Ik koop een legpuzzel bij de kringloop, mooi maatje, 600 stukjes, oubollig plaatje, een haven met bootjes. Bij het openen herken ik duidelijk het handschrift. Ik lees H… in de doos. Mijn eigen achternaam: ‘Eén ontbrekend stukje, zie kruisje op de voorkant doos’. Voor 50 cent koop ik de puzzel van mijn moeder terug. Twaalf jaar geleden ruimden we het ouderlijk huis op.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Lang woelen voor het inslapen. Niet goed doorslapen. Veel te vroeg wakker worden. Eén op de tien volwassenen heeft hier chronisch last van, volgens een Canadees overzichtsartikel. Studies onder studenten in Zuidoost-Azië vonden zelfs percentages van 35 tot 70 procent – en de Hersenstichting houdt het op de helft. Is het iets typisch voor mensen, met hun gejaagde levens en schermpjes tot laat op de avond? Of hebben dieren hier ook last van?
In laboratoria zijn muizen en ratten een veelgebruikt model voor slaaponderzoek. Net als mensen vertonen zij duidelijke slaap-waakcycli, inclusief REM-slaap (de fase van rapid eye movements, in verband gebracht met dromen). Wanneer deze dieren blootstaan aan stress, sociale isolatie of afwijkende lichtschema’s, ontwikkelen ze slaapstoornissen die opvallend veel lijken op menselijke slapeloosheid. Dat maakt ze waardevolle modellen voor het ontrafelen van de fysiologie van slaap en de mechanismen achter slapeloosheid, en voor het testen van slaapmedicatie.
Ook andere zoogdieren kunnen slaapproblemen ervaren. Apen in gevangenschap vertonen soms slapeloosheid wanneer hun behuizing te steriel of te lawaaierig is, of als ze onder sociale druk staan. Een Amerikaanse studie stelde vast dat het slaapgedrag van chimpansees in gevangenschap sowieso „dynamisch en complex” was, „met frequent ontwaken”. Resusapen die in een andere studie vroeg van hun moeder waren gescheiden, hadden hun hele leven verhoogde niveaus van het stresshormoon cortisol en vertoonden een verstoord slaap-waakritme.
Belgische en Duitse onderzoekers analyseerden honderden uren aan nachtelijke video-opnames van wilde chimpansees in Afrika. Zij ontdekten dat chimpansees normaal gesproken één ononderbroken slaapperiode per nacht hebben, in principe net als wij, in tegenstelling tot de „dynamische” slapers uit de Amerikaanse dierentuinstudie. Maar onder invloed van externe factoren ontwaakten de chimps wel vaker, bijvoorbeeld door warmte, regen, de aanwezigheid van roofdieren, en verstoring door mensen of olifanten.
Ook honden en katten zijn niet immuun voor slaapproblemen. Sommige stokoude honden krijgen ‘hondendementie’, waarbij het slaap-waakritme ontregeld raakt – net als bij veel mensen met alzheimer. Verder zijn bij honden niet zozeer in- of doorslapen een probleem, maar andere zaken zoals narcolepsie (op onverwachte momenten zomaar in slaap vallen) en slaapapneu (een plotselinge ademstop tijdens het slapen). Sommige honden, en ook katten, kunnen last krijgen van nachtonrust of hyperactiviteit door stress, bijvoorbeeld na een operatie of bij veranderingen in hun voeding of leefomgeving.
Grotere zoogdieren, zoals paarden en koeien, slapen van nature kort en fragmentarisch: in totaal maar zo’n vier tot vijf uur per etmaal. Zij slapen vooral staand, maar voor hun dagelijkse halfuur REM-slaap moeten ze wel gaan liggen. Op plekken waar koeien te weinig ruimte hebben om te liggen, of gestrest zijn door de boerderijpraktijken, slapen zij minder dan gemiddeld. Bij paarden is het ‘REM-deprivatiesyndroom’ een bekend verschijnsel: ze vallen om wanneer ze te lang niet hebben gelegen.
En dan heb je nog allerlei dieren die nooit met twee hersenhelften tegelijk slapen: walvissen en dolfijnen, die 24 uur per dag actief boven water moeten ademhalen, maar ook non-stop vliegende vogels zoals albatrossen en gierzwaluwen. Pinguïns zijn recordhouders: die doen tienduizend microdutjes op een dag en slapen nooit langer dan 34 seconden. Volgens onze definitie zouden we dat flinke slapeloosheid noemen. Maar voor al deze dieren is dit de normaalste zaak van de wereld. Vogels krijgen pas slaapproblemen als mensen ze verstoren. Verschillende studies legden verbanden met stadslicht en -lawaai, maar ook met klimaatverandering.
Met stabiele, structurele financiering kunnen de kosten van de asielopvang in Nederland fors omlaag. Dat schrijft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) in de jaarlijkse Stand van de Uitvoering, waarin de belangrijkste knelpunten uit de dagelijkse praktijk van de asielopvang worden benoemd. Het document is woensdag aangeboden aan de Tweede Kamer.
Het COA zegt stabiele en structurele financiering nodig te hebben om de kosten van asielopvang omlaag te krijgen. „Het uitblijven van deze slimme en degelijke financiering maakt de asielopvang onnodig duur, kwetsbaar en inefficiënt”, aldus de organisatie.
Het belangrijkste is volgens het COA dat het door gebrek aan structurele financiering niet kan bouwen aan stabiele opvang en daardoor afhankelijk blijft van tijdelijke noodopvang. „Dat is schadelijk voor bewoners en met name kinderen.”
Volgens COA-bestuurder Joeri Kapteijns zijn stabiliteit en rust in de opvang cruciaal voor zowel de bewoners als de medewerkers en de gemeenten. Om dat voor elkaar te krijgen is „een degelijke financiering nodig”. „We willen niet méér geld, maar minder geld besteden aan asielopvang. En dat kan ook als we het anders organiseren”, aldus Kapteijns.
Het COA pleit ervoor om deze financiering in de volgende rijksbegroting op te nemen. Dat zou het bijvoorbeeld makkelijker maken om meerjarige afspraken te maken met gemeenten. „Dat zorgt voor stabiliteit. Als deze plekken niet nodig zijn voor asielopvang, kunnen andere woningzoekenden er gebruik van maken”, stelt Kapteijns. „Daar heeft iedereen wat aan.”
Lees ook
Over onze rug wordt een asielcrisis uitgeroepen, klinkt het in Ter Apel
De wereldorde wankelt. Het is oorlog in Europa. Volgens de overheid zouden we daarom allemaal een noodpakket in huis moeten hebben. Redacteur Hanna Hosman ervaarde eerder dit jaar hoe dat is. Ze sloot zichzelf 72 uur op zonder elektriciteit, kraanwater, internet en telefoon, en leefde uit haar noodpakket. Ze vraagt zich nu af: hoe is Nederland eigenlijk voorbereid op een noodsituatie?