleider
Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire studies aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, noemt de voedseldroppings eveneens „een bliksemafleider”. Zij signaleert een patroon: „Als de druk op Israël toeneemt, met name vanuit de Verenigde Staten, dan wordt er af en toe een beetje hulp toegelaten.”
Ze signaleert dat in mei 2024 ook voedseldroppings plaatsvonden. Die kwamen nadat het Internationaal Strafhof arrestatiebevelen uitvaardigde tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn vroegere minister van Defensie Yoav Gallant, onder meer voor het weerhouden van voedsel, water, medicijnen en medische apparatuur aan de Gazaanse burgerbevolking zonder militaire noodzaak.
„Toen de Europese Unie serieus over sancties nadacht, werd de Gaza Humanitairian Foundation opgericht. We weten inmiddels hoe dat afliep.” Die omstreden, door de VS gesteunde organisatie ging noodhulp organiseren, maar bij GHF-distributiepunten werden Palestijnen doodgeschoten door Israëlische militairen.
Hilhorst: „Nu zie je weer de druk oplopen vanuit de rest van de wereld, en zijn er voedseldroppings aangekondigd. Dat haalt de aandacht weg van het feit dat de grenzen niet open zijn voor de hulp die daar staat en nodig is.”
Ze vindt dat landen niet mee moeten denken over „schijnbewegingen” als voedseldroppings. „In plaats daarvan zou het Verenigd Koninkrijk moeten nadenken over sancties.” Ook zij zegt dat de Gazanen „zodanig verhongerd zijn dat ze medisch begeleid moeten worden. Magen kunnen voedsel niet meer aan.”
Bouwstoffen
Dat zegt ook Wouter Booij van Unicef: „Ondervoeding is geen honger, maar een ziekte. Het lichaam krijgt dan dermate weinig bouwstoffen dat het gaat interen op organen. De oplossing is dan geen boterham met kaas en een glas melk.” Dan is therapeutische voeding nodig, zegt hij.
Een standaard voedselpakket van het Wereldvoedselprogramma bevat 2.100 calorieën, met genoeg proteïne, vet, vitamines en mineralen voor een volwassene. Voor kinderen onder de vijf jaar oud, zwangeren en borstvoedende moeders is extra calorierijk voedsel nodig. De BBC berekende dat er 160 vliegtuigdroppings per dag nodig zouden zijn om genoeg voedsel te leveren.
Lees ook
Bashar fotografeerde de honger, nu kan hij er zelf niet meer door werken
„Ik ben uitgenodigd voor het afscheidsfeest van een leidinggevende waar ik een slechte relatie mee had. Ze was onbetrouwbaar en heeft een zooitje van de organisatie gemaakt. Het liefst zou ik haar afscheidsborrel afzeggen, maar veel andere collega’s hebben ook al laten weten dat ze niet komen. Moet ik er dan toch heengaan?” (Vrouw, 61 jaar, naam bekend bij de redactie).
Ja
Het is altijd het beste om wel te gaan, luidt het antwoord van Monique Wakelkamp. Als arbeidsmediator bij Bureau 1900 begeleidt ze werkgevers en werknemers bij onderling gedoe op de werkvloer. „Bij dit dilemma moet je er ook rekening mee houden dat je iemand op een later moment in je leven, privé of zakelijk, nog kunt tegenkomen”, zegt Wakelkamp. „Daarom is het altijd beter om iets goed af te sluiten.”
Daarbij moet je meewegen dat je met de beslissing om wel of niet naar het afscheid te gaan ook een signaal geeft aan de collega’s om je heen, zegt Wakelkamp. „Je bent onderdeel van een team, iedereen kijkt naar elkaar. Anderen zien hoe jij handelt in deze situatie. Als je besluit niet te gaan, straal je uit dat er een moeizame relatie was en dat je ervoor kiest die uit de weg te gaan. Wat zegt dat over jou?”
Marc de Haas van Dorsser, die als organisatieadviseur bij Goudvisie leidinggevenden begeleidt bij ‘gedoe’ in teams of op de werkvloer, denkt ook dat het bijwonen van de afscheidsborrel een positief effect kan hebben. „Het is goed om te gaan. Dan ga je de moeilijke situatie niet uit de weg, maar kijk je het beest in de bek en kun je onderzoeken hoe je de slechte ervaring met je leidinggevende los kunt laten.” Bovendien erken je door aanwezig te zijn ook de bijdrage die een leidinggevende heeft geleverd aan het bedrijf. „Hoe vervelend iemand ook is geweest, ze heeft toch onderdeel uitgemaakt van de organisatie en iets bijgedragen.”
