Van ideale schoonzoon tot ideale grootvader. Zo kan in één zin het leven worden samengevat van de op 93-jarige leeftijd overleden oud-politicus en (kinder)boekenschrijver Jan Terlouw. In de jaren zeventig komeet aan het Binnenhof als aanvoerder van D’66 (toen nog met apostrof geschreven); decennia later, toen hij de pensioengerechtigde leeftijd reeds lang was gepasseerd, zoetgevooisd en veelgevraagd ‘geweten van goedbedoelend Nederland’.
Domineeszoon en oorlogskind Jan Terlouw vertegenwoordigde zijn lange leven lang de redelijkheid in persoon. Een ‘deugmens’ voordat dit woord zijn negatieve connotatie kreeg. Het was in elk geval het beeld dat hij wist op te wekken en koesterde. Altijd met oog voor het voortbestaan van de aarde en de jonge generatie, want die vertegenwoordigde de toekomst. Zijn boeken waren aanvankelijk dan ook bedoeld voor jongeren. Pjotr, Koning van Katoren, Oorlogswinter, het waren populaire, bekroonde boeken die dateren van voordat Terlouw de landelijke politiek inging. Boeken met een boodschap. Dat gold ook voor de boeken die hij na zijn actieve politieke leven, deels samen zijn dochter Sanne, voor volwassenen schreef.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327189-253b7c.jpg|https://images.nrc.nl/-cfFRNgt2vZS_5GSn62XPWkDPQQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327189-253b7c.jpg|https://images.nrc.nl/XgrpIOno0XZDUHzLrhcoiO54pPI=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327189-253b7c.jpg)
Foto ANP/Phil Nijhuis
Een prachtig leven
„Ik heb een prachtig leven gehad. Ik wil dat jullie het ook hebben”, sprak hij in 2016 tot de jeugd aan het slot van een beroemd geworden tv-optreden bij De Wereld Draait Door waar hij verwees naar ‘de goede oude tijd’ toen het touwtje uit de brievenbus van de voordeur – waardoor iedereen naar binnen kon stappen – nog zo vanzelfsprekend was. Zijn gepassioneerde pleidooi als 85-jarige aan de talkshowtafel van Matthijs van Nieuwkerk voor het weer vertrouwen in elkaar hebben en een rigoureus klimaatbeleid om de wereld te redden, leidde toen tot een ware Jan Terlouw-revival. Eindelijk weer iemand die het helder en gepassioneerd wist te zeggen.
Niets deed meer denken aan de tijd dat hij als politicus in 1982 keihard door de kiezer was afgeserveerd. Van de 17 zetels die hij het jaar ervoor na een voor die tijd ongekende verkiezingszege van negen zetels had behaald en waardoor hij de absolute en niet te negeren winnaar was geworden, resteerden er na de vervroegde verkiezingen van ruim een jaar later nog maar zes. Gedesillusioneerd verliet een toen 51-jarige Jan Terlouw de nationale politiek. Hij schreef er destijds een verbitterd en somtijds rancuneus dagboek over.
Zo snel als hij in de nationale politiek was opgekomen, zo snel was hij ook weer van het toneel verdwenen. Dat wil zeggen: toen. Een kleine negen jaar later keerde Terlouw terug als commissaris van de koningin in Gelderland. Na zijn pensioen zat hij rond de eeuwwisseling nog vier jaar voor D66 in de Eerste Kamer. Het koetshuis op zijn landgoed in Twello bij Deventer vormde sinds de jaren negentig zijn habitat van waaruit hij zijn zorgen over de wereld kenbaar maakte.
