Raad voor de Journalistiek: deugdelijke wederhoor NRC in onderzoek naar moskeeën


Publicaties Een klacht van een onderzoeksbureau naar aanleiding van een NRC-artikel over onderzoeken naar moskeeën, is door de Raad voor de Journalistiek ongegrond verklaard.

Het ochtendgebed in de Mevlana Moskee in Rotterdam.
Het ochtendgebed in de Mevlana Moskee in Rotterdam.

Foto Sem van der Wal / ANP

De Raad voor de Journalistiek heeft NRC voor de tweede keer in het gelijk gesteld in een procedure over berichtgeving over heimelijke onderzoeken naar moskeeën. Volgens de Raad heeft de krant „deugdelijk wederhoor” toegepast en is er geen sprake van „eenzijdige en tendentieuze berichtgeving”, blijkt uit de uitspraak die dinsdag is gepubliceerd.


Lees ook: Moskeeën zijn vertrouwen in gemeenten kwijt: ‘Hoe konden we zo naïef zijn?’

De zaak was aangespannen door het bedrijf Nuance door Training en Advies (NTA). Het onderzoeksbureau werd door gemeenten ingeschakeld om heimelijk onderzoek te doen naar islamitische organisaties. Een artikel waarin moskeeën vertellen over hun ervaringen met NTA leidde tot de klacht bij de Raad voor de Journalistiek. Hen zou onvoldoende gelegenheid zijn geboden voor weerwoord. Ook werden in het artikel aantijgingen gedaan door moskeebestuurders die door NTA in de klacht als ,,onbetrouwbaar” en niet-integer werden afgeschilderd. Om de klacht te onderbouwen, zocht het bureau contact met moskeebestuurders die zich in het artikel negatief uitlieten over NTA. Zo benaderde NTA-advocaat Remco Klöters de voorzitter van een Delftse moskee met het verzoek zijn citaten uit het gepubliceerde artikel nader te onderbouwen. Daarbij werd hem voorgehouden dat NTA zich beraadt op ,,eventuele verdere stappen”.

Volgens de Raad voor de Journalistiek was er echter niets mis met de publicatie. ,,In het artikel is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen feiten, beweringen en meningen”, stelt de Raad in de uitspraak. ,,De bronnen zijn op een adequate wijze weergegeven”. Ook het wederhoor was ,,deugdelijk”. NRC heeft ruim voor de publicatie ,,uitgebreide, gedetailleerde vragen” aan het bureau voorgelegd. Dat daar mogelijk niet goed op is gereageerd, ligt volgens de Raad aan NTA zelf. De Raad verklaarde de klacht ongegrond. Een detail uit het artikel dat niet klopte, wordt NRC niet aangerekend omdat het is aangepast. In het artikel stond aanvankelijk dat het raam bij een bepaalde NTA-medewerker was ingegooid, terwijl het een andere NTA-medewerker betrof.

Het is de tweede keer dat de Raad voor de Journalistiek een klacht van NTA tegen NRC ongegrond verklaard. Ook na de eerste publicaties, over de undercoveronderzoeken die het bureau uitvoerde, volgde een klacht. Ook in die zaak stelde de Raad NRC op alle punten in het gelijk.