N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Standbeeld Gun de hardwerkende, zwarte vrouw haar representatie, zegt Roline Redmond.
Zwarte vrouwen lieten elkaar op 3 juni massaal weten hoe geroerd ze waren door het beeld van die gewone stoere ‘chick op patta’s’ met teksten als: „Ze doet mij aan mezelf denken.” De Surinaams- Antilliaanse gemeenschap was blij met deze waarheidsgetrouwe weergave van een zwart mens na de deceptie over twee andere foute standbeelden. Dat van een half ontklede Anton de Kom in de Bijlmer met, naar men vindt, prominent geslachtsdeel (de man was altijd strak in het pak) en van een geheel naakte Tula, een slavenvrijheidsstrijder, op Curaçao. Beide werken zijn van witte maaksters. Nu eindelijk dan geen karikaturale of verlelijkte ‘neger’, zoals generaties Nederlanders die hebben gekend uit hun gangbare kinderboeken. En ook witte vrouwen, jong en oud, zien een uitzondering op het door mannen gedomineerde beeldenlandschap – al dan niet te paard. Mannen die ooit ‘iets groots hebben verricht’, in de koloniën, in industrie en wetenschap.
Weefsel van de stad
Van wie is de stad? is de titel van een boek van sociaal geograaf Floor Milikowski. Niet van die 40 procent rijke mensen van buitenaf die woningen als beleggingsobject aankopen, in steden als Rotterdam en Amsterdam, waardoor de oorspronkelijke bewoners uit hun wijken worden verdreven.
Van wie is de stad? Volgens Arjen van Veelen, schrijver van het boek Rotterdam. Een ode aan inefficiëntie, behoort de stad toe aan de mensen die er het weefsel van vormen. Welnu, deze jonge vrouw hoort in deze stad want haar grootvader kwam er werken als laagbetaalde havenwerker uit Suriname of Curaçao en zij houdt het weefsel in stand door hard te blijven werken in laagbetaalde beroepen in zorg, welzijn en hulpverlening. Bovendien behoort zij tot de categorie vrouwen met de hoogste arbeidsdeelname van het gehele land. Zij kan het hoofd boven water houden door hard te werken, vindingrijk en efficiënt te zijn, maar ook door haar tegenslagen te accepteren.
Het bevreemdt Rosanne Hertzberger dat deze vrouw een standbeeld krijgt (Een standbeeld voor iedereen – en dus voor niemand, 3/6), want: er is een maatschappelijke stroming waarin het volstaat om een gemarginaliseerde partij te zijn om sympathie te krijgen. Ze schrijft: „Alleen maar vrouw zijn, een beperking hebben, een hoofddoek dragen, een donkere huidskleur of liefst een combinatie hiervan is genoeg om op het schild gehesen te worden, en helemaal in de culturele sector.” En concludeert vervolgens dat standbeelden zijn voor mensen die wel heldendaden hebben verricht.
Vrouwen uit deze klasse zullen ondanks hun harde werken, nooit een koopwoning kunnen nalaten aan hun kinderen
Iets Groots verricht
Dit is een verbijsterende stelling , die ik na 40 jaar onderzoek van de sociale samenleving niet zag aankomen. Wij hadden dus standbeelden moeten oprichten voor de mensen die als helden tegen de stroom van bedreigingen in zijn opgekomen voor onze kinderen die last hebben van de uitwassen van het personage Zwarte Piet. Gaan die er komen? Of komen alleen de mannen in aanmerking die Iets Groots hebben verricht in de koloniale Oost en de West?
Lees ook: Wanneer standbeelden vóór het volk beelden ván het volk worden
Kijkend naar het beeld. Vrouwen uit deze klasse, wit of zwart, zullen ondanks hun harde werken, nooit een koopwoning kunnen nalaten aan hun kinderen, vanwege de laagbetaalde banen in conflictrijke omgevingen. Als werkende arme kennen ze vaak een cultuur van schulden. Hun kinderen worden verwezen naar laag vervolgonderwijs. Er is geen kennis over hun eigen geschiedenis en de identiteit van hun slavenvoorouders zullen zij – in tegenstelling tot iedere witte burger – nooit achterhalen. Ze worstelen zich door een leven – soms als slachtoffer van zaken als de Toeslagenaffaire – en ze blijven vindingrijk, opgewekt en trots. Zij houden de welvaart van anderen in stand door voor te weinig geld hun huizen schoon te maken, op hun kinderen te passen, hun bejaarden te verzorgen. Maar zelfs een waarheidsgetrouwe representatie wordt ze niet gegund! Het zijn de heldinnen van het gewone leven die altijd over het hoofd worden gezien.