Lees ook
Jongeren moeten zeggen: ‘Wij pikken dit niet meer’
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113326340-4def99.jpg|https://images.nrc.nl/m9c3c2TB8fYf09hILpOEX9nH0OM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113326340-4def99.jpg|https://images.nrc.nl/9wfeTNJBTEDI8FLS2WWBCX8dBlE=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113326340-4def99.jpg)
Foto Vincent Mentzel
Klein koningsdrama
De natuurkundige Terlouw – hij promoveerde in 1964 op een proefschrift over het verband tussen elektronen en atoomkernen – was een relatieve buitenstaander in de politiek toen hij in 1971 in de Tweede Kamer werd gekozen. Wel was hij vanaf de oprichting lid geweest van D’66. Zijn verkiezing twee jaar later als fractievoorzitter was het sluitstuk van een klein koningsdrama waarbij mister D’66 Hans van Mierlo het veld diende te ruimen. Terlouw vertegenwoordigde de groep die vond dat D’66 zich voor meer moest inzetten dan alleen een beter functionerende democratie. Er was ook nog zoiets als de bedreiging van het milieu. En Nederland was meer dan het spraakmakende Amsterdamse intellectuele wereldje van kunstenaars, schrijvers en journalisten waarin Van Mierlo zich graag begaf.
De komst van Terlouw leidde niet tot electoraal herstel voor D66. Integendeel. Een jaar later haalde de partij bij de Provinciale Statenverkiezingen van 1974 nog maar 1 procent van de stemmen. Een groot deel van de leden vond dan ook dat de partij moest worden opgeheven. Een voorstel daartoe werd nipt verworpen, maar Terlouw trok voor zichzelf de conclusie dat hij bij de eerstvolgende verkiezingen voor de Tweede Kamer geen lijsttrekker wilde worden. Het partijcongres deed een dringend beroep op hem om zich toch beschikbaar te stellen. Terlouw wilde dat alleen als D66 in drie maanden tijd 66.666 adhesiebetuigingen zou weten te verzamelen en er 1.666 nieuwe leden bij zou krijgen. Die bluf werkte: er kwamen ruim 90.000 handtekeningen binnen en D66 kreeg 4.410 nieuwe leden.
Verstikkende verhoudingen
Terlouw kon met dit door hem uitgelokte vertrouwensvotum aan electoraal herstel gaan werken. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1977 klom de eerder ten dode opgeschreven partij onder zijn leiding met een verkiezingsprogramma getiteld ‘Het redelijk alternatief’ van zes naar acht zetels. De echte zegetocht volgde in 1981 toen D’66 in het zwaar gepolariseerde politieke klimaat met hoofdrolspelers als Joop den Uyl, Hans Wiegel en Dries van Agt met de allemansvriend Jan Terlouw als lijsttrekker maar liefst negen zetels won en daarmee naar 17 zetels klom. Het redelijke, het niet-ideologische, het beschaafde: het sloeg aan bij de kiezer. Maar het riep tevens weerstand op. Dagblad Trouw schreef destijds: ‘De smetteloze keurigheid waarmee hij praat en gebaart, denkt en schrijft roept een lastig te onderdrukken neiging tot opstandigheid op. Alles wat hij zegt is zo afgewogen, zo gepast en bovenal zo tergend juist.’
De verkiezingsoverwinning bracht D’66 én Jan Terlouw na een langdurige formatie samen met PvdA en CDA in een kabinet. Terlouw werd vicepremier en minister van Economische Zaken. Hij had grootse plannen. Eindelijk zou een begin worden gemaakt met het moderniseren van de vastgeroeste economie. Geen toespraak van de minister zonder de woorden „nieuw elan”. Maar Terlouw had buiten de verstikkende verhoudingen binnen het kabinet gerekend. Het gedwongen huwelijk – er bleek geen andere werkbare meerderheid te vormen – hield een kleine negen maanden stand. Op 12 mei 1982 was het alweer voorbij.