Dat andere collega’s de borrel al hebben afgezegd, is voor Wakelkamp geen argument. „Je maakt je eigen keus en je vertegenwoordigt jezelf. Dat iemand teleurstelde is vervelend, maar dan nog kun je gedag zeggen, ook als verantwoordelijke namens de organisatie.”
Een afscheidsborrel is volgens Wakelkamp niet de plek om frustraties te uiten of moeilijke gesprekken te voeren, maar het is ook niet nodig om met een gemaakte glimlach op de borrel te gaan staan. „Kritiek uiten doe je een-op-een, dan krijgt iemand de kans om te reageren. Maar je hoeft ook niet in een speech de loftrompet af te steken als je daar niet achter staat”, zegt Wakelkamp. „Blijf dichtbij jezelf en kies je woorden zorgvuldig. Je kunt iemand bijvoorbeeld bedanken voor de geleerde lessen, een specifiek moment aanhalen, of het algemener houden en iemand succes wensen in zijn of haar volgende functie.”
Mocht het afscheid niet voor de gewenste opluchting en afsluiting zorgen, kun je de frustraties over de leidinggevende altijd nog bespreken met HR, adviseert Wakelkamp. „Op die manier kan een bedrijf er ook lering uit trekken.”
Ga niet als je echt niet wil
Er is wel een uitzondering, zegt De Haas van Dorsser. „Als je niet kan of durft, bijvoorbeeld omdat je je onveilig voelt, kun je beter niet gaan”, zegt hij. „Een leidinggevende moet daar echt wel tegen kunnen, en je geeft daarmee een signaal af naar de organisatie.”
Het is volgens de Haas van Dorsser wel zaak om daarbij je verantwoordelijkheid te nemen, want de borrel afzeggen en verder zwijgen lost niets op. Hij adviseert de leidinggevende een mail te sturen, waarin je uitlegt waarom je je niet comfortabel voelt om naar de borrel te komen. „Op die manier ben je eerlijk over je afwegingen en bied je iemand een leerkans – en voorkom je mogelijk gedoe later.”
Goed afscheid nemen is belangrijk, vindt De Haas van Dorsser. „Woorden als ‘onbetrouwbaar’ en ‘zootje’ maken duidelijk dat het jou heeft geraakt. Als je daar niets aan doet, blijft deze pijnlijke ervaring mogelijk terugkomen, bijvoorbeeld bij het vertrouwen van een toekomstige leidinggevende.” Om die frustratie achter je te laten hoef je niet per se het gesprek met de leidinggevende aan te gaan, zegt De Haas van Dorsser. „Maar je moet wel bedenken hoe je het een plek kunt geven.”
Hij ziet daar ook een rol voor de organisatie: als een bedrijf merkt dat er op een bepaalde afdeling weerstand leeft of dat er een lage opkomst is bij een afscheidsborrel, moeten ze daarover het gesprek aangaan. „Leidinggevenden vinden het vaak lastig om gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken, maar in dit geval leven er frustraties bij werknemers en moet je daar iets mee doen. Ga op zoek naar waarom mensen niet het gevoel hadden dat ze zich konden uitspreken en wat jullie daaraan kunnen doen.” Overigens is zo’n verschijnsel vaak op meerdere plekken in de organisatie aanwezig en gaat het dus over de organisatiecultuur, zegt De Haas van Dorsser.
Dus
Het is goed om wel naar de afscheidsborrel te gaan: om afscheid te nemen van de leidinggevende, haar te bedanken voor de bijdrage die ze wel heeft geleverd, om als collega en werknemer je verantwoordelijkheid te nemen en collega’s te laten zien dat je moeilijke situaties niet uit de weg gaat. Je hoeft daar geen lofrede te houden, maar het is ook niet de plek om kritisch te zijn. Als je echt niet naar de borrel durft of wil, zijn er ook andere manieren om afscheid te nemen en de teleurstellende ervaring achter je te laten, bijvoorbeeld door de leidinggevende een mail te sturen.