In de kringloopwinkel zoek ik een tweedehands handmixer. Ik koop liever niets nieuws vanwege hergebruik en minder afval. Terwijl ik een exemplaar van vijf euro in de vitrine bekijk, komt de verkoopster naar me toe. Ze zegt vriendelijk: „Mag ik u een tip geven? Bij de Action kunt u voor vijf euro een splinternieuwe kopen!”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
„Ik wil een fatbike.” Al maanden hamert onze puberdochter bij ons op de noodzaak om haar stomme fiets in te ruilen voor een fatbike. Na weer een heftige discussie vraag ik me hardop af waarom ze dat ding niet gewoon een kinderbrommer noemen. Dat dekt veel beter de lading en klinkt een stuk minder cool. Ik zie haar gezicht betrekken.
Sindsdien noemen we thuis de fatbike steevast kinderbrommer en het lijkt te werken: de interesse van onze dochter om er zelf een te hebben is flink afgenomen. Ze heeft het er nauwelijks nog over.
Nadeel van deze aanpak: nu heeft ze haar zinnen op een scooter gezet.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Het aantal huishoudens in Nederland dat met energiearmoede leeft is vorig jaar flink opgelopen. In 2024 leefden zo’n 510.000 huishoudens (6,1 procent van alle huishoudens) met energiearmoede, 180.000 meer dan het jaar ervoor.
Vanwaar deze stijging? In 2022 en 2023, tijdens de energiecrisis, kregen veel huishoudens hulp van de overheid bij het betalen van hun energierekening, een energietoeslag en een prijsplafond. Die financiële steun viel weg na 2023, terwijl de energieprijzen nog steeds hoger zijn dan voor de energiecrisis.
Deze conclusies trekken onderzoekers van TNO in een donderdag gepubliceerde studie, gebaseerd op CBS-cijfers. TNO en het CBS houden de ontwikkeling in energiearmoede sinds 2019 bij. Het resultaat van 2024 is een voorlopige schatting, omdat nog niet alle cijfers over dat jaar binnen zijn.
Armoedecriterium
Wanneer is er volgens TNO en het CBS sprake van energie armoede? Als huishoudens een laag inkomen hebben in combinatie met woningen met een lage energetische kwaliteit. De onderzoekers noemen een inkomen laag als het huishouden maximaal 130 procent verdient van de ‘lage-inkomensgrens’, ofwel een besteedbaar inkomen tot 20.875 euro in 2024 voor een eenpersoonshuishouden. Met een lage energetische kwaliteit bedoelen ze een woning die bijvoorbeeld slecht is geïsoleerd. Woningen met een energielabel D of lager vallen in die categorie.
Tussen 2019 en 2023 nam het aandeel energiearme huishoudens gestaag af, van respectievelijk 8,6 procent naar 4 procent. Dat komt doordat de kwaliteit van de huizen sterk verbetert. In 2019 had nog ongeveer de helft van de huizen een laag energetische kwaliteit, in 2024 was dat min of meer een derde. Tegelijkertijd zijn de afgelopen jaren de inkomens gestegen.
Opvallend: nadat de gasmarkt op zijn kop kwam te staan toen Rusland Oekraïne binnenviel en Nederland in een energiecrisis raakte werd de energiearmoede in eerste instantie niet ernstiger. Hoewel de energieprijzen tijdens de energiecrisis de pan uit rezen, steeg de rekening die consumenten onder de streep moesten betalen gemiddeld genomen niet.
‘Onderconsumptie’
Hoe kan dat? Mensen schrokken van de hoge prijzen en gingen daarom zuiniger om met energie. En de overheid sprong bij. Er kwam een toeslag van 1.300 euro per jaar en een prijsplafond – een maximum prijs voor de eerste 1.200 kuub aardgas en de eerste 2.900 kWh.
Als de financiële steun er niet zou zijn geweest, dan was de energiearmoede in 2022 en 2023 wel dramatisch gestegen. Dan zou het percentage energiearme huishoudens in 2022 boven de 6 procent liggen en in 2023 op bijna 9 procent, berekenden de onderzoekers.
