Met een mogelijk verbod op medemenselijkheid bereikte de Tweede Kamer vorige week een nieuwe dieptepunt in de parlementaire geschiedenis. Het ging om een amendement op de asielwetsvoorstellen van voormalig minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) aangenomen door een Kamermeerderheid op dinsdag 1 juli.
Het gebruik van een schrikbeeld voor de vreemdeling is een oude truc om de buitenstaander bij voorbaat van alles de schuld te geven en deze zodoende letterlijk buiten de deur te houden. Tot zover niets nieuws onder de zon. Dat veranderde onlangs in de Tweede Kamer. Bij de stemming over de asielwetsvoorstellen van oud-minister Faber, werd een amendement in stemming gebracht over het strafbaar stellen van illegaal verblijf. Dat amendement werd tot verbazing van velen aangenomen. Er waren eenvoudigweg te veel Kamerleden afwezig die anders tegen zouden hebben gestemd.
Afschrikwekkende werking
De strekking van het aangenomen amendement drong pas geleidelijk aan door. In dit veranderingsvoorstel staat niet alleen dat illegaal verblijf strafbaar is, maar bovendien dat het strafbare feit wordt gekwalificeerd als een misdrijf en niet als een overtreding. En dat betekent dat er ook vormen van medeplichtigheid mogelijk zijn aan dit misdrijf. Dat strafbare medeplegen is dan het opzettelijk hulp verlenen aan een vreemdeling om het onrechtmatig verblijf in Nederland te faciliteren, zoals het bieden van onderdak. De hulpverlener moet gestraft worden en dat zou een zo afschrikwekkende werking hebben op de betrokken vreemdelingen dat zij vertrekken.
Onderzoek naar alle pogingen in de laatste decennia om illegaal verblijf strafbaar te stellen laat zien dat het ineffectief is en een hoop administratieve rompslomp met zich meebrengt. Het is vergelijkbaar met het strafbaar stellen van het stoppen op de vluchtstrook. Het betreffend artikel in de wegenverkeerswet stelt dat het verboden is om ongeoorloofd stil te staan op de vluchtstrook van een autosnelweg. Daar staat echter bij: tenzij er sprake is van een noodgeval. En dat laatste ontbreekt nu juist in het amendement. Sterker nog, er staat in de toelichting op dat amendement dat degene die hulp verstrekt aan degene die op de vluchtstrook stil staat, ook strafbaar is.
Mensenrechten gelden slechts voor degenen die al lid zijn van de club
Iedereen die helpt is dus strafbaar. Variërend van een vriendelijk woord, tot een gift of een bed voor de nacht. Allemaal handelingen die als strafbare feiten moeten worden aangemerkt. Het betekent onder meer dat alle gemeenten die in Nederland opvang faciliteren voor daklozen, strafbaar zouden zijn. Sommige daklozen hebben immers geen verblijfstatus. En het zou erg ongeloofwaardig zijn als gemeenten zich zouden verweren met het argument: dat wist ik niet. Bijkomend probleem is overigens dat overheden niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor het uitvoeren van een overheidstaak zoals het bieden van daklozenopvang.
En al die overige organisaties die hun deuren hebben open gezet? Om letterlijk de helpende hand te bieden aan degenen die tussen wal en schip geraken. Heilige boeken staan vol van het goede doen „voor de minste der mijnen”, als een goddelijk gebod. Die moeten daar allemaal mee stoppen? Bespottelijk.
Of een dokter zoals de Rotterdamse straatarts Michelle van Tongerloo die structureel eerste hulp verleent aan de minstbedeelden in onze samenleving. Die zou ook moeten worden gestraft. Gestraft? Dokter Van Tongerloo verdient een standbeeld.
Lees ook
‘Buiten de lijntjes kleuren is gevaarlijk’, merkte straatarts Van Tongerloo toen ze dakloze mensen ging helpen
Alle commentaren en adviezen die zijn geleverd op de beide wetsvoorstellen zijn samen te vatten als: doe dit niet. Vooral het advies van de Raad van State was zonneklaar: „niet indienen”. Maar in plaats van deze adviezen serieus te nemen – zoals dat in een parlementaire democratie zou moeten – werden alle adviezen aan de kant geschoven. Niet omdat die adviezen slecht waren, maar omdat veel partijen nu een kans zagen om zich te profileren op het gebied van asiel: het terrein bij uitstek waar de zondebok voor alle problemen snel gevonden is.
De zwakkere
Een samenleving is gebaseerd op het samen doen. En dat betekent onder meer dat de zwakkere in die samenleving zich beschermd weet. De allereerste bepaling van onze Grondwet stelt niet voor niets: „De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat”. Dat uitgangspunt staat nu bij het grofvuil. Het betekent dat mensenrechten slechts beschikbaar zijn voor degenen die al lid zijn van de club. Het creëert daarmee een principieel onderscheid tussen wij en zij; tussen degenen die de vereiste stempels hebben en degenen die dat om wat voor reden niet hebben. En dat is in tegenspraak met artikel 1 van onze Grondwet: „Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.”
Maar bovenal: het bestraft elke vorm van medemenselijkheid. En dat kan slechts voortkomen uit een enorm superioriteitsgevoel of een ongehoorde domheid. Ik weet niet wat erger is.
