Voor Albert Heijn staat een wat oudere man met de Daklozenkrant. Hij houdt een stuk karton in zijn hand met daarop de tekst: ‘Albanië – Vakantie’. Hij wijst voorbijgangers op de tekst. Een enkeling groet de man, maar de meeste mensen negeren hem en lopen gehaast in en uit de winkel. Een week daarna tref ik hem weer. Hij heeft weer een karton bij zich. Dit keer met de tekst: ‘Albanië – Operatie’.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De Nederlandse kustwacht kampt met structurele problemen waardoor hulpverlening op zee te laat op gang komt. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een rapport over de brand op de Fremantle Highway in 2023, een van de grootste scheepsdrama’s in de afgelopen jaren. Doordat reddingshelikopters te laat waren, moesten bemanningsleden van het schip overboord springen. Een van hen kwam te overlijden, zes raakten zwaargewond.
De reddingsoperatie verliep volgens de Onderzoeksraad allesbehalve vlekkeloos en toont aan dat het Nederlandse systeem voor noodhulp op zee „kwetsbaar” is. Met de toenemende drukte op de Noordzee wordt de kans op dit soort gebeurtenissen steeds groter, schrijft de Onderzoeksraad. Daarom moet de kustwacht „op de kortst mogelijke termijn” haar zaken op orde krijgen.
Niemand neemt een beslissing: de kustwacht wacht op de brandweer, de brandweer op de kustwacht
Na de evacuatie schreefNRC dat de reddingshelikopters niet snel genoeg na de alarmmelding in actie waren gekomen. De kustwacht zelf ontkende dit. Het vormde voor de Onderzoeksraad mede de aanleiding om een onderzoek in te stellen.
In het rapport wordt de reddingsoperatie van minuut tot minuut beschreven. De horrornacht begint op dinsdagavond 25 juli 2023 om 23.43 uur als de kustwacht een melding ontvangt vanaf de Fremantle Highway. Het vrachtschip vaart in de buurt van Ameland en vervoert duizenden auto’s. In een accu van een elektrische auto is brand uitgebroken. De kustwacht gaat ervan uit dat de brand nog te blussen is, en roept een Rotterdams brandweerteam op dat gespecialiseerd is in brand op zee: de Maritime Incident Response Group.
Rookontwikkeling
Twee reddingshelikopters, gestationeerd in Den Helder en Midden-Zeeland, worden naar Rotterdam om het brandweerteam op te pikken. Maar op het vliegveld in Rotterdam slaat de twijfel toe: is de brand op het autoschip niet al te groot geworden om nog te blussen? Er komt namelijk steeds meer verontrustende informatie binnen. Zo is de motor van het schip uitgevallen en is er volop rookontwikkeling. De brandweercommandant vreest dat zijn blussers niet meer aan boord kunnen, en wil eerst meer duidelijkheid voordat ze erheen gaan. En dus blijven de reddingshelikopters wachten op het vliegveld in Rotterdam.
Om 23.55 uur werd de brand gemeld, om 03.25 uur arriveerde de eerste helikopter bij de Fremantle Highway.
Vervolgens neemt niemand een beslissing: de kustwacht blijft wachten op de brandweer, de brandweer op de kustwacht. Na ruim een uur is nog altijd niets besloten. „Deze situatie kon blijven voortduren”, schrijft de Onderzoeksraad, omdat er „geen normtijd” gold waarbinnen de brandweer een besluit moest nemen.
Bovendien had het kustwachtcentrum het „op dat moment erg druk vanwege onderbezetting”. Een expliciet verzoek van de kapitein om de Fremantle Highway te evacueren blijft uit, maar zelf vraagt de kustwacht ook niet door naar de veiligheid aan boord, vindt de Onderzoeksraad. Anders was eerder duidelijk geworden dat de bemanning in gevaar was en de reddingsboten niet meer bereikbaar waren.
Evacueren
Nu komt de kustwacht daar pas achter als om twee uur ’s nachts het kustwachtvliegtuig boven het schip vliegt en doorgeeft dat de boot volledig in brand staat en de toegang tot de reddingsboten is afgesloten. Er moet onmiddellijk worden geëvacueerd. Maar vanuit Rotterdam stijgt om 2.22 uur dan net een van de reddingshelikopters op met een brandweerteam aan boord, omdat ze daar nog altijd denken dat het vuur te blussen is.