Het positieve effect van de financiële steun is ook goed te zien in 2024, het jaar waarin die steun wegviel. Hoewel niet meer zo extreem als vlak na de Russische inval, waren de energieprijzen nog steeds hoger dan voor de energiecrisis. Hoge energieprijzen en wegvallende steun vormen het recept voor meer energiearmoede. Daarom zijn ze bij het CBS en TNO ook niet verbaasd over de verslechterde situatie in 2024, over het flink gegroeide aantal energiearme huishoudens.
Ook steeg het aantal huishoudens dat tijdens de energiecrisis door de hoge rekeningen noodgedwongen ‘onderconsumeert’ – minder energie gebruikt dan wordt verwacht op basis van het type woning. Binnen de energiearme groep wordt het aandeel huishoudens met onderconsumptie in 2021 geschat op 24 procent. In 2024 is dat 49 procent. Een ruime verdubbeling.
Intenser
Gemiddeld betaalden huishoudens in 2024 zo’n 171 euro per maand voor hun energie. Wie alleen naar de rekeningen van energiearme huishoudens kijkt, komt uit op een gemiddelde van 184 euro. Die bedragen zijn de afgelopen jaren harder gestegen dan de inkomsten. Daarmee neemt dus het deel van de inkomsten dat huishoudens uitgeven aan energie toe. In 2024 gaven energiearme huishoudens gemiddeld bijna 12 procent uit aan energie. Dat is een stijging van 4,5 procentpunt ten opzichten van 2023. Oftewel, niet alleen het aantal huishoudens in energiearmoede nam toe, de energiearmoede zelf werd ook intenser. Ter vergelijking: alle huishoudens samen bekeken, wel en niet energiearm, gaven in 2024 gemiddeld vijf procent van hun inkomsten uit aan energie.
Wat kan het nieuwe kabinet straks doen om de situatie te verbeteren, naast financiële steun? Het verduurzamen van de woningen helpt, zegt een van de onderzoekers tijdens een persconferentie over de cijfers, maar niet ieder huishouden kan dat. 896.000 huishoudens kunnen niet verduurzamen omdat ze of een huurwoning hebben waarbij dat niet mag of ze hebben de financiële middelen niet. Daarnaast zien de onderzoekers dat soms verduurzamen alleen de energierekening niet genoeg verlaagt om uit de energiearmoede te komen. Inkomensbeleid is volgens hen ook nodig.
In Gaza sterven elke dag kinderen door uithongering, maar de Tweede Kamer komt er niet voor terug van het zomerreces.
Deze week dienden buitenlandwoordvoerders Kati Piri (GroenLinks-PvdA) en Jan Paternotte (D66) een verzoek in voor een spoeddebat over de Israëlische humanitaire blokkade van de Gazastrook. Alleen SP, Partij voor de Dieren, Volt en Denk stemden voor, regeringspartijen NSC en BBB, de PVV en SGP stemden tegen. Andere partijen, zoals de VVD, het CDA en de ChristenUnie, lieten niets van zich horen.
Oorverdovend stil was het ook van de kant van demissionair premier Dick Schoof. In de afgelopen maand twitterde Schoof over de herdenkingen van MH17 en Srebrenica en over werkbezoeken aan de Botlek en aan de haven van Rotterdam – maar repte hij met geen woord over de genocide op de inwoners van Gaza.
Zelfs onder de PVV-kiezers steunt slechts 23 procent het huidige Israël/Gaza-beleid
Schoofs stilzwijgen staat in contrast met de alarmerende boodschappen van zijn minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp (NSC). Het was Veldkamp die dit voorjaar het initiatief nam om te laten onderzoeken of Israël in strijd handelt met het EU-associatieverdrag. Toen de Europese Raad voor Buitenlandse Zaken het deze maand na dat onderzoek (conclusie: Israël schendt het humanitair oorlogsrecht) niet eens kon worden over sancties, ondertekenden Veldkamp en andere buitenlandse collega’s een Britse verklaring die Israël opriep de oorlog onmiddellijk te staken. Afgelopen donderdag nog retweette Veldkamp die verklaring. „Israël moet hulp toelaten en zich houden aan het internationaal humanitair recht”, schreef de minister.
Kloof
Maar veel trekt Israël zich niet aan van zulke oproepen, terwijl de situatie in Gaza met de dag verslechtert. Zo groeit de kloof tussen de internationale politieke werkelijkheid en de politieke reacties hier in Nederland.
