De Raad voor de Rechtspraak heeft „grote zorgen” over de kwaliteit van het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid. Dat schrijft het toezichtsorgaan donderdag in een advies. De conceptwet, die eerder dit jaar door demissionaire ministers Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) en Carola Schouten (Participatie, ChristenUnie) werd gepubliceerd, is een politiek antwoord op het omstreden en bestraffende fraudebeleid van eerdere kabinetten. De Raad dringt er nu bij het kabinet op aan om het huidige wetsvoorstel te heroverwegen.
Onderdeel van die nieuwe maatregelen zijn onder meer voorwaardelijke boetes, waarschuwingen of het kwijtschelden van straffen. Volgens de Raad gaat het wetsvoorstel mogelijk juist in tegen het maatwerk dat het kabinet met de wet voor ogen heeft. De essentiële problemen waarvoor het beleid uit het verleden heeft gezorgd, zouden met de nieuwe wet niet worden opgelost. Strenge regelgeving zorgde vanaf het begin van het afgelopen decennium voor hoge standaardboetes voor uitkeringsgerechtigden die fouten hadden gemaakt. De Raad plaatst ook vraagtekens bij de de manier waarop de overheid uitkeringen wil terugvorderen omdat dat proces in het huidige wetsvoorstel ontbreekt.
Toeslagenschandaal
Het toezichtsorgaan mist ook samenhang met andere wetten die over dezelfde kwesties gaan. Dat zou juist ingaan tegen de vereenvoudiging van de regels waar het kabinet op uit is. Die „ontbrekende samenhang” is voor de Raad bovendien „exemplarisch” voor het gebrek aan continuïteit in de Nederlandse regelgeving. De bestaande regelgeving zou „uit het oog zijn verloren”. Momenteel ligt de conceptwet weer op het ministerie voor eventuele wijzigingen. Nadien gaat die voor advies naar de Raad van State, pas daarna wordt de wet ingediend bij de Tweede Kamer.
Het strenge Nederlandse fraudebeleid kwam in 2018 nadrukkelijk in de schijnwerpers met het Toeslagenschandaal. Naar schatting werden daarbij zo’n negentigduizend Nederlandse kinderen geraakt vanwege van onterechte verdenkingen van fraude met kinderopvangtoeslag. Veel gezinnen, onder wie de meeste eenoudergezinnen, kwamen daardoor in grote financiële problemen. Het kabinet gaf later toe dat er sprake was van institutioneel racisme, omdat het merendeel van de getroffen burgers een migratieachtergrond had.
Lees ook
Rutte I zette alles op alles om uitkeringsfraude aan te pakken. Compassie ontbrak