Pakistaanse regering wil oppositiepartij van oud-premier Khan verbieden

De regering van Pakistan wil de grootste oppositiepartij van het land, de PTI van de afgezette premier Imran Kahn, laten verbieden door de rechter. Dat heeft de Pakistaanse minister van Informatie Attaullah Tarar maandag bekendgemaakt op een persconferentie in hoofdstad Islamabad, melden Pakistaanse media. De populaire PTI-partij zou betrokken zijn bij „anti-staatsactiviteiten”, zoals het lekken van geheime documenten, het aanzetten tot „oproer” en de „bewezen” ontvangst van buitenlands geld. „De PTI en Pakistan kunnen niet tegelijk bestaan”, zegt de minister.

Het partijverbod geldt als een nieuwe stap in de repressie tegen de PTI van ‘volksfavoriet’ Khan, die bekend werd als cricketspeler. In 2022 werd hij gedwongen om af te treden als premier. Khan had geen steun van het leger, dat zeer machtig is in de Pakistaanse politiek. Het land werd decennia geregeerd door militaire dictators. Sinds zijn afzetting wordt Khan veelvuldig voor de rechtbank gedaagd. De PTI-leider is twee keer veroordeeld tot jarenlange gevangenisstraffen wegens corruptie en het lekken van staatsgeheimen. Duizenden partijleden van de PTI werden gearresteerd.

Een rechter sprak Khan en zijn vrouw Bushra Bibi zaterdag nog vrij in een zaak waarvoor ze vlak voor de verkiezingen van februari al werden veroordeeld. Tussen de scheiding van Bibi en haar bruiloft met Khan zou niet genoeg tijd hebben gezeten. Het huwelijk van de twee zou daarmee onwettig zijn. Die beslissing heeft het Hooggerechtshof nietig verklaard.

Chaotische verkiezingen

In februari zorgde de veroordeling in de huwelijkszaak er, samen met de grote druk van de interim-regering, voor dat Khan-getrouwen slechts als onafhankelijke kandidaten aan de chaotisch verlopen verkiezingen deelnamen. Onverwacht werden bijna honderd PTI-aanhangers in het parlement gekozen. Toch belandde de PTI in de oppositie. Een door het leger geruggesteunde coalitie van de conservatieve Pakistaanse Moslimliga PML-N en Volkspartij PPP bestuurt nu het land.

Die regeringscoalitie staat extra onder druk sinds het Hooggerechtshof vorige week oordeelde dat de PTI van Khan recht heeft op twintig extra zetels in het Pakistaanse parlement. Het gaat om gereserveerde zetels voor vrouwen en vertegenwoordigers van minderheidsgroepen die pas na de verkiezingen werden verdeeld. De PTI heeft 118 van de 336 zetels in het parlement.

De advocaat van Khan vindt het een „teken van paniek” dat de regering PTI nu via de rechter wil verbieden, zegt hij tegen persbureau Reuters. „Rechtbanken kunnen niet worden bedreigd en onder druk gezet.” De onafhankelijke Pakistaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Commission spreekt op X van “een enorme klap voor de democratische normen” en “eist dat de regering dit ongrondwettelijke onmiddellijk besluit intrekt”.


Lees ook

Verkiezingswinnaar Imran Khan en zijn partij stonden in februari buitenspel bij de coalitievorming in Pakistan

Aanhangers van de PTI-partij van de afgezette Pakistaanse ex-premier Imran Khan demonstreren maandag in Peshawar tegen onregelmatigheden die zich volgens hen hebben voorgedaan bij het tellen van de stemmen na de verkiezingen van 8 februari.