Onder de diplomaten van het ministerie van Buitenlandse Zaken is er groeiende onvrede over de Nederlandse terughoudendheid over het Israëlische geweld en de slinkende geloofwaardigheid van het Westen.
In de Tweede Kamer maakten Kamerleden zich vorige maand vooral druk over iets anders: een motie van GroenLinks-PvdA om een volledig wapenembargo in te stellen tegen Israël – inclusief eventuele onderdelen voor het raketschild Iron Dome. Nederland produceert daar geen onderdelen voor, zo bleek deze week uit beantwoording van Kamervragen, maar de verontwaardiging op rechts was groot: hoe kon GroenLinks-PvdA de veiligheid van Israëlische burgers op het spel zetten?
Intussen weigert een meerderheid van de Tweede Kamer de druk op Israël op te voeren: zo spreken ze zich niet uit voor bijvoorbeeld economische sancties of hardere diplomatieke maatregelen. PVV-leider Geert Wilders heeft openlijk laten weten dat er wat hem betreft geen plaats is voor het Palestijnse volk. Het feit dat de PVV in het coalitieakkoord akkoord ging met het opnemen van het standpunt dat Nederland nog steeds streeft naar een tweestatenoplossing was een compromis. Maar ook nu de PVV uit het kabinet is gestapt, blijven de drie achtergebleven coalitiepartijen – en een meerderheid van de Kamer – op Israël georiënteerd.
Politieke bliksemafleider
NSC-minister Veldkamp (voormalig ambassadeur in Israël) mag dan proberen stelling te nemen, NSC-buitenlandwoordvoerder Isa Kahraman begint bij debatten over de oorlog in Gaza meteen over mensenrechtenschendingen in Syrië. Dat is een terecht punt, maar ook een politieke bliksemafleider.
BBB-leider Caroline van der Plas en buitenlandwoordvoerder Henk Vermeer voelen zich persoonlijk diep verbonden met Israël – net als de christelijke partijen.
Kamerlid Stephan van Baarle (Denk), in debat met Chris Stoffer (SGP) tijdens een debat over de situatie in Gaza. Foto Bart Maat
De VVD heeft bij politieke besluiten rond Gaza vaak een beslissende stem. Dit voorjaar was het bijvoorbeeld aan de liberalen te danken dat de Kamer instemde met Veldkamps verzoek een onderzoek in te stellen naar de naleving van het Associatieverdrag door Israël.
Binnen de VVD is er onvrede over het harde geluid van fractieleider Dilan Yesilgöz, die onlangs nog zanger Douwe Bob beschuldigde van ‘jodenhaat’ omdat hij weigerde op te treden tijdens een Joods voetbaltoernooi in Amsterdam. De VVD-leider heeft zich de afgelopen maand niet uitgelaten over de kritieke toestand van de inwoners van Gaza. Steeds minder VVD’ers in haar achterban steunen de voorzichtige houding ten aanzien van Israël. Na de Hamas-aanslagen op 7 oktober 2023 stond een meerderheid van de VVD-kiezers achter het kabinetsbeleid, maar die steun is inmiddels gedaald tot 32 procent, volgens onderzoeksbureau Ipsos. Ook zeer opvallend: zelfs onder de PVV-kiezers steunt slechts 23 procent het huidige Israël/Gaza-beleid.
Zo bezien, kleven er voor Yesilgöz weinig electorale risico’s aan een kritischer opstelling ten opzichte van de regering-Netanyahu. Toch lijken nationale sancties – bij het uitblijven van maatregelen op Europees niveau – nog ver weg. Dit voorjaar scherpte Nederland het wapenexportbeleid voor Israël een klein tikje aan – voortaan moeten bedrijven een exportvergunning aanvragen. Tegelijkertijd is de Staat nog altijd in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag, dat bepaald heeft dat er geen onderdelen voor Israëlische F-35’s vanuit Nederland mogen worden doorgevoerd naar Israël.
D66-woordvoerder Jan Paternotte reageerde woensdag op X teleurgesteld op het gebrek aan steun voor een spoeddebat in de Tweede Kamer. „Wat een zwaktebod”, twitterde hij. „Alsof Wilders nog in de coalitie zit.”
Lees ook
‘Israël berecht oorlogsmisdrijven in Gaza niet, het is aan andere landen om dat te doen’