N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Voetbal Gedesillusioneerd verliet Marcel Brands het Engelse „voetbalwalhalla”. Terug bij PSV hoopt hij na een turbulent eerste seizoen op winst in de bekerfinale, deze zondag tegen Ajax.
Marcel Brands bekijkt wedstrijden van PSV het liefst staand. Niet uit solidariteit met fans op de staantribune, of omdat hij geen zitvlees heeft. Zijn voorkeur heeft een praktische reden: als je staat, zo ontdekte Brands in de loop der jaren, gaan mensen minder snel tegen je praten. Een belangrijk inzicht als je, zoals hij, iedere seconde van de wedstrijd geconcentreerd wil zien.
Maar staan, dat kan niet meer. In zijn vorige functies, toen hij over het technisch beleid ging, werd er niet zo op hem gelet. Kon hij zich stilletjes terugtrekken na een nederlaag om zijn teleurstelling te verwerken. Nu is Brands algemeen directeur, het uithangbord van de club. Afgelopen zondag tegen Ajax (3-0) zat de Eindhovense burgemeester Jeroen Dijsselbloem naast hem op de eretribune. „Toen die aantrad vroeg ik hem: ga alsjeblieft niet de hele tijd tegen me zitten praten”, zegt Brands met een verontschuldigende glimlach. „Dat komt goed uit, zei hij, want zo kijkt hij ook het liefst naar wedstrijden.”
Het tekent de gedrevenheid van de man die, als je zijn loopbaan als speler meetelt, al een half mensenleven (43 jaar) in het betaald voetbal rondloopt. In een wereld waarin een teleurstellend seizoen een reputatie kan breken, vertoont zijn bestuurscarrière een opvallend gelijkmatig verloop. Steeds een stapje hoger. Van RKC naar AZ naar PSV en, in 2018, naar Everton in de Premier League. „Het voetbalwalhalla”, vindt Brands nog steeds.
Brands (61) heeft een neus voor talent, is financieel goed onderlegd, onderhandelt scherp en staat bekend als extreem competitief. Toch ging het niet zoals het moest gaan bij Everton – officieel eigendom van de Brits-Iraanse zakenman Farhad Moshiri, al is oligarch Alisher Usmanov volgens The Guardian op de achtergrond nauw betrokken.
Ondanks een goede relatie met clubvoorzitter Bill Kenwright – ‘Indy’ noemde hij Brands, de chairman vond dat hij leek op Indiana Jones-acteur Harrison Ford – stapte hij in december 2021 gedesillusioneerd op als technisch directeur. „Verschillende visies” op het te voeren beleid, was de officiële verklaring. Het ging slecht met de club en de Engelse media oordeelden hard. Na een 4-1 nederlaag tegen stadsrivaal Liverpool kreeg Brands het zelfs aan de stok met een boze fan.
Brands was 59 toen hij vertrok. Hij was er kapot van. Misschien wel het moeilijkste moment uit zijn loopbaan viel samen met een zorgelijke situatie thuis. Zijn zoon bleek ernstig ziek (hij is inmiddels hersteld). „Ik moest even niks doen”, zegt hij, in zijn kantoor in het Philips Stadion. „Ik heb nooit langer dan tien dagen vakantie gehad sinds ik op mijn 35ste stopte met voetbal en tot het management toetrad. Dus ik heb mijn zoon meegenomen naar Dubai en we zijn met de kinderen en kleinkinderen naar Disney geweest.”
Maar stoppen? „Daar heb ik nooit serieus over nagedacht”.
Na die rustperiode zei Brands ja toen hij Toon Gerbrands vorig jaar kon opvolgen als algemeen directeur van PSV. Net als in 2010 – toen hij als technisch manager aan de slag ging in Eindhoven – moet hij de club financieel en sportief weer succesvol maken. Dat eerste is min of meer gelukt, de sportieve wederopstanding moet nog gestalte krijgen. Een eerste succesje lonkt deze zondag, als PSV de bekerfinale speelt tegen Ajax.
Hoe verschilt werken in Nederland met Engeland?
„Het is totaal anders. De Engelse cultuur maakt dat fans en media denken dat de manager [de coach] over transfers gaat. En de eigenaar bepaalt heel veel. Hij wilde in 2021 Rafael Benítez als coach, wat niet mijn keuze was. En Benítez wilde Salomon Rondon, daar kon ik geen goedkeuring voor geven. Hij was al in de dertig, stond niet op de scoutinglijst, hij ging Everton niets meer brengen. Veel te hoog salaris ook. Ik zei dat ik het een slecht idee vond. Zie het maar als een cadeautje voor de trainer, zei de eigenaar. Dan sta je machteloos.”
Maar u wordt wel afgerekend op de transfers.
„Het probleem is: er is geen geduld. Dit seizoen zijn er alweer twaalf coaches ontslagen in de Premier League. In mijn tweede jaar werd Marco Silva ontslagen, ik probeerde dat te voorkomen, maar het lag buiten mijn macht. Terwijl ik wist: hij is een goede trainer, dat bewijst hij nu bij Fulham. De eigenaar bepaalde ook dat er een ervaren opvolger moest komen, terwijl de voorzitter en ik Mikel Arteta wilden. Uiteindelijk werd het Carlo Ancelotti.”
Wat doet het met medewerkers als je bent overgeleverd aan de grillen van een eigenaar?
„Mensen proberen te overleven. Het nare is: in die ontslagrondes gaan vaak veel goede clubmensen mee. Fysiotherapeuten, analisten, noem maar op. Ik moest dan mensen wegsturen die goed waren, hard werkten. Dat is moeilijk. En het werkt ook niet. De eerste jaren had ik nog het idee dat ik iets kon veranderen bij Everton. Maar dat lukte niet.”
