N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Poolse verkiezingen De conservatieve regeringspartij PiS blijft in Polen de grootste partij, maar regeren zit er waarschijnlijk niet meer in. De oppositie viert de overwinning.
Als eerste over de streep komen, maar er niet met de hoofdprijs vandoor gaan. Dat is de situatie voor de regerende PiS-partij (Recht en Rechtvaardigheid) na de Poolse parlementsverkiezingen van zondag. De partij werd de grootste volgens de prognose van de verkiezingsuitslag van maandagochtend, maar kan naar alle waarschijnlijkheid geen meerderheid vormen in het parlement. En dat betekent het einde aan de twee opeenvolgende regeerperiodes voor de nationaal-conservatieve partij die sinds 2015 aan de macht was in Polen. De officiële uitslag wordt dinsdag verwacht.
PiS werd voor de derde keer op rij de grootste partij tijdens de parlementsverkiezingen, met volgens de prognose bijna 37 procent van de stemmen. Niet genoeg voor een absolute meerderheid, die de partij de afgelopen vier jaar had. Bovendien haalde de vooraf enige geachte coalitiepartner, het extreem-rechtse Konfederacja – niet genoeg stemmen (6,4 procent) om PiS aan een meerderheid te helpen.
Lees ook deze reportage over de verdeeldheid in Polen
Dus ligt de weg open voor de andere drie oppositiepartijen onder aanvoering van KO (Burger Coalitie) van oud-premier Donald Tusk om een regering te vormen. KO won licht met zo’n 31 procent van de stemmen en kan een meerderheid vormen met de grote verrassing Trzecia Droga (Derde Weg) die 13,5 procent van de kiezers achter zich schaarde en Nowa Lewica (Nieuw Links), goed voor 8,6 procent. Het centrum-liberale KO, de centrumrechtse boerencoalitie Derde Weg, en het sociaaldemocratische Nieuw Links hadden voorafgaand aan de verkiezingen al aangegeven samen te willen regeren. Volgens de prognose halen de drie partijen samen 248 van de 460 zetels in het parlement, tegen 198 zetels voor PiS.
Succes verzilveren
Meteen na het sluiten van de stembussen, zondagavond om 21:00 uur, sorteerde PiS-leider Jaroslaw Kaczynski al voor op een plek in de oppositiebanken. „We hebben voor de derde keer op rij gewonnen”, riep hij voor een relatief tam partijpubliek. „Maar of we dit succes kunnen verzilveren in een volgende regeerperiode weten we niet.” Hij wil het PiS-partijprogramma doorzetten: „Ongeacht of we aan de macht zijn of in de oppositie.”
Een paar kilometer verderop glunderde oppositieleider Tusk van vreugde. „Nooit in mijn leven was ik zo gelukkig met een tweede plek”, zei hij. „Polen heeft gewonnen, de democratie heeft gewonnen. Het is het einde van deze slechte tijden, het is het einde van de PiS-heerschappij.”
Onder PiS sloeg Polen sinds 2015 een conservatieve weg in. De partij voerde een sterk antimigratiebeleid, beperkte het recht op abortus verder in en keerde zich steeds verder af van de Europese Unie. Bovendien werd de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht gekneveld, werden publieke media een spreekbuis voor de partij en kwamen aan de top van staatsbedrijven en publieke instellingen partijmensen te staan.
Toch was én is PiS populair onder een groot deel van de bevolking, omdat de partij zich sterk richt op gezinspolitiek en opkomt voor mensen in de van oudsher armere plattelandsgemeenten. Zo kregen gezinnen voor het eerst een hoge kinderbijslag, ging de pensioenleeftijd omlaag en kregen gepensioneerden een hoger pensioen. Kleine dorpskernen werden opgeknapt, kregen nieuwe wegen en publieke voorzieningen keerden terug.
Lees ook dit dubbelportret van Tusk en Kaczynski
Voor deze verkiezingen probeerde PiS haar populistische truc, waar ze eerdere verkiezingen mee won, te herhalen door een campagne vol angst te voeren. Dagelijks verspreiden ze schrikbeelden over migranten en vluchtelingen die Polen onveilig zouden maken en waarschuwden ze voor de invloed van Duitsland, Rusland en de Europese Unie op Polen. Ook initieerde de partij een omstreden referendum waarop kiezers zondag konden stemmen, met vragen die verpakt waren als PiS-promotie. Slechts 40 procent van de kiezers stemde op het referendum, te laag voor een bindende uitslag.
Moddergevecht
Bovenal was deze een campagne een moddergevecht vol persoonlijke aanvallen. Critici van de regering werden neergezet als ‘landverraders’ en oppositieleider Tusk – „het pure kwaad” volgens PiS-leider Kaczynski – zou volgens PiS Polen onder ‘Duits dictaat’ gaan leiden.
Ook Tusk schuwde de harde taal niet. Zijn partij schipperde tussen een positieve campagne met een hartje als symbool, afgeladen demonstratiemarsen en positieve boodschappen over een „vrij Polen” en harde kritiek op de huidige regering. Volgens hem waren PiS-politici „corrupt” en was de regering „een vergif voor Polen”.
Nooit in mijn leven was ik zo gelukkig met een tweede plek
Donald Tusk, oppositieleider
Uiteindelijk bleek de angstcampagne van PiS niet succesvol. Uit een eerste peiling onder kiezers blijkt dat zij migratie en vluchtelingen niet als belangrijkste reden voor hun stem noemden, maar juist de economie en vrouwenrechten. Ook viel op dat er tijdens deze verkiezingen voor het eerst meer jongeren dan 60-plussers naar de stembus zijn gegaan.
Wat de uiteindelijke uitslag ook zal zijn, historisch zijn deze verkiezingen hoe dan ook. Nog nooit kwamen zoveel mensen opdagen bij de verkiezingen. Met een opkomstpercentage van bijna 73 procent is het de hoogste opkomst sinds de Poolse onafhankelijkheid in 1989. Bijna 12 procent hoger dan tijdens de vorige verkiezingen.
En daar was de kiescommissie niet op voorbereid. Hoewel stembureaus om negen uur sloten, mochten mensen in die dan in de rij stonden nog stemmen. In alle steden stonden toen nog rijen. In één stemlokaal in Wroclaw werd zelfs na middernacht nog gestemd. De laatste kiezer was pas om drie uur ’s nachts een de beurt.