In Berlijn zijn zondag zo’n 160.000 Duitsers de straat opgegaan om te protesteren tegen de verschuiving naar radicaal-rechts in de Duitse politiek. Volgens de organisatie van het protest waren er zelfs meer dan 200.000 mensen. Ook in andere grote steden als Hamburg, München en Keulen kwamen demonstranten massaal bijeen, zo melden internationale persbureaus, om te protesteren tegen een samenwerking tussen de grote christendemocratische partij CDU/CSU en de uiterst rechtse partij Alternative für Deutschland (AfD).
Het is niet de eerste keer dat Duitsers de straat op gaan uit boosheid tegen de ruk naar radicaal-rechts en de steun voor de AfD. De protesten van dit weekend volgen op een wetsvoorstel om immigratie in Duitsland te beperken, waarvoor de leider van de CDU/CSU steun zocht bij de AfD.
Op een van de spandoeken van de demonstranten in Berlijn was te lezen: „Wij zijn de brandmuur, geen samenwerking met de AfD”. Die ‘brandmuur’ verwijst naar de ongeschreven regel dat grote Duitse politieke partijen niet samenwerken met uiterst rechtse of nationalistische partijen, zoals de AfD.
Protest tegen invloed AfD
Friedrich Merz, de leider van CDU/CSU en kanshebber om de volgende bondskanselier te worden, doorbrak deze week dat taboe door het wetsvoorstel over immigratie te presenteren, met steun van de AfD. Dit keer protesteren Duitsers daarom niet langer enkel tegen de AfD, maar nu ook tegen de gevestigde partij CDU/CSU.
Lees ook
Steun van AfD is voor CDU geen taboe meer
Het betreffende wetsvoorstel wil strengere regels voor gezinshereniging en voor het toelaten van immigranten aan de Duitse grens. Merz zegt met de wet een einde te willen maken aan misdrijven door mensen met een migratie-achtergrond. Vorige maand werden twee mensen doodgestoken, waarvoor een asielzoeker uit Afghanistan werd aangehouden. Volgens de huidige bondskanselier Olaf Scholz en de linkse partij De Groenen gaat een strenge immigratiewet dat soort incidenten niet tegen, en is de wet in strijd met Europese regelgeving.
Merz behaalde afgelopen vrijdag geen meerderheid voor het wetsvoorstel omdat ook leden van zijn eigen partij tegen stemden. Maar de woensdag ervoor werd wel een motie aangenomen over strenger asielbeleid, waarvoor de AfD ook steun gaf.
Lees ook
De Groenen hebben de jeugd verloren, linkse studenten zoeken een alternatief
Foto Christian Mang / ReutersFoto Annegret Hilse / ReutersFoto Annegret Hilse / ReutersFoto Annegret Hilse / ReutersFoto Hannes P. Albert / DPA via AP
In 2028 wordt voor het eerst een Oscar voor het beste stuntwerk uitgereikt. The Academy telt bijna 10.000 filmprofessionals die voor die Oscar mogen stemmen, zo’n honderd daarvan zijn stuntmensen of -coördinators. Er wordt al heel lang aangedrongen op een stunt-Oscar, een nieuwe innovatie na de Oscar voor beste casting in 2026.
Stuntmensen doen het zware, gevaarlijke werk op de filmset, maar stunt doubles zijn anoniem in volledige zichtbaarheid: de ster strijkt met de eer. Dat leidt tot enig latent schuldgevoel: recentelijk zette Hollywood stuntlieden in het zonnetje in Tarantino’s Once Upon a Time in Hollywood, waar Brad Pitt als stunt double Cliff Booth de echte held is, en in Ryan Goslings actiefilm The Fall Guy, een nostalgische ode aan de analoge stuntman die altijd opdraait voor de rotzooi die de ster aanricht.