Brands kan niet te veel in detail treden „uit respect” voor zijn vorige werkgever. Maar hij vertelt, zonder namen te kunnen noemen, over ontmoetingen op dure jachten en telefoontjes waarbij de coach te horen kreeg wie hij moest opstellen. „Die wereld kun je je niet voorstellen als je die niet zelf hebt gezien.”
Een bijzonder avontuur, maar u kon uw werk dus eigenlijk niet doen. Waarom kijkt u toch met plezier terug?
„Je krijgt ook veel waardering. Omdat ik aandacht had voor de jeugd, voor de structuur, dat je verder kijkt dan transfers en echt iets probeert op te bouwen. Toen ik voor het eerst bij Jong Everton ging kijken, kreeg ik een appje van die trainer: wat fantastisch dat je er bent, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Ik zag ook nooit een technisch directeur van andere clubs bij dat soort duels. En we woonden prachtig, het voetbal is geweldig.”
Stemt het niet cynisch dat eigenaren ermee omspringen alsof het hún speeltje is?
„Ze hebben wel het beste met de club voor, denk ik. Maar ik geloof er heilig in dat je met goed beleid iets kunt bereiken. Zij denken: ik pomp er geld in, dan moet het toch snel succes opleveren? Maar in de Premier League heeft iederéén veel geld. Het gekke is: wij halen met PSV meer uit commerciële activiteiten dan Everton, maar zij halen tussen de 130 en 140 miljoen aan tv-gelden [tegen bijna 9 miljoen bij PSV]. Dat maakt het allemaal wat makkelijker.”
Mei vorig jaar begon hij bij PSV, in wat direct een turbulent eerste seizoen zou worden – waarbij Brands net als bij Everton niet altijd de regie had. Technisch directeur John de Jong sneuvelde in september, na een vertrouwensbreuk met de raad van commissarissen. In de winter vertrokken aanvallers Cody Gakpo en Noni Madueke voor in totaal zo’n 90 miljoen euro, om de financiën op orde te krijgen. PSV ‘verkocht’ de titel, klonk het. Coach Ruud van Nistelrooij toonde zich onlangs kritisch over de „impact” van deze „beleidsmatige keuzes”. PSV staat nu tweede achter Feyenoord, dat de landstitel voor het grijpen heeft.
Wat trof u aan bij PSV, sportief en financieel?
„De budgetten zijn de afgelopen jaren flink toegenomen. Niet zozeer de totale begroting [omzet: 93 miljoen in 2021-2022], wel het spelersbudget. Maar ook de afschrijvingen van spelers lag fors hoger. Op zich begrijpelijk, er zat een bepaalde ambitie achter. Alleen, we wisten wel: dit wordt een belangrijk jaar waarin je financieel orde op zaken moet stellen. De club draaide [in coronajaar 2020-2021] ruim 23 miljoen verlies, het eigen vermogen kreeg een behoorlijke deuk. Plan was om dat binnen drie jaar terug op niveau te krijgen. Dat gaat nu iets sneller.”
Met de verkoop van Gakpo en Madueke is er inmiddels een flinke oorlogskas. Gaat komende zomer flink geïnvesteerd worden?
„Media praten over oorlogskas. Zo praat je intern niet. Je gaat niet kopen om het kopen. Vorig jaar wist je: we moeten heel, heel zuinig zijn. Dat is nu anders, je kunt investeren.”
Wat heeft u de talentvolle aanvaller Xavi Simons sportief te bieden, als hij vraagt wat komend seizoen het project wordt?
„In het laatste gesprek dat ik met hem had, heb ik gezegd: als je blijft, dan krijg je een andere rol, met meer verantwoordelijkheid. Dat is wat jij wil. Je bent gegroeid, sneller dan we verwacht hadden. Ben je in staat om al verantwoordelijkheid te nemen? Dus durf je buiten je eigen prestaties al om je heen te kijken. Dat is wat hij graag wil.”
Maar dat is nog geen aanvalsplan toch?
„Nee, maar oké, je kan zeggen: wij gaan 50 miljoen investeren. Dat wil niet zeggen dat je dan kampioen wordt. Ik denk dat het er uiteindelijk om gaat: krijgen we alle poppetjes, niet alleen de voetbalpoppetjes, weer in een modus waarin je kampioen kan worden.”
Hoe doe u dat?
„Door iedereen te overtuigen mee te gaan in: zijn wij bereid net iets meer te doen dan onze concurrenten? Natuurlijk heeft Ajax het hoogste budget. Dat gaan wij niet overtreffen. Maar Feyenoord wordt dit jaar kampioen. Dat zegt denk ik alles. En niet omdat zij de beste selectie hebben, maar omdat het hele plaatje klopt.”
Een vijfde seizoen op rij zonder landstitel dreigt voor PSV. Wat ontbreekt eraan?
„Als je simpel analyseert, zit ons probleem alleen in uitduels. Thuis zijn we de sterkste ploeg van de Eredivisie. Dus kijk je naar: hoe kunnen we ons beter prepareren? Is er fysiek nog winst te behalen? In voeding? Qua samenstelling van de selectie?”
Zondag, bij de bekerfinale in de Kuip, gaat hij onder meer over de veiligheid van fans – waar hij in het verleden de burgemeester alleen de hand gaf. „Nu zit ik over andere dingen met hem te praten. De rol is anders. Dat past ook bij mijn carrière en mijn leeftijd.” Earnest Stewart, de nieuwe technisch directeur, gaat nu na wedstrijden naar de kleedkamer. „Dat doe ik niet meer”, zegt Brands.
Nooit meer?
„Ja, als je iets wint, misschien zondag. Dan nog moet je je plek weten.”