In het overgangskabinet van CDA en D66 dat tot aan de vervroegde verkiezingen bleef regeren, kon Terlouw als minister van Economische Zaken en vicepremier aanblijven. Van zijn ambitieuze vernieuwingsagenda was door alle politieke roerselen niets terecht gekomen. „Ik had zo weinig plezier in het regeren. Ik had de slechtste tijd van mijn leven”, zou hij later verklaren.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327183-23d7b4.jpg|https://images.nrc.nl/v8IeyHkWyJhM0WxtPqj_LuSHXV0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327183-23d7b4.jpg|https://images.nrc.nl/vgQDNp_SUH1yFgU0ksRfUpglwnk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327183-23d7b4.jpg)
Foto Robin van Lonkhuijsen
Teleurgesteld en boos
De kiezer was bij de verkiezingen van september 1982 onverbiddelijk: D’66 met hem als lijsttrekker werd gereduceerd tot zes zetels, elf zetels eraf. Jan Terlouw overzag het slagveld en vertrok teleurgesteld en boos. Pas vier jaar later, in 1986, zou hij zich voor het eerst weer op een D66 congres (de apostrof was inmiddels uit de partijnaam verdwenen) vertonen. Als secretaris-generaal van de in Parijs gevestigde Europese Conferentie van Transportministers had hij er toen al een paar jaar buiten de binnenlandse politiek op zitten. In 1991 keerde hij terug naar Nederland om commissaris van de koningin in Gelderland te worden; een functie die hij tot zijn pensioen in 1996 zou blijven uitoefenen.
Hoogtepunt in die tijd was zijn optreden als bestuurder toen begin 1995 als gevolg van hoog water de dijken het dreigden te begeven. Meer dan 100.000 mensen werden gesommeerd hun huizen te verlaten. Crisismanagement van de commissaris dat gepaard ging met de nodige competentiegeschillen met andere bestuurslagen. De recensies over zijn bestuurlijke periode in de provincie waren bij zijn vertrek in 1996 over het algemeen positief. Zelf bagatelliseerde Terlouw zijn jaren als commissaris: „Ach ik heb geen grote verdiensten gehad. Ik heb op de winkel gepast.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327186-1068bf.jpg|https://images.nrc.nl/Dn5qauh3t-LpwzCfi6e01dV5R7E=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327186-1068bf.jpg|https://images.nrc.nl/ZIvpx5Tgd7oEjGDjBd-ronlC58I=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data113327186-1068bf.jpg)
Politiek verslaafden
Dat zijn partij hem niet vergeten was (in 1991 had hij in een interview nog geklaagd dat D66 hem „volstrekt negeert”) bleek in 1999 toen hij op de eerste plaats van de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer werd gezet. In het gezelschap van andere oud D66-bewindslieden verbleef Terlouw vier jaar in, zoals medelid Jacob Kohnstamm het had omschreven, de „Jellinekkliniek voor politiek verslaafden”. Maar de ex-leider van D66 kende inmiddels zijn plaats. Hij liet het fractievoorzitterschap aan zich voorbijgaan en concentreerde zich als senator op de degelijkheid van (paarse) wetsvoorstellen. Met tegenzin stemde hij in die tijd voor de privatisering van elektriciteitsbedrijven, gaf hij later toe in interviews.
Ook na de Eerste Kamer hield het werkzame leven niet op voor Terlouw. Hij zat in talloze commissies en besturen en was een veel gevraagd spreker. Want begeesterd spreken kon de domineeszoon zeker. „Sprookjes en verhalen zijn zo ontzettend belangrijk in het leven”, zei hij in 2021 in een interview met dagblad de Stentor ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag. In 2014 hield hij in Amsterdam een indrukwekkende 4 mei-lezing waarin hij filosofeerde over het begrip vrijheid. „Realiseren we ons dat ware vrijheid weinig van doen heeft met ‘lekker kunnen doen waar je zin in hebt’, dat het vooral betekent dat je de vrijheid van anderen ruimte moet geven?”, stelde hij.
De laatste jaren sleet Terlouw op zijn landgoed in Twello, samen met zijn 37 jaar jongere vriendin Annette Mul die hij op 89-jarige leeftijd ontmoette nadat zijn vrouw Alexandra was overleden. Weg van de actuele politiek, maar zich wel permanent zorgen makend over de toekomst. Of, zoals hij het tegenover de Stentor stelde: „Ik weet niet goed wat er aan de hand is in dit tijdsgewricht. Ik zie, zoals iedereen, polarisatie. Rede en argumenten lijken nergens meer ingang te vinden.”
Het was Jan Terlouw ten voeten uit. De redelijkheid zelve, altijd maar op zoek naar nog meer redelijkheid.
Lees ook
Lees ook een pleidooi van Terlouw over voorlezen