Vijf filmklassiekers die om hun stuntwerk een Oscar hadden verdiend:
1. ‘Steamboat Bill Jr’, 1928
Jackie Chan, Tom Cruise – er zijn filmsterren die veel stunts doen, maar vaak betreft dat bluf of overdrijving; studio’s kunnen zich een geblesseerde filmster niet veroorloven, laat staan een dode. Dat was ook al zo toen Harold Lloyd in 1923 een gebouw van twaalf verdiepingen ‘echt’ zou hebben beklommen in het nog altijd enerverende Safety Last!. Die film leunde vooral op trucage met perspectief, en werd het serieus gevaarlijk, dan nam stuntman Harvey Parry het over, zo maakt hij na Lloyds dood in 1971 bekend.
Harold Lloyd was overigens best een waaghals, maar de grootste stuntman-filmster van de stille film is Buster Keaton, die in het vaudeville naam maakte als ‘de menselijke dweil’ – hij liet emotieloos de vloer met zich aanvegen – en bijna al zijn stunts zelf deed omdat ze anders niet geloofwaardig waren, dacht hij. Zijn beroemdste stunt komt uit Steamboat Bill Jr., waar een gevel over hem heen valt. Daarbij kwam geen acrobatiek kijken: Keaton moest gewoon stil op een kruisje blijven staan. Maar wel met veel risico: de gevel woog zo’n vijfhonderd kilo, en het luisterde nauw.
2. ‘Ben-Hur’, 1959
De western bood veel stuntlieden emplooi: in Hollywood moest je met paarden kunnen opgaan. Maar de meest extravagante paardenscène ooit is de wagenrace in het klassieke spektakel Ben-Hur met het toen grootste filmbudget ooit: ruim 15 miljoen dollar. Hoeven daverden, wagens kantelden en sleurden menners tientallen meters door het zand. Het is niet waar dat een stuntman om het leven kwam, en dat dit in de doofpot zou zijn gegaan terwijl het incident wel de film haalde – dat gebeurde in een versie van Ben-Hur uit 1925. Bij de opname van de wagenrace was behalve Sergio Leone als assistent-regisseur Hollywoods paardenstuntlegende Yakima Canutt betrokken. In John Waynes’ Stagecoachspringt Canutt als Apachekrijger van zijn eigen paard op een koetspaard en wordt neergeschoten, meegesleurd en door de koets overreden.
3. ‘The French Connection’, 1971
De auto zie je vaker in stuntwerk dan treinen of vliegtuigen. Ze komen overal, en iedereen kan ze besturen. Steve McQueens Bullitging in 1968 de boeken in als de eerste echte moderne auto-achtervolging, nadien werd er op veel grotere schaal gebotst en gekanteld en ontploft, maar qua zweterige adrenaline en authenticiteit haalt niets het bij The French Connection (1971), waarin Gene Hackman als inspecteur ‘Popeye’ Doyle in Brooklyn een bovengrondse metro tracht bij te houden. Een adembenemende race, vaak dwars tegen het verkeer in, door regisseur William Friedkin veelal in ‘guerrilastijl’ gefilmd zonder de benodigde vergunningen, maar met hulp van omgekochte agenten. Er waren echte, ongeplande botsingen, die haalden soms ook de film. Gene Hackman zat verbazend veel achter het stuur. En Friedkins grootste innovatie was een camera op de motorkap voor adembenemende point-of-view-shots.
4. ‘The Matrix’, 1999
Een stuntman moet vechten. Hollywoods lompe knokken en saloongevechten kreeg eind jaren zestig een shot elegantie en acrobatiek met de komst van oosterse gevechtssport en Aziatische actiesterren als Bruce Lee en Jackie Chan. Uit Hongkong kwam bovendien wuxia, met vechtersbazen aan onzichtbare draden (wire fu) die de zwaartekracht volledig negeerden. The Matrix bracht in 1999 die Aziatische innovaties verbluffend samen met digitale en visuele trucage zoals ‘bullet time’, waarbij met talloze mini-camera’s helden – of kogels – tijdens een actie konden versnellen, vertragen of in de lucht bevriezen. Voor de choreografie werd specialist Yuen Woo-ping uit Hong Kong ingevlogen, die een jaar later ook met Ang Lee aan Crouching Tiger, Hidden Dragon werkte, die wuxia definitief salonfähig maakte in het Westen.
