Oud-president Guinee krijgt gratie voor veroordeling om bloedbad

Bijna acht maanden nadat een tribunaal hem veroordeelde tot twintig jaar cel en een schadevergoeding van omgerekend honderdduizenden euro’s voor misdaden tegen de menselijkheid, een historisch vonnis in Guinee, gaat oud-juntaleider Dadis Camara weer vrijuit. Vrijdag verleende Guinee’s transitie-president Mamadi Doumbouya hem gratie, officieel vanwege „gezondheidsklachten”.

Kort na de aankondiging vrijdagavond op nationale televisie werd voormalig legerofficier Camara door veiligheidsdiensten meegenomen uit de centrale gevangenis in Conakry, de hoofdstad van Guinee. Daar zat hij vast sinds hij op 31 juli vorig jaar met zeven anderen, onder wie hooggeplaatste (oud-)militairen, werd veroordeeld voor zijn rol in het bloedbad dat op 28 september 2009 werd aangericht in een voetbalstadion in Conakry.


Lees ook

Na vijftien jaar krijgen Guinese slachtoffers van militair bloedbad eindelijk gerechtigheid

Oud-leider van Guinee Moussa Dadis Camara (vooraan) kwam eerder deze week de rechtszaal binnen. Hij kreeg twintig jaar cel opgelegd voor zijn betrokkenheid bij het bloedbad dat militairen in 2009 aanrichtten.

Ten minste 157 aanwezigen kwamen die dag om toen leden van de presidentiële garde, gendarmes en milities het stadion binnenstormden waarin duizenden zich hadden verzameld voor een protest van oppositiepartijen. De aanwezigen werden neergeschoten, opgejaagd, vertrapt en verdrukt. Vrouwen werden te midden van de chaos massaal verkracht, sommigen zo bruut dat ze aan hun verwondingen bezweken.

Volgens de aanklagers kwam de opdracht voor deze operatie van Camara: de bijeenkomst was door de oppositie georganiseerd om zich tegen zijn machtsgreep uit te spreken. De legerofficier was in 2008 na een coup aan de macht gekomen en wilde niet meer wijken. In wat ook elders in West-Afrika werd gezien als een historisch proces dat bijna twee jaar duurde, achtten de rechters Camara schuldig gezien zijn „hiërarchische verantwoordelijkheid”.

Klap voor slachtoffers

Zijn gratie na amper acht maanden is een klap voor slachtoffers en nabestaanden die ruim vijftien jaar moesten wachten op dit proces. Velen waren bang dat de oud-president vrijuit zou gaan. Guinee kent een lange geschiedenis van politiek geweld, maar nooit eerder werd een leider daarvoor verantwoordelijk gehouden. Bovendien geldt Camara onder de Guinée forestière, de etnische groep waartoe hij behoort, nog altijd als een semi-god.

Zij vormen ook een belangrijke kiezersgroep. Toen NRC voorafgaand aan het vonnis in juli met nabestaanden en hun advocaten sprak, zeiden velen om die reden al te vrezen voor gratie – mocht het tot een veroordeling komen. Guinee’s huidige leider Doumboya, aan de macht sinds een eigen coup in 2021, is de afgelopen maanden begonnen voor te sorteren op verkiezingen die mogelijk eind dit jaar zullen plaatsvinden.

In aanloop daar naartoe zijn kritische mediahuizen gesloten en ‘verdwenen’ twee bekende pro-democratie activisten, net als enkele journalisten. Een oppositiepoliticus, een van de weinigen die het land nog niet was ontvlucht, werd recent tot twee jaar cel veroordeeld voor smaad na zijn kritiek op het regime.


Lees ook

Gesloten media, verdwenen activisten – in Guinee voelt niemand zich veilig

Studio van Djoma FM, één van de populairste radiostations in Guinee, in een buitenwijk van hoofdstad Conakry. Op 22 mei werd hun licentie plots geschrapt.

Camara’s gratie, niet lang nadat Guinee’s premier deelde dat presidentsverkiezingen „nog dit jaar” zullen plaatsvinden, is daar moeilijk los van te zien. Diens veroordeling had veel kwaad bloed gezet onder de forestière-gemeenschap. Onduidelijk is in ieder geval op basis van welke „gezondheidsklachten” is besloten de oud-juntaleider vrij te laten. Tijdens het proces oogde hij getergd, bij vlagen woest, maar ook fit.

Eerder deze week leek Doumbouya de slachtoffers en nabestaanden van ‘28 september’ juist tegemoet te komen. Per decreet kondigde hij aan dat de regering hen de compensatie zou betalen die de rechtbank Camara en de zeven anderen veroordeelden had opgelegd. Daarbij gaat het om bedragen oplopend van omgerekend 20 duizend euro tot 150 duizend euro, onder meer voor medische hulp. In totaal gaat het om enkele honderden mensen.