Parodistische opera in Westerbork

In juni 1944 werd in de administratiebarak van Kamp Westerbork, waarvandaan wekelijks treinen met gevangenen naar de vernietigingskampen in het oosten vertrokken, een opera opgevoerd, geschreven en gespeeld door Joodse gevangenen. Ze kregen daar toestemming voor van kampcommandant Gemmeker – in ruil voor uitstel van transport naar het oosten.

Gemmeker zat op de eerste rij. Hij heeft gelachen, volgens historicus Ad van Liempt, die in de podcast aan het woord komt, maar niet geklapt, Duitsers klapten niet voor Joden.

Ludmilla was een parodistische opera, er zaten dubbele bodems en verwijzingen naar de naziterreur in. Vlak na de opvoering werden de makers op transport gesteld. Moesten ze hun daad van verzet met de dood bekopen en waarom kozen ze voor een opera en niet voor cabaret? Ze hadden al vaker cabaretvoorstellingen in de administratiebarak opgevoerd.

In 2012 werd de handgeschreven partituur van de opera teruggevonden, in de nalatenschap van de Joodse pianist-schrijver Ida Simons. Zij zat ook in Westerbork en overleefde de oorlog. In deze zeer indrukwekkende podcast komt de opera tot leven en horen we hoe hij geklonken heeft. Kromer laat hem opvoeren op de plaats van toen, Kamp Westerbork.