5. ‘RRR’, 2022
The Academy illustreerde het bericht dat er een Oscar voor stuntwerk komt met plaatjes van Tom Cruise én van S.S. Rajamouli’s Hindi-spektakel RRR. Qua stunts en trucage is Hollywood het epicentrum, maar hoe lang nog? Het anti-koloniale epos annex bromance RRR, te vinden op Netflix, blies Hollywood in 2022 qua stunts uit het water. Een kwestie van schaal: zie de beginscène waar Ram, dan nog koloniaal officier, in z’n eentje en gewapend met slechts een knuppel een arrestatie verricht in een menigte van enkele duizenden opstandelingen. RRR voelt aardser en fysieker dan Hollywood onthechte superheldenfilms, munt uit in acrobatiek – zelfs dansen wordt stuntwerk –, choreografie en integratie van digitale trucage met stunts: zie een junglegevecht met een wolf en een tijger. De eeuw van de Amerikaanse stuntman loopt wellicht ten einde.
De huidige advocaat van Ridouan Taghi, Vito Shukrula, blijft zeker twee weken langer in voorarrest. Dat heeft de rechter-commissaris besloten. De advocaat werd vrijdagmiddag voorgeleid, een dag eerder was hij aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de criminele organisatie van zijn cliënt. Sindsdien zit de 36-jarige Shukrula vast: hij mag alleen contact hebben met zijn eigen advocaat.
De toezichthouder op de advocatuur, de deken van de Orde van Advocaten, dient „op zeer korte termijn” een verzoek in om Shukrula te schorsen als advocaat. Dat heeft een woordvoerder van de deken bevestigd aan NRC. Het gaat om een standaardprocedure wanneer een advocaat in voorarrest is.
Het strafrechtelijk onderzoek naar Shukrula begon in december, na een ambtsbericht van de AIVD. Volgens het Openbaar Ministerie meldde de veiligheidsdienst dat de advocaat berichten van Taghi vanuit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught zou hebben doorgespeeld aan leden van diens criminele netwerk. De politie heeft de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar deze verdenkingen.
Shukrula is inmiddels de derde advocaat van Taghi die beschuldigd is van lidmaatschap van een criminele organisatie. In 2023 werd Taghi’s neef en advocaat Youssef T. veroordeeld tot vijfenhalf jaar cel. Ook voormalig advocaat Inez Weski wordt verdacht van lidmaatschap van een criminele organisatie. Haar strafzaak loopt nog.
Lees ook
Binnen de advocatuur weten ze nu: als je Taghi verdedigt dan ‘kruipt de AIVD in je telefoon’
Er moeten érgens regels en afspraken zijn, aldus Micha Wertheim (52). Wat er gebeurt als níéts de boel bij elkaar houdt? „Daar kan je geen vóórstelling van maken.”
Daar heeft Wertheim een voorstelling over gemaakt met Nergens anders, het vierde deel in zijn Anders-reeks. Ergens anders, Iemand anders en Niemand anders waren voorstellingen waarbij de titel vrij letterlijk genomen moest worden. Sommige bezoekers vonden de brutale provocatie die ze zagen een geniale grap, anderen vonden het oplichterij. Wertheim zou zijn publiek bijvoorbeeld maximaal hebben uitgedaagd door zelf afwezig te blijven (Ergens anders).
Dat was echter niet wat deze voorstellingen bijzonder maakten. Publiek provoceren is meestal saai en bovendien heel makkelijk. Opwindend aan de Anders-voorstellingen waren de pogingen om publiek op nieuwe manieren te laten kijken naar feit en fictie. De veronderstelde provocaties waren daar ondergeschikt aan.
