Prijs treinkaartje stijgt wel, maar wellicht niet zo sterk als verwacht

Het treinkaartje wordt volgend jaar duurder. Maar waarschijnlijk niet zo duur als veel reizigers vreesden.

Niet 12 procent maar 6 procent wordt mogelijk de tariefsverhoging vanaf 1 januari 2025. Dat maakt bijvoorbeeld de prijs van een retourtje Amsterdam-Rotterdam – nu nog 35,80 euro vol tarief tweede klas – binnenkort niet ruim 40 euro maar ‘slechts’ 38 euro.

Dat is althans het plan dat het kabinet dezer dagen bespreekt en dat donderdag aan de orde komt als de Tweede Kamer vergadert met staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat, PVV).

Het voorstel verdeelt de kosten om de tariefsverhoging te schrappen, 120 miljoen euro, gelijkelijk over het Rijk, de NS en de reizigers. Het ministerie van Infrastructuur zou jaarlijks 40 miljoen extra subsidie bijdragen. NS bezuinigt zelf nog eens 40 miljoen – bovenop het bezuinigingsprogramma van 1,4 miljard uit 2020.

En de reizigers zelf dragen 40 miljoen euro bij in de vorm van duurdere treinkaartjes. Bronnen in Den Haag bevestigen het plan waarover het AD maandag als eerste publiceerde. NSC is voor het plan, meldt een woordvoerder. De VVD wil er niet op vooruitlopen, de PVV reageerde niet op een verzoek om commentaar. Caroline van der Plas (BBB) zei onlangs nog dat NS niet moet blijven aankloppen bij de overheid en het Rijk niet langer ‘als pinautomaat’ moet zien.


Lees ook

NS-directeur Koolmees verwacht een ‘pittig najaar’ voor treinreizigers

Bouwvakkers tijdens werkzaamheden aan het spoor tussen Den Haag en Rotterdam. Het werk is inmiddels afgerond – met een week vertraging.

Meer thuiswerkers

Al maanden is bekend dat de tarieven in de trein vanaf 1 januari 2025 meer zullen stijgen dan de verwachte inflatie die NS jaarlijks mag doorberekenen aan treinreizigers. In totaal zou het gaan om een verhoging van circa 12 procent. Onacceptabel, vindt de huidige coalitie, zeker nu NS en ProRail dit najaar veel problemen verwachten op het spoor.

De duurdere kaartjes zijn onder meer het gevolg van een afspraak die NS en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vorig jaar maakten. Het voorgaande kabinet wilde de spoorwegen compenseren voor lagere inkomsten en hogere kosten van de afgelopen jaren.

Tijdens en na de pandemie is het aantal treinreizigers sterk gedaald. Veel kantoorwerkers – met voor NS lucratieve, relatief dure (bedrijfs-) abonnementen – zijn niet teruggekeerd in de trein. Zij werken vaker thuis. En minder reizigers betekent simpelweg minder inkomsten. Over het eerste halfjaar van 2024 meldde NS een operationeel verlies van 109 miljoen.

De NS moet het Rijk niet langer als pinautomaat zien

Caroline van der Plas
leider BBB

Bovendien zijn de kosten voor NS fors gestegen door alle „geopolitieke spanningen”. De tractie-energie voor de bovenleidingen, om de treinen te laten rijden, kocht NS weliswaar voor meerdere jaren in, maar de inkoop van andere goederen en diensten werd veel duurder.

Daarom kwam het vorige kabinet NS tegemoet. In de onderhandelingen over het hoofdrailnet – het exploitatiecontract voor de belangrijkste intercity’s en stoptreinen in Nederland, voor 2025 tot 2033 – deed het Rijk een aantal toezeggingen.

Het ministerie van Financiën accepteert minder dividend van staatsdeelneming NS en het ministerie van Infrastructuur rekent geen concessievergoeding meer (dat was 86 miljoen per jaar) en het geeft NS ook nog eens een subsidie van 13 miljoen per jaar.

Bovendien, zo was de afspraak, mocht NS de tarieven twee maal met 3,5 procent verhogen – op 1 januari 2024 en 1 januari 2026, bovenop de gewone inflatiecorrectie. Inclusief die indexatie zou dat op 1 januari van dit jaar zijn neergekomen op een stijging van 8,7 procent.

Eenmalige subsidie

Duurdere kaartjes, terwijl de dienstverlening van NS en ProRail sterk onder de maat was? Een slecht idee, vond de Tweede Kamer vorig najaar. Een aangenomen motie van Kamerlid Mirjam Bikker (CU) regelde dat NS eenmalig 120 miljoen euro zou krijgen om de tariefsverhoging te schrappen. Eenmalig, want de Kamer vond geen structurele dekking voor de extra subsidie.

Nu ligt de uitgestelde tariefsverhoging opnieuw voor. Staatssecretaris Jansen wil een structurele oplossing, schreef hij vrijdag in een brief aan de Kamer. In de Kamerbrief schetst hij scenario’s om hoge tariefstijgingen bij NS te voorkomen of te matigen. Eén scenario is de invoering van een nieuw, gedifferentieerd tarievenstelsel. Ofwel: een duurder kaartje in de spits of op drukke trajecten.

Vorig jaar probeerde NS de handen al op elkaar te krijgen voor zo’n spitsheffing. Die maatregel zou de drukte in de ‘hyperspits’, de drukste periode in de ochtend, verlagen. Dat plan werd afgeschoten in de Tweede Kamer, ook door de huidige coalitiepartijen PVV en VVD. Een spitsheffing vonden ze oneerlijk voor bijvoorbeeld onderwijzers en verpleegkundigen die vanwege schooltijden en onregelmatige roosters niet kunnen kiezen om te reizen in de daluren.