Politie en OM: ‘hoogste tijd’ voor wetgeving die designerdrugs aanpakt

Nederland loopt „hopeloos achter” op omringende landen wat betreft de aanpak van designerdrugs, nieuwe drugsvarianten die buiten de opiumwet vallen. Dat stellen de politie en het Openbaar Ministerie vrijdag in een oproep aan de politiek. „We zijn een soort vrijstaat, waar de wet producenten en handelaren hun gang laat gaan”, zegt Willem Woelders, die bij de politie verantwoordelijk is voor drugsbestrijding. De Tweede Kamer zou daarom haast moeten maken met nieuwe wetgeving die het mogelijk maakt om nieuwe drugsvarianten te bestrijden.

Designerdrugs zijn vaak legaal verkrijgbaar, omdat producenten de chemische samenstelling regelmatig aanpassen om de geldende wetgeving te ontlopen. Een wetsvoorstel dat drie verschillende groepen werkzame stoffen moet verbieden in plaats van afzonderlijke middelen, ligt sinds maart 2020 bij de Tweede Kamer. De behandeling van dat voorstel is al drie keer vooruit geschoven.

Die wet is nodig om effectief samen te werken met andere landen in de bestrijding van drugshandel, stelt Woelders. „Bij rechtshulpverzoeken in internationale drugsonderzoeken kunnen we lang niet altijd helpen, omdat het spul hier niet verboden is. Dat doet wat met de reputatie van Nederland op het gebied van drugsbestrijding.” Andere landen zouden de Nederlandse situatie „met verwondering en soms zelfs grote frustratie” bekijken.