Witte rook in Brussel, waar de afgelopen dagen de onderhandelingen over een Spaans regeerakkoord plaatsvonden tussen de socialistische partij van demissionair-premier Pedro Sánchez (PSOE) en de Catalaanse separatistische partij van Carles Puigdemont (Junts).
Het akkoord draait om een wet die amnestie regelt voor veroordeelde Catalaanse separatisten die in 2017 onafhankelijkheid van Catalonië eisten in een illegaal referendum. De Catalanen stelden die amnestie als voorwaarde voor hun steun aan een nieuwe coalitie onder Sánchez.
Op papier staat nu dat de controversiële amnestiewet geldt voor allen – politici én burgers – die hebben deelgenomen aan het illegale referendum en het streven naar regionale onafhankelijkheid.
Nieuwe fase
In het vier pagina’s tellende akkoord staat verder dat dit een nieuwe fase inluidt voor „het oplossen van een conflict over de politieke toekomst van Catalonië”. Beide partijen erkennen dat het pact is ontstaan uit wederzijds wantrouwen en „diepgaande meningsverschillen”, maar dat daar verandering in moet komen.
Naast amnestie staan er ook andere afspraken in het akkoord. Junts wil nog steeds een zelfbeschikkingsreferendum, iets wat de PSOE totaal afwijst. Wel wil de socialistische partij van Sánchez „de volledige ontplooiing van en het respect voor de instellingen en de institutionele, culturele en taalkundige uniciteit van Catalonië”. Denk bijvoorbeeld aan het recht om de Catalaanse taal in alle overheidsinstellingen te spreken.
Onrust
De amnestiewet zorgde de afgelopen weken voor massale protesten in het hele land. Tienduizenden rechtse betogers gingen de straat op, na oproepen van rechtse politici als Vox-leider Santiago Abascal en Partido Popular-leider Alberto Núñez Feijóo. De woede komt mede voort uit het feit dat de rechts-conservatieve Partido Popular op 23 juli wel de verkiezingen won, maar dat het partijleider Feijóo niet lukte een meerderheidscoalitie te vormen. Daarna mocht Sánchez het proberen van koning Felipe. De kritiek op Sánchez luidt nu dat hij de amnestiewet doordrukt omdat hij hoe dan ook aan de macht wil blijven, zelfs als dat betekent dat hij, volgens Abascal en Feijóo „de natie in de uitverkoop doet bij de Catalanen”.
De onrust reikt verder dan alleen Spanje. Woensdagavond, nog voor het nieuwe coalitieakkoord, verzocht Eurocommissaris Didier Reynders de Spaanse minister van Justitie Félix Bolaños per brief al om tekst en uitleg over de amnestiewet. Het is opmerkelijk dat de Commissie aan de bel trekt nog voor de details van de wet bekend zijn. Een woordvoerder benadrukte donderdag dat Brussel door „een groot aantal burgers en belanghebbenden” was benaderd over de Spaanse wet en zich daarom genoodzaakt zag om extra informatie te vragen.
In zijn antwoord benadrukte Bolaños donderdagavond dat hij, mocht de wet worden aangenomen, alle informatie zal verstrekken. Of dat daadwerkelijk tot een juridisch conflict tussen Madrid en Brussel zal leiden, is afwachten. Tot nu toe was er in Brussel weinig animo om zich te mengen in de zeer politiek gevoelige Catalaanse kwestie. Veel hangt af van de details van de wet en hoezeer die in Spanje tot verdere polarisatie leidt.
Stemming
De verwachting is dat er volgende week in het parlement gestemd kan worden in een investidura, een stemronde waarbij Sánchez 176 stemmen (van de 350) nodig heeft om officieel gekozen te worden als premier. Mocht Sánchez geen 176 stemmen behalen in de eerste ronde, dan volgt binnen 48 uur een tweede stemming waarbij het verkrijgen van meer ja- dan nee-stemmen voldoende is. Mislukt die poging ook, dan volgen er nieuwe verkiezingen op 14 januari. Maar met Puigdemont aan boord lijkt de weg naar het premierschap voor Sánchez helemaal open te liggen.
Mmv van Clara van de Wiel