Oud-premier Khan verliest confrontatie met leger Pakistan

Veroordeling Een celstraf wegens corruptie blokkeert de deelname aan de verkiezingen door de afgezette Pakistaanse premier Imran Khan.

Oud-premier Imran Khan tijdens een interview in maart van dit jaar.
Oud-premier Imran Khan tijdens een interview in maart van dit jaar. Foto Akhtar Soomro / Reuters

Oud-cricketer, populair politicus – en nu gevangene in een cel. De Pakistaanse oud-premier Imran Khan werd zaterdag tot drie jaar veroordeeld in een corruptiezaak over het frauduleus registreren en doorverkopen van buitenlandse cadeaus. Door de veroordeling, door een rechtbank in de hoofdstad Islamabad, is hij uitgesloten van verkiezingsdeelname.

Het is de voorlopige uitkomst in de confrontatie die Khan, vorig jaar weggestuurd als premier, zocht met de huidige machthebbers. Volgens hem spant zijn vervanger Shehbaz Sharif tegen hem samen met de legertop, die achter de schermen veel politieke macht heeft in Pakistan.

Khan ontkent schuld in de giften-zaak, zijn advocaat noemde de veroordeling „een politieke afrekening.” Een woordvoerder van de regering reageerde scherp: „De zaak heeft een jaar geduurd. Khan had in veertig zittingen de kans zich te verdedigen, maar kwam slechts drie keer opdragen.”

Politici gediskwalificeerd

De uitspraak van zaterdag werd door velen verwacht. Dat beaamt ook Uzair Younus, analist van de Pakistaanse politiek voor de Atlantic Council. „De tragiek is dat er keer op keer politici worden gediskwalificeerd in Pakistan, maar niet door het electoraat. Elke keer dat juridisch wordt ingegrepen – en vaak gebeurt dat ook nog op zeer zwakke gronden – wordt onze democratie verzwakt. Het is slecht als aansprekende politici zo worden gedwarsboomd, of het nou Imran Khan is, of een ander.” Het is als een „draaiboek”, aldus de analist, waarmee politici buitenspel worden gezet.

In een vooraf opgenomen video riep Khan mensen op vreedzaam te demonstreren tegen zijn veroordeling. Dat had echter minder effect dan bij zijn eerste arrestatie dit jaar. Op 9 mei, toen de 70-jarige zich bij het gerechtshof in Islamabad kwam melden voor een andere rechtszaak, werd hij door honderd paramilitairen opgewacht en meegenomen. „Kidnapping”, volgens zijn partij Pakistan Tehreek-e-Insaf (PTI). Het hooggerechtshof oordeelde twee dagen later dat de arrestatie ongegrond was geweest, en Khan kwam vrij.

Zijn supporters, vooral onder de jonge stedelijke bevolking, waren toen al in grote woede ontstoken. Het protest escaleerde tot grootschalige rellen die enkele dagen aanhielden. Een mensenmassa wist bijna het militair hoofdkwartier in Lahore te bestormen, mogelijk opgejut door Khans aanhoudende zware kritiek op en vingerwijzen naar het leger. Terwijl hij bij zijn eigen uitverkiezing in 2018 leunde op steun van het Pakistaanse leger, presenteert de voormalige cricketer zich sinds zijn afzetting als ‘anti-establishment’.

De regering greep die „zwarte dagen” aan om met volle repressie tegen de PTI te kunnen optreden. Sindsdien zijn duizenden partijleden in het land opgepakt, geïntimideerd en soms gemarteld. De anti-terreureenheid arresteerde de partijvoorzitter en andere vertrouwelingen, die mogelijk in militaire rechtbanken worden berecht, waar ze weinig ruimte krijgen om zich te verdedigen. Media mochten niet meer berichten over Khans uitspraken. Volgens Khan wil de legerleiding de PTI helemaal ontmantelen.

Leegloop in Khans partij

Zijn partij lijkt in ieder geval het onderspit te delven in Khans zelfgekozen strijd. Vele prominenten kwamen tot de conclusie dat de volksliefde in de straten niet opgewassen zal zijn tegen het staatsapparaat. De afgelopen weken is sprake van een ware leegloop: onder meer Khans ex-ministers van Defensie, Financiën, Informatie en Transport verlieten de partij.

En nu zit Khan vast, als hoofdprijs. Hij werd zaterdag overgebracht naar een gevangenis in Islamabad. Het partijbestuur ging direct in hoger beroep. De behandeling ervan kan nog maanden duren. Door zijn veroordeling mag hij de komende vijf jaar – dus langer dan de celstraf zelf – geen politiek rol meer spelen. Daarmee is verkiesbaarheid in de landelijke verkiezingen vrijwel uitgesloten. De verkiezingscommissie verklaarde onlangs dat de volgende stembusgang in november kan plaatsvinden, al staat de datum nog niet vast.