
Een T-shirt met een grappige opdruk bij Rustaagh.nl. Doe-het-zelfspullen op Gereedschapscentrum.nl. Bedrijfskleding bij Proforto. Elektronica van Mediamarkt. En fast fashion bij Shein.
De kantonrechter in Utrecht deed woensdag uitspraak in vijf zaken die incassobureaus aanspanden tegen klanten die hun aankopen bij deze webshops (deels) niet hebben betaald. Al die klanten maakten gebruik van een achterafbetaaldienst. Koop nu, betaal later. Ofwel buy now, pay later (BNPL), zoals de diensten bekendstaan. Twee vonnissen betroffen het Zweedse Klarna, twee het Nederlandse Billink en een het eveneens Nederlandse In3. Via zo’n dienst betaal je op afbetaling, in termijnen. Vooral jongeren maken hier gebruik van.
Niet verrassend: de rechter bepaalde dat de vijf alsnog (een deel van) hun aankoopbedrag moeten overmaken. Bovendien moeten ze per persoon ruim 300 euro betalen aan proceskosten.
Maar de uitspraak is voor het Zweedse Klarna niet alleen goed nieuws. De marktleider in Nederland – naar schatting ruim 1,7 miljoen gebruikers van zijn app, en meer dan 58.000 aangesloten winkeliers – kan er vergaande consequenties van ondervinden. Het bedrijf moet consumenten mogelijk veel beter gaan informeren over bijkomende kosten (bij betalingsconflicten) en meer onderzoek doen naar hun kredietwaardigheid. Ook zou Klarna de leeftijd van gebruikers beter moeten controleren. Minderjarigen mogen de dienst namelijk niet gebruiken. Volgens toezichthouder AFM konden in 2023 600.000 transacties via de betaaldiensten worden gelinkt aan een minderjarige, voor gemiddeld 50 euro.
Vier vragen over de achterafbetaaldiensten en de vonnissen van woensdag.
1Om wat voor zaken ging het nu precies?
De rechter in Utrecht boog zich over aankopen van vijf (anonieme) koop-nu-betaal-latergebruikers, ter waarde van 63,73 euro bij Shein; 159 euro bij Mediamarkt; 19,90 euro bij Rustaagh; 346,47 euro bij Proforto; en 595,39 euro bij Gereedschapscentrum.nl.
De vijf kopers bleven in gebreke. Ze betaalden helemaal niet, stuurden een deel van de aangekochte goederen terug en betaalden niet voor de rest, of betaalden één termijn en de overige niet.
De BNPL-diensten stuurden een betalingsverzoek, een aanmaning en deden de vordering daarna over aan een extern incassobureau. Op alle tientallen miljoenen transacties gebeurt dit in pakweg 1 procent van de gevallen, aldus Klarna in de rechtbank.
De incassobureaus spanden de zaken aan tegen de vijf wanbetalers. Die zouden niet alleen het volledige aankoopbedrag moeten voldoen, maar ook rente, incasso- en aanmaningskosten.
2Wat heeft de kantonrechter nu bepaald?
In de eerste plaats dus dat de gedaagden hun aankopen moeten betalen. Dat hoort erbij als je iets bestelt, simpel. Maar draaien zij ook op voor de kosten die voortvloeien uit hun wanbetaling? En hoe hoog mogen die kosten dan zijn?
Over de Nederlandse betaaldiensten, Billink en In3, oordeelt de rechter positief in dit verband. Beide hebben voldoende aangetoond dat de rente en kosten voor aanmaning en incasso die ze in rekening brengen niet te hoog zijn. Die maken geen deel uit „van het verdienmodel”, aldus de rechter. Simpel gesteld: Billink en In3 maken geen winst over de rug van wanbetalers.
Voor Klarna is dat anders, vindt de kantonrechter. Dit bedrijf heeft niet aangetoond „dat de aangerekende kosten geen deel uit maken van het verdienmodel”. Dat wil zeggen: de rechter kan niet uitsluiten dat Klarna bovenmatig profiteert van klanten die niet of te laat betalen. Het bedrijf ontkende dat tijdens de zitting. Het verdient z’n geld door verkopers die klanten via Klarna ‘achteraf betalen’ aanbieden, een klein percentage van elke transactie in rekening te brengen.
3Waarom is dat van belang?
Als een BNPL-aanbieder een substantieel deel van zijn inkomsten verdient met berekening van kosten aan consumenten die te laat betalen, maakt dat de dienst een verstrekker van consumentenkrediet. Een soort moderne Dirk Scheringa, de Noord-Hollandse zakenman die met leningen aan particulieren, aangeboden via advertenties in onder meer tv-gidsen, een financieel imperium opbouwde. En die uiteindelijk ten val kwam.
Klarna vindt zichzelf geen verstrekker van consumentenkrediet à la Dirk Scheringa. Het bedrijf geeft kortlopende leningen – terug te betalen in veertien of dertig dagen – en rekent geen rente of kosten. Daarmee valt het dus niet onder de gangbare regels voor consumentenkrediet, redeneren de Zweden.
De Utrechtse rechter is het hier niet mee eens. Klarna valt er wel onder (anders dan Billink en In3), want het rekent wél extra kosten. Dat betekent dat de betaaldienst onder de strenge Europese regels voor consumentenkrediet valt – met bijbehorende verplichtingen als transparantie, krediettoetsing en duidelijke informatieverstrekking.
4Zeiden de Nederlandse AFM en het Europees Hof van Justitie eerder niet hetzelfde?
Klopt. In het vonnis wijst de rechter op onderzoek van de AFM. De toezichthouder vond dat sommige diensten te hoge kosten in rekening brachten bij incasso, en zag dat als „een wezenlijk deel van hun verdienmodel”. En in april 2024 stelde het Hof van Justitie van de EU: als rente of incassokosten een wezenlijk onderdeel vormen van de verdiensten van de aanbieder van achterafbetaaldiensten, dan moet de dienst als consumentenkrediet worden beschouwd.
Met andere woorden: zelfs als jou geen rente wordt berekend zolang je op tijd terugbetaalt, vallen deze diensten toch onder de Europese regels voor consumentenkrediet als het bedrijf winst maakt bij wanbetaling.
Het EU-hof toetste aan de Europese richtlijn consumentenkrediet (die volgend jaar in de Nederlandse wet moet zijn opgenomen). De richtlijn is bedoeld om consumenten te beschermen die geld lenen of op krediet kopen. Ze schrijf onder meer voor: duidelijke informatie vooraf over kosten en voorwaarden, beoordeling van de kredietwaardigheid van de klant en transparantie over de totale kosten van het krediet, óók verborgen kosten als die van incasso.
In reactie op het Europese vonnis tekenden vier achterafbetaaldiensten – Billink, In3, Klarna en Riverty – in januari 2025 een vernieuwde gedragscode. Zij beloofden dat zij „niet anticiperen op wanbetaling door consumenten om economisch voordeel te behalen”. Ook beloofden de bedrijven geen diensten aan te bieden aan jongeren onder de achttien jaar. Uit de vonnissen van woensdag blijkt dat de rechter vindt dat de eerste twee aanbieders zich aan hun eigen code hebben gehouden. En Klarna blijkbaar niet.
