Rutger Bregman is helemaal klaar met ‘online links’, laat hij in een video aan zijn miljoenen volgers weten. Hij doelt hiermee naar eigen zeggen, en ik vertaal zijn keurige Engels even, op mensen die „morele zuiverheid” het hoogste goed vinden; types die „meer belang hechten aan gelijk hebben in de comment section dan aan daadwerkelijk winnen in de echte wereld”. Zij moeten eens gaan begrijpen dat „iemand met wie je het voor 80 procent eens bent geen vijand is, maar een bondgenoot”.
In de strijd tegen onrecht, stelt Bregman, is „winnen niet gewoon een van de keuzemogelijkheden, het is een morele plicht”. En om te winnen hebben we – Bregman schakelt als onze bondgenoot maar meteen over naar de eerste persoon meervoud – andere mensen nodig; je moet coalities smeden. Van de geschiedenis hebben we immers geleerd dat succesvolle burgerbewegingen zoals de abolitionisten (altijd hoog inzetten) samenwerkten, ook al waren er onderlinge meningsverschillen. Het is 2025, besluit hij, het is niet de tijd om de purist uit te hangen, we have bigger fish to fry.
In de strijd tegen onrecht, stelt Bregman, is „winnen niet gewoon een van de keuzemogelijkheden, het is een morele plicht”
Ik heb Bregman inderdaad lang beschouwd als zo’n bondgenoot met wie ik het voor een procentje of tachtig eens ben. Ja, hij is vreselijk pedant, maar dat maakt me niet zoveel uit. Ik wou dat ik gewoon een keer een dag zo tevreden met mezelf was als hij. Natuurlijk herverpakt hij in zijn boeken graag bestaande ideeën alsof ze van hemzelf zijn, maar Bregman schrijft nu eenmaal airport-books; makkelijk te behappen non-fictie voor een breed publiek, boeken die je nog even snel koopt bij de AKO op Schiphol. Als ghostwriter van een aantal van dat soort boeken neem ik mijn hoed af voor de koning van het genre.
Bregman raakte mij als bondgenoot pas kwijt toen hij eiste hem te zien als bondgenoot. Zo werkt het niet, vriend. Je kan lullen als Bregman – sorry, ik ben niet de eerste die ’m maakt – maar het idee is wel dat jij zo goed mogelijk je punt maakt, dat je kritiek omarmt, pareert of desnoods negeert en dat anderen dan mogen beslissen of ze je steunen. Je kunt niet roepen dat kritiek op zichzelf het probleem is omdat je toevallig nét bezig was het fascisme te verslaan en er daarom echt even geen gezeik bij kunt hebben. Met een beetje klieren onder de tweets van Bregman speelt men echt niet meteen Trump in de kaart.
De tegenstelling tussen ‘online gelijk hebben’ en ‘winnen in de echte wereld’ is bovendien superflauw. Je schetst een beeld van losers achter hun toetsenbord versus pragmatische helden die de mouwen opstropen, maar het publieke debat vindt nou eenmaal ook online plaats. ‘Online gelijk hebben’ betekent gewoon ‘gelijk hebben’ en ‘winnen in de echte wereld’ betekent gewoon ‘winnen’. Bregman heeft zich met zijn boeken tien jaar lang op gelijk hebben gericht, maar sinds kort heeft hij The School for Moral Ambition, een organisatie waarmee hij probeert de wereld te verbeteren. Dat doet hij met donaties van miljonairs en miljardairs op wie hij eerder nog felle kritiek had vanwege hun neiging tot belastingontwijking. Bregman noemt nu techmiljardair en anti-democraat Peter Thiel, die Greta Thunberg graag met de antichrist vergelijkt, als een van zijn inspiratiebronnen, maar er moet gewonnen worden dus geen lastige vragen graag.
Het zijn altijd de centristen en de liberalen die loyaliteit eisen in de strijd tegen extreemrechts. Het is altijd de linkerflank die maar moet inschikken en wie dat niet doet is naïef en onverantwoord bezig. Wereldwijd wordt het politieke midden in de pan gehakt door rechtspopulisten, maar het komt niet in dat midden op om ooit naar een andere kant dan weer wat verder naar rechts op te schuiven.
Daar komt bij dat het publieke debat geen verkiezingscampagne is. Als het eenmaal zover is, kun je best strategisch stemmen of roepen dat ‘we ons geen verdeeldheid kunnen veroorloven’. Maar tot die tijd hoef je een inhoudelijk debat niet te vervangen door een discussie over electorale strategie.
Tot die tijd moet het debat toch echt draaien om een strijd tussen verschillende ideeën en niet om blind achter het idee aanlopen dat de meeste kans heeft om te winnen. We hebben al genoeg leiders met slechte ideeën.
