Opinie | Psychiaters, zie de rauwe werkelijkheid onder ogen

Collega-psychiater Joeri Tijdink stelde recent in NRC de vraag of alle aandacht voor euthanasie vanwege een psychische aandoening wel gezond is (19/3). Gezond voor wie, dacht ik meteen. Voor mensen met een euthanasiewens, die heel vaak nergens gehoor vinden, is het heel belangrijk en gezond dat ze zich hierover uitspreken. En het steunt hen als ze daarin erkenning vinden bij professionals. Dat het voor hulpverleners zoals psychiaters ongemakkelijk is, staat buiten kijf. De kern van ons vak is proberen wanhoop en lijden te behandelen en juist niet mee te gaan in een doodswens. Dat die mogelijkheid er nu wel is, heeft ons vak er niet gemakkelijker op gemaakt.

Als iemand verzoekt om euthanasie moeten we nu kiezen of het nog reëel en gerechtvaardigd is te gaan voor het leven, als dat leven ondanks jaren behandeling maar niet draaglijk te maken valt. Dat dat geen gemakkelijke keuze is, kan ik onmiddellijk beamen. De eerste keer dat ik in een gesprek met een patiënte niet meer probeerde lichtpuntjes te zoeken, maar de duisternis erkende, had ik het gevoel dat ik haar de dood in praatte. Maar zij gaf aan het als een verademing te ervaren dat ik niet aankwam met een dooie mus, met oplossingen die geen oplossingen waren. Dus het is geen gemakkelijke keuze, maar het doet patiënten wel recht.

Kracht geven

Minder aandacht lijkt me geen oplossing. Dat je mensen maar op slechte ideeën brengt vind ik een wonderlijke uitspraak. Dat werd vroeger ook gezegd over suïcide. Ondraaglijk lijden is genoeg om mensen te doen denken aan de dood als uitweg. Daar hebben ze aandacht in de media helemaal niet voor nodig. Er wél aandacht aan besteden en praten over gedachten aan suïcide of euthanasie kan juist de kracht geven toch verder te gaan. Maar het belangrijkste is, dat niet wíj als hulpverleners bepalen of erover gesproken moet worden, maar patiënten. Zíj willen erover spreken.

Het is inmiddels meer dan twintig jaar geleden dat de euthanasiewet werd aangenomen. Deze wet maakt het mogelijk voor artsen op verzoek euthanasie te verlenen. Inmiddels is bij 5 procent van alle overlijdens sprake van euthanasie, 8.720 keer in 2022 . 115 keer was dat euthanasie vanwege een psychische aandoening. Dat zou ik geen epidemie noemen.

Het wordt tijd dat we een omgang vinden met de vragen van patiënten, en dat we erkennen dat ook psychische aandoeningen ongeneeslijk kunnen zijn. Dat is niet euthanasie propageren of romantiseren. Integendeel, het is de rauwe werkelijkheid onder ogen zien dat er mensen zijn die door een psychische aandoening onvoorstelbaar erg en lang lijden en dat we daar soms niks aan kunnen doen. Ik propageer dat deze mensen ergens terecht kunnen, als ze overwegen hun leven op te geven om dat verschrikkelijke lijden te beëindigen. Ik vind wezenlijk van ons vak, dat we mensen serieus nemen, óók in vragen, die ons ongemakkelijk doen voelen. Romantiseren vind ik, als je denkt dat psychiatrie als enig medisch specialisme in staat is altijd de ondraaglijkheid van het lijden weg te nemen. Dat is een illusie, ook met meer geld voor de GGZ, of in een andere maatschappij, zonder wachtlijsten of meer ondersteuning.

Nergens gehoor

De rauwe werkelijkheid is ook, dat suïcide bij 1 procent van de mensen de doodsoorzaak is. Ongeveer 90 procent daarvan heeft een psychische aandoening. De kans op suïcide bij bepaalde psychische aandoeningen is 8-12 keer groter dan in de bevolking.

De rauwe werkelijkheid is ook, dat mensen met een psychische aandoening en een euthanasiewens vrijwel nergens gehoor vinden binnen de GGZ. Ze worden verwezen naar het Expertisecentrum Euthanasie, dat deze toestroom niet aankan met soms onmenselijk lange wachttijden als gevolg. Geneeskunde is soms genezen, vaak verlichten en altijd troosten. Aandacht voor euthanasie als laatste middel daarbij ook bij een psychische aandoening lijkt mij heel gezond.

Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon: 113, 0800-0113, www.113.nl.