Nergens anders is te zien als epiloog, in zekere zin als rectificatie, van zijn voorgangers. Lang dacht Wertheim dat de werkelijkheid de plaats was voor duidelijkheid. Bepaald niet altijd prettig, dus moest het theater dienen als zalige tegenwereld waarin je grenzeloos kon verdwijnen in waanzin en gekte, zoals hij demonstreerde in de eerdere Anders-voorstellingen. Er is echter wat veranderd voor Wertheim: de werkelijkheid blijkt veel gekker en willekeuriger geworden dan theater óóit zijn kan. Om nog onderscheid te kunnen maken moet theater noodgedwongen de plaats worden voor regels en grenzen. Voor regie over de gekte: „Dat kan nérgens anders.”
Achteraf begrijpen
Dus regisseert Wertheim de gekte vólledig in het minutieus gescripte Nergens anders. Vermakelijk of leuk is het resultaat niet altijd, want de voorstelling laat zich grotendeels pas achteraf begrijpen. Vergelijk het met een vakantie: een trip door Zuid-Frankrijk is leuk, maar is dat ook de goede omschrijving voor een reis door Irak? Vermoedelijk niet, maar zo’n reis kan wel veel interessanter zijn.
Gedachten werken niet lineair en zijn meestal pas achteraf te verklaren, is een van de uitgangspunten die Wertheim ver doorvoert. Dus zien we eerst een op dat moment nog vooral curieuze huilbui van Wertheim of een woede-uitbarsting richting publiek. Later krijgen deze emoties pas betekenissen en verklaringen.
Dit is een harde regel die Wertheim oplegt en die meteen duidelijk is: als publiek ben je ertoe veroordeeld traag van begrip te zijn. Deze vormkeuze is bijzonder functioneel. Aangenaam niet altijd, maar de vorm dwingt wel tot een soort diepe concentratie. Voortdurend heb je het gevoel op het punt te staan iets heel belangrijks te weten te komen. Dat is frustrerend, maar ook enerverend.
Micha Wertheim in ‘Nergens anders’.
Foto Gijsbert van der Wal
Uiteindelijk blijken Wertheims gevoelens dat we in een eindtijd terecht zijn gekomen veroorzaker van zijn diepe somberheid. De situatie in Israël en zijn Joodse achtergrond spelen een grote rol, maar ook zijn angst dat de grens tussen fantasie en werkelijkheid helemaal is weggevallen. Nergens anders gaat over de diep menselijke neigingen om een plek te willen hebben voor fantasie, maar óók voor controle. Als beide op hetzelfde terrein moeten plaatsvinden omdat de werkelijkheid zelf geen zekerheden meer biedt, blijkt dat erg ongezond.
Woordeloos
Wertheim zoekt houvast door zich wanhopig vast te klampen aan een script. Er is geen enkele ruimte voor improvisatie, ook niet tijdens inventief georganiseerd tegenspel van publiek. Dit blijkt geen bestendige basis voor zowel controle als fantasie. Als er zogenaamd wat onverwachts gebeurt, is Wertheim beide dírect kwijt: „Zo kan ik niet spelen!”, schreeuwt een leuk acterende Wertheim vervolgens.
‘Nergens anders’ gaat over de diep menselijke neigingen om een plek te willen hebben voor fantasie, maar óók voor controle
Het is verstandig om niet aan alle gedachten en verhalen evenveel betekenis toe te kennen, blijkt uit Nergens anders. Verhalen zijn als vlaggen: ze kunnen belangrijk zijn, maar ook uitsluitingsmechanismen en een agressieve daad. Woorden zijn een gevaarlijke sleutel voor wie op zoek is naar contact en waarheid.
Het mooiste moment in de voorstelling is dan ook woordeloos. Weggestopt in wat ironisch wordt aangekondigd als een intermezzo, maken een aantal mensen uit het publiek samen met Wertheim ontroerend contact met elkaar middels een soort organische bewegingsdans op elektronische, dromerige en repetitieve beats. Een betovering gebeurt altijd precies op het moment dat je even de andere kant op dreigt te kijken.