Academische vrijheid is een groot goed. Onderdeel daarvan is dat universiteiten plaats bieden aan debat en dialoog. Ook kritische reflectie op de overheid neemt hierin een belangrijke plaats in, althans in een democratische rechtsstaat met academische vrijheid hoog in het vaandel.
Vorige maand was ik als gasthoogleraar op bezoek bij de Tel Aviv University. Ik sprak daar met veel collega’s. En zoals dat gaat in deze tijd, hadden we het niet alleen over wetenschap, maar ook over politiek. De pogingen van de Israëlische regering om de democratische rechtstaat af te breken, de vreselijke oorlog en alle slachtoffers daarvan. Het leed van 7 oktober en de gijzelaars.
Ik voelde juist op deze plaats de verontwaardiging, de woede en het verdriet over de oorlog die zonder reden doorgaat. Over de mensenlevens die daarbij aan beide kanten verloren gaan. Over de recente afwijzing door Netanyahu van het voorstel van Hamas voor een staakt-het-vuren van vijf jaar en de terugkeer van alle overgebleven gijzelaars (van wie er hooguit nog 21 in leven zijn). Over de Palestijnse kennisinfrastructuur die nodeloos wordt afgebroken. Een sluier van grijsheid hangt over het land – en zeker ook over de campus.
Verzet tegen de regering
Op de campus trof ik ook lichtpunten aan. 20 procent van de studenten is er Palestijns. Ik zag hoe daar onderlinge vriendschappen worden opgebouwd. Ik zag dat vreedzame dialoog aan de orde van de dag is. Ook trof ik een campus aan waar de gevoelens van verontwaardiging, woede en verdriet worden omgezet in verzet tegen de regering, in de vorm van protesten en mediabijdragen, ondersteund met bijvoorbeeld juridisch-wetenschappelijke kennis. Duizenden universitaire medewerkers vormen een belangrijk fundament van de wekelijkse protesten.
Een isolement zet kritische academici wellicht aan tot emigreren
Hoe zit het met de academische vrijheid op universiteiten in Israël? Laten we eens kijken naar de universeel geaccepteerde maatstaf voor academische vrijheid: de Academic Freedom Index (AFI). Deze AFI houdt rekening met vijf indicatoren, zoals vrijheid van onderzoek en onderwijs, vrijheid van academische uitwisseling en institutionele autonomie.
Zoals verwacht is de meest actuele meting, van vorig jaar, op een schaal van 0 tot 1 erg laag voor landen als Iran (0,14), Saoedi-Arabië (0,07), Rusland (0,21) en China (0,07). De VS (0,69) en Nederland (0,76) scoren relatief hoog. Hoewel de academische vrijheid in Israël onder druk staat, behoort het land met een score van 0,86 nog steeds tot de beste ter wereld. Op vier van de vijf deelmaatstaven presteert Israël beter dan Nederland. Israëlische universiteiten zijn weliswaar publiek gefinancierd, net als in Nederland, maar ze zijn onafhankelijk. Gesprekken tussen besturen van Israëlische en Nederlandse universiteiten bevestigen dit beeld.
Afgrijselijke oorlog
Israëlische universiteiten – die indrukwekkende bijdragen leveren aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen in sectoren als gezondheidszorg en landbouw – zijn kortom onafhankelijke instellingen waar academische vrijheid hoog in het vaandel staat. Mensen die aan deze universiteiten werken, maken grotendeels deel uit van de groep die het meest kritisch staat tegenover hun regering en de afgrijselijke oorlog tussen Israël en Hamas. Hen isoleren van het internationale academische discours zou Netanyahu gelukkig maken. Een isolement zet kritische wetenschappers wellicht aan tot emigreren, en kan ervoor zorgen dat zij hun stemmen minder laten horen.
Het verbreken van de banden met Israëlische universiteiten zal de oorlog niet beëindigen of Netanyahu zwakker maken – integendeel. Het zou Israëlische academici isoleren. Juist hun stemmen zijn belangrijk. Hun activiteiten als privépersonen zijn belangrijker en invloedrijker voor de kans dat de oorlog ophoudt dan welke demonstratie, bezetting of sit-in van Nederlandse academici en studenten dan ook. We moeten Israëlische wetenschappers steunen, nu meer dan ooit.