Een Chinees bedrijf laat het schip verbouwen, zodat het weer in de vaart kan. Foto Olivier Middendorp
De helikopter moet dan eerst nog de brandweerlieden afzetten in Den Helder en bijtanken, voordat hij door naar de Fremantle Highway kan. Ook zal het nog een tijdje duren voordat de andere helikopter opstijgt, onder meer omdat het taxiën op het vliegveld „relatief veel tijd in beslag nam”. Pas om 03.35 uur bereiken de helikopters het schip.
Een deel van de bemanning is dan al overboord gesprongen. Om 2.45 uur heersen grote ‘angst en paniek’ bij de opvarenden die zich op het bovendek hebben verzameld. Ze zien geen andere mogelijkheid dan in zee te springen, omdat ze uitgerookt worden. Het is een sprong van ruim dertig meter hoogte. Van de kustwacht horen ze dat het nog zeker drie kwartier zal duren voordat een helikopter arriveert. ‘If it’s a safe option to jump in the water, then do so’, geeft de kustwacht door.
Sommige bemanningsleden moesten vanaf grote hoogte van het brandende vrachtschip in de zee springen.
Vertraging
Vanaf 03.00 springen de eerste opvarenden in zee. Door de klap op het water raken sommigen buiten bewustzijn, ze pakken de reddingslijn niet aan. Als de kustwacht de zesde zwaargewonde springer uit het water heeft gevist, geven ze door dat er onmiddellijk gestopt moet worden met springen. Een van de bemanningsleden overlijdt aan zijn verwondingen.
Tien minuten later zijn de helikopters er en kan de rest van de bemanning worden gered. De gewonde slachtoffers moeten direct naar het ziekenhuis worden gebracht.
Maar door gebrekkige ‘informatiedeling’, schrijft de Onderzoeksraad, zijn de veiligheidsregio’s niet goed voorbereid op de komst van zestien slachtoffers uit de helikopters. Hierdoor worden ze met vertraging naar ziekenhuizen in de regio vervoerd.
Drama
De samenwerking tussen de hulpdiensten moet beter, oordeelt de Onderzoeksraad, en het is aan de kustwacht om daarin de leiding de pakken.
Voor de hulpverleners van de kustwacht zelf heeft de gebeurtenis ook diepe indrukken nagelaten. Reddingswerkers vertelden een jaar na het scheepsdrama tegen Omrop Fryslân hoe de zeelieden van dertig meter hoogte naar beneden moesten springen. Het zag eruit, zei een van de reddingswerkers, als „de beelden van de Twin Towers”.
Lees ook
Zo mocht het autoschip na de brand toch naar China
Interim-directeur Geert van Meerveld heeft zijn opdracht bij het KIT teruggegeven. Dat zal de organisatie later deze donderdag bekendmaken. Het besluit van de directeur, die er enkele maanden zat, volgt kort op intern en extern protest tegen een bijeenkomst van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) bij het KIT.
Afgelopen zondag vierde het CIDI zijn vijftigjarig bestaan bij het KIT, daar huurde de organisatie een evenementruimte. Zowel intern als publiekelijk op sociale media is vooraf opgeroepen het CIDI-evenement af te gelasten.
De vertrokken directeur geeft geen reactie op vragen van NRC over zijn vertrek, en verwijst naar de raad van commissarissen van het KIT die evenmin bereikbaar was voor commentaar. Een woordvoerder van het KIT noemt het aanneembaar dat het vertrek „met de gebeurtenissen rond het evenement op zondag te maken heeft”.
Intern protest
Een groot deel van de organisatie van het KIT zou pas vorige week donderdag voorafgaand aan het evenement gehoord hebben dat het evenement zou plaatsvinden. Daarop heeft een groep werknemers de directie gevraagd het evenement tegen te houden. Vrijdagavond rond acht uur, zo schrijven werknemers in een verklaring, besloot de directie het evenement wel te laten doorgaan. Onder de mensen die zondag op straat protesteerden tegen de bijeenkomst van het CIDI, waren ook werknemers van KIT.
Op het CIDI-evenement zouden sprekers de plaats van Israël in het Midden-Oosten bespreken. Medewerkers van het KIT zagen vooraf reden zich zorgen te maken over de inhoud van het evenement, schrijven ze in een brief die een van hen op LinkedIn publiceerde: „Uit de omschrijving van het evenement bleek geen erkenning van het disproportionele moorden en uithongeren van Palestijnen.”
De sprekers die het CIDI had uitgenodigd, deden uitspraken die ingaan tegen de waarden waar het KIT voor staat, aldus de medewerkers, waarden „waarvan wij geloofden dat ze als criteria gebruikt zouden worden voor besluitvorming over welk soort evenementen we bij het KIT toestaan”.
Door dit evenement te hosten, schrijven de medewerkers, „wordt het KIT geassocieerd met een podium geven aan dehumaniserende stemmen, en medeplichtigheid in de ontkenning van de genocide in Gaza”.
Een andere werknemer van het KIT schreef naast een foto van het protest op LinkedIn: „Krachtig om te zien dat zo veel mensen een rode lijn zetten tegen genocide. Mijn collega’s en ik voelen enorme schaamte, omdat er een rechts propaganda-evenement plaatsvindt op ons terrein, dat in het geheim en zonder onze toestemming is georganiseerd. We zullen blijven staan voor waar wij in geloven.”
Lees ook
Lees hier een reportage van de CIDI-bijeenkomst die afgelopen zondag plaatsvond.
Eindelijk is opgehelderd met welk gen rood haar bij katten precies samenhangt. Het was al bekend dat de genvariant die correspondeert met rode kattenvacht op het X-chromosoom moest liggen, maar nu is eindelijk ontdekt wáár dan. In een gen dat ARHGAP36 heet, blijkt regelmatig een stukje te ontbreken, en alleen katten waarbij dat stukje ontbreekt, hebben een (deels) rode vacht. Er staan nu twee artikelen over in het wetenschappelijke tijdschrift Current Biology: van Japanse en van overwegend Amerikaanse onderzoekers.
Katers hebben maar één X-chromosoom en als daar de rodevacht-genvariant op zit, zijn ze dus rood. Daardoor zijn rode katten (eigenlijk natuurlijk meer oranje) vaker katers dan poezen. Tekenaars beseffen dat ook: kinderboekenkater Dikkie Dik, stripkater Garfield én de rode je-weet-welkater uit de strip Jan, Jans en de kinderen zijn feloranje ingekleurd.
Vrouwtjeskatten hebben nog een tweede X-chromosoom dat tegenwicht kan bieden tegen de rodevachtgenvariant. Lapjeskatten (wit en zwart met rood) en schildpadkatten (vlekkerig zwart met rood) zijn vrijwel altijd poezen – of katers met per ongeluk een extra X-chromosoom.
Embryonale fase
Het lapjes- en vlekkenpatroon van deze katten komt doordat al in de embryonale fase elke cel willekeurig een van de twee X-chromosomen kiest om mee te werken en het andere vrijwel geheel uitschakelt. Dat gebeurt bij elk vrouwtjeszoogdier, ook bij mensen. Het heet X-chromosoom-inactivatie of lyonisatie, naar de Britse geneticus Mary Lyon die het in 1961 als eerste beschreef (in Nature). Zij noemde de „mozaïek”-vacht van de schildpadkat al, die erdoor ontstaat. Het vachtpatroon van lapjes- en schildpadkatten is sindsdien hét schoolvoorbeeld van lyonisatie, al was dus onduidelijk welke genmutatie precies met de oranjerode kleur samenhing.
De Japanse onderzoekers ontdekten die mutatie door eerst het hele genoom te bepalen van achttien katten met diverse vachtkleuren. Daarbij zagen ze al dat bij katten met rood haar een stukje niet-coderend dna ontbrak in het gen ARHGAP36. Daarna bevestigden de onderzoekers de mutatie in enkele tientallen andere katten.
Bij lapjeskatten bleek ARHGAP36 alleen actief in roodharig huidweefsel, terwijl andere genen ook actief waren in de bruinzwarte delen. De onderzoekers denken daarom dat ARHGAP36 extra actief wordt door het ontbreken van het bewuste stukje dna, maar wat het gen dan precies doet moet nog worden uitgezocht.
In een begeleidend interviewtje vertelt onderzoeksleider Hiroyuki Sasaki (universiteit van Kyushu) dat ARHGAP36 meer functies heeft dan vachtkleur. En dat veel mensen geloven dat katten met verschillende vachtkleuren verschillende karakters hebben. Hij wil dat best onderzoeken, al moet hij er ook om lachen. Vaak wordt gezegd dat rode katten dom zouden zijn: een kattencommunity op Reddit, One Orange Braincell, schrijft hun slechts één hersencel toe. Voor