Opnieuw vertraging bij wietproef


Legalisering Deelnemende cannabistelers stuiten op problemen, zoals het openen van een bankrekening en hogere energieprijzen.

Een zakje wiet gemaakt in coffeeshop Zero Zero in Alkmaar.
Een zakje wiet gemaakt in coffeeshop Zero Zero in Alkmaar.

Foto Marcel van den Bergh

Het kabinet wil begin volgend jaar een zogenoemd wietexperiment invoeren, maar deelnemende cannabistelers zeggen dat dat niet haalbaar is. Dat blijkt uit een brief die negen van de tien deelnemende telers aan minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) en minister Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid), VVD) hebben gestuurd, en uit gesprekken met direct betrokkenen.

Afgelopen maart stelden de ministers het experiment, dat al in 2021 had moeten beginnen, uit naar het tweede kwartaal van 2023. De telers vinden die inschatting niet reëel en denken dat het in ieder geval nog tot het vierde kwartaal van 2023 zal duren.

Deze maand is het vijf jaar geleden dat het wietexperiment in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte werd opgenomen. Met de proef wil de overheid testen of wiet in Nederland gelegaliseerd kan worden. Het doel van het experiment is om de verkoop van wiet te reguleren, zodat de illegale aanvoer van cannabis via de achterdeur van coffeeshops verdwijnt. Nu is er een gedoogbeleid: cannabis kopen en verkopen in coffeeshops mag, maar het telen en verkopen aan coffeeshops mag niet. Als het experiment begint, gaan tien geselecteerde telers vier jaar lang legaal cannabis kweken voor coffeeshops in tien Nederlandse gemeenten: Arnhem, Almere, Breda, Groningen, Heerlen, Hellevoetsluis, Maastricht, Nijmegen, Tilburg en Zaanstad.

Maar problemen die eerder al voor vertraging zorgden, zijn nog niet opgelost. Zo is het een deel van de telers nog niet gelukt om een bankrekening te openen. In hun brief roepen de telers de ministers op om daarmee te helpen. Die oproep hadden ze eerder ook al gedaan.

De telers schrijven ook over nieuwe problemen waar ze tegenaan lopen, zoals de hoge energieprijzen en de gestegen prijzen en lange levertijden van bouwmaterialen. Ook ervaren ze problemen met het track&trace-systeem dat de overheid voor het experiment in het leven heeft geroepen. Daarin moeten telers bijvoorbeeld registreren hoeveel ze produceren en aan welke coffeeshops ze verkopen.

De brief die NRC inzag, werd afgelopen juni naar Kuipers en Yesilgöz verstuurd. Telers zeggen tegen NRC regie van de overheid te missen en willen graag meer geholpen worden waar dat kan. De overheid zou vooral bezig zijn zich star aan de spelregels van het experiment te houden.


Lees ook: ‘Ik ken werkelijk niemand die nog nooit een jointje heeft geprobeerd’

In een reactie aan NRC schrijven het ministerie van Volksgezondheid (VWS) en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) dat zij samen met het ministerie van Financiën in gesprek zijn met telers en een bank over het verstrekken van bankrekeningen. Dat biedt volgens VWS en JenV echter niet de garantie dat deze telers ook daadwerkelijk een bankrekening krijgen. De ministeries schrijven ook dat ze kritiek op het track&trace-systeem niet delen. Een gebruikerstest zou hebben aangetoond dat het systeem „werkt en toegankelijk is”.

In december informeren ze de Tweede Kamer over de verdere planning van het experiment. Dan wordt ook beoordeeld of het inderdaad verder uitgesteld moet worden of al eerder kan beginnen. Verder laten VWS en JenV weten dat ze zich „waar mogelijk flexibel en pro-actief” opstellen. Maar ook dat ze niet kunnen afwijken van de spelregels van het experiment, omdat deze zijn vastgelegd in wet- en regelgeving.