‘Het medicijn van uw zoon is niet leverbaar en het zal naar verwachting minstens 10 weken duren voordat deze weer op voorraad zijn”, aldus onze apotheek.
Het bericht waar ik al maanden voor vreesde, overrompelde me toch. Ik was op de hoogte van het recordaantal medicijntekorten in dit land – een tekort aan 2.292 geneesmiddelen waar zo’n 5 van de 13 miljoen medicijngebruikers in Nederland momenteel mee geconfronteerd worden – maar dacht desalniettemin dat het ons vast niet zou overkomen. Een typisch gevalletje wishful thinking, maar ook, toegegeven, een tikkeltje ongeloof dat deze praktijken in Nederland, geroemd om de kwaliteit én toegankelijkheid van zorg, daadwerkelijk voorkomen.
We deden wat zoveel anderen voor ons ook al hadden gedaan. We namen contact op met onze behandelaar om alternatieven door te nemen. Dat alternatieve plan behelsde een compleet ander medicijnregime: van twee pillen enkel in de ochtend tot driemaal daags toedienen van vier pilletjes in totaal. Gestuntel met pillenhouders met ingebouwde mesjes om pillen zonder breekpunt te kunnen halveren waren aan de orde van de dag. Vervelend, maar wel uitvoerbaar nu we als gezin veel samen waren door de zomervakantie.
Naarmate het nieuwe schooljaar in zicht kwam, begon het aan me te knagen. Pillendoosjes die mee zouden moeten in de schooltas, leerkrachten die met hun beste bedoelingen timers zetten en in de klas de medicatie zouden moeten toedienen, maar doorslaggevender, een kind dat hierdoor zienderogen pillen-moe werd.
Bellen, heel veel bellen, naar de paar apotheken in ons land die zelf nog medicatie bereiden, naar apotheken die werden bediend door andere groothandels dan de onze. Met succes. We betaalden zelf voor de medicatie, maar we bemachtigden dat gewilde potje pillen nog net voor aanvang van het begin van het schooljaar.
Geneesmiddelen voor hartkwalen en ernstige benauwdheid
Het voorval bracht me tot wankelen. Het Nederlandse zorgstelsel weet als een van de beste ter wereld te balanceren tussen betaalbaarheid en het leveren van kwalitatieve goede gezondheidszorg. Wat zag ik hier over het hoofd? Hoe kon er een situatie ontstaan waarbij onder meer antibiotica voor kinderen, psychiatrische medicatie en geneesmiddelen voor hartkwalen en ernstige benauwdheid zo slecht verkrijgbaar zijn? Dat sommige mensen stad en land doorkruisen op zoek naar apotheken die nog iets kunnen leveren. Dat zo’n 20 procent van alle zogeheten medicatie-incidenten – een patiënt neemt de verkeerde (dosis) medicatie – momenteel toegeschreven kan worden aan de huidige tekorten. Er worden simpelweg veel meer fouten gemaakt bij het abrupt overstappen op een alternatief medicijnplan. Dat zorgverleners, met name huisartsen en apothekers, dagelijks veel tijd kwijt zijn aan overleg, medicijninstructies met de patiënt doorspreken en soms zelf maar zoeken naar een alternatief geschikt medicijn omdat de apotheek vaker wel dan niet overbelast is.
Lees ook
Ernstig tekort aan kankermedicijn dwingt tot verandering in behandelingen
Om de situatie te begrijpen, moeten we eerst terug naar de basis. In 2006 werd de Ziekenfondswet vervangen door de Zorgverzekeringswet, toen werd een zorgverzekering bij een zorgverzekeraar naar eigen keuze verplicht. Zorgverzekeraars, die uitdrukkelijk geen winstoogmerk hebben, concurreren daardoor met elkaar om zieltjes. Tijdens het meest recente overstapseizoen zijn zo’n 7,4 procent van de verzekerden overgestapt naar een andere zorgverzekeraar, wat het één na hoogste overstappercentage is sinds 2006. Het hoogste percentage, 8.2 procent, werd het jaar daarvoor genoteerd. De hoogte van de premie is de primaire reden om in zee te gaan met een nieuwe zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar kan een zo laag mogelijke premie aanbieden door zorgkosten met militaire precisie te monitoren: geen onnodige dure behandelingen en liever een dag minder ziekenhuisopname.
Solidariteitsprincipe
Die strategie komt ons, verplicht verzekerden, overigens niet slecht uit. Het solidariteitsprincipe, waar ons zorgverzekeringsstelsel op stoelt, stelt een zorgverzekeraar in staat om bovengemiddelde zorgkosten te vergoeden voor ouderen in de samenleving omdat, in de regel jonge, gezonde mensen gemiddeld gezien veel minder zorg verlangen. Dan is het wel zo solidair als daar niet een torenhoge premie tegenover staat.
Deze focus op uitgavenbeheersing pakt uit zoals gehoopt. Nederland heeft relatief lage zorgkosten (let wel, we hebben het hier over de curatieve zorg. De kosten voor langdurige zorg zijn hier juist zeer hoog). De aanpak lijkt ook niet ten koste te gaan van de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg. Nederland scoort op alle onderzochte gezondheidsindicatoren – denk bijvoorbeeld aan veilige eerstelijnszorg uitgedrukt in het aantal voorgeschreven antibiotica, het aantal te voorkomen sterftegevallen, of effectieve screening uitgedrukt in het percentage vrouwen dat recent een mammografie kreeg – net zo goed als de overige OECD-landen, de club van rijke landen. Vaker zelfs veel beter.
Goedkope merkloze geneesmiddelen
Lijkt. Want de beschikbaarheid van medicijnen laat iets heel anders zien. Zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor de inkoop van medicatie die met een recept van een zorgverlener bij de apotheek te halen is. Zoals het een goed efficiënt draaiende machine betaamt die erop gebrand is om volgend jaar nog meer verzekerden welkom te heten, kopen zij voornamelijk generieke medicatie in. Goedkope merkloze geneesmiddelen, doorgaans geproduceerd door Aziatische fabrikanten, vormen 79 procent van alle verstrekte medicatie in Nederland. Zorgverzekeraars zien er op toe dat apothekers geneesmiddelenprijzen hanteren in lijn met de strikte Wet geneesmiddelenprijzen.
Zorgverzekeraars introduceerden ook een preferentiebeleid. Per generiek medicijn stelt de zorgverzekeraar zich hierbij op als aannemer en beoordeelt alle potentiële medicijnfabrikanten via een aanbesteding om vervolgens met één van de producenten in zee te gaan. Medicijngebruikers krijgen enkel en alleen het medicijn vergoed van deze voorkeursfabrikant.
Hormoonspiraaltje
Dat het preferentiebeleid soms dramatisch uitpakt, lijkt de zorgverzekeraar niets te deren. Laat ik een voorbeeld geven van het spiraaltje. Huisarts Jojanneke Kant, beter bekend als @devragendokter op Instagram, wees me er op. Voor ingewijden zal het hormoonspiraaltje synoniem staan met de Mirena. Nu is er een goedkoper alternatief: de Levosert, die door sommige verzekeraars daarom als voorkeursmiddel is bestempeld.
Huisartsen plaatsen echter al vijftien jaar Mirena-spiraaltjes en hebben geen scholing gehad om de Levosert te plaatsen. Het gevolg: verzekerden die aangewezen zijn op de Levosert moeten voor plaatsing nu uitwijken naar de gynaecoloog, en hun eigen risico aanspreken. Kostenbesparing voor de zorgverzekeraar: de Levosert is per stuk 17 eurocent goedkoper dan de Mirena. Een échte kostenbesparing zou het natuurlijk zijn als de verzekerde gewoon een Mirena door haar huisarts kan laten plaatsen.
Het preferentie- beleid heeft ons zeer kwetsbaar gemaakt
Zorgverzekeraars liggen niet wakker van mopperende huisartsen en apothekers, maar wat ze zich inmiddels wel zouden moeten aantrekken is dat de toegankelijkheid van essentiële medicatie op het spel staat. In hun drift naar kostenbesparing hebben zorgverzekeraars na de introductie van het preferentiebeleid met succes de medicijnprijzen met zo’n 20 procent weten te verlagen, terwijl diezelfde prijzen sinds de invoering van de Wet geneesmiddelen in 1997 al met zo’n 30 procent waren gedaald. De farmaceutische kosten per Nederlander behoren tot een van de laagste ter wereld. Dat is goed nieuws voor de hoogte van uw premie, maar slecht nieuws als u afhankelijk bent van medicatie.
Tien weken niet geleverd
Het preferentiebeleid heeft ons namelijk zeer kwetsbaar gemaakt. Wanneer alle zorgverzekeraars met een zeer beperkt aantal generieke medicijnfabrikanten in zee gaan, namelijk de goedkoopste, is uitwijken naar een alternatieve medicijnfabrikant zeer lastig te realiseren. Zelfs een voorkeursfabrikant, wanneer geconfronteerd met tijdelijke schaarste, levert als eerste aan landen waar de winstmarges stukken hoger zijn. U begrijpt, Nederland is dan pas als laatste aan de beurt. Met als direct gevolg: een medicijn dat bijvoorbeeld tien weken niet geleverd kan worden.
Alternatieve route
Natuurlijk ben ik blij met een aantrekkelijke zorgpremie, want toegegeven, die honderden euro’s die ik extra zou moeten betalen voor een zorgverzekering, zoals in Duitsland, zou ik voelen in mijn portemonnee. Maar zorgverzekeraars hebben ook de maatschappelijke rol te vervullen. Zorg moet toegankelijk zijn. Er zijn per direct enkele aanpassingen, mij ingefluisterd door apotheker Bart van den Bemt, die zorgverzekeraars zouden kunnen doorvoeren.
Lees ook
Ruim 1,6 miljoen patiënten geraakt door geneesmiddelentekort
Laat de apotheker in tijden van tekorten zelf inkopen doen tegen een vastgestelde (iets hogere) inkoopprijs. En voorkom dat iedereen bij dezelfde fabrikant zijn geneesmiddelen inkoopt. Dit zal leiden tot een diverser pallet aan fabrikanten die op de apothekersschappen zullen staan en meer flexibiliteit om productie- en distributieproblemen bij fabrikanten op te vangen.
Twee weken na dat bejubelde potje medicijnen kon ik via de gevonden alternatieve route voor nog eens drie maanden een voorraadje inslaan van de benodigde medicatie. Van de voorkeursfabrikant nog wel. Maar voor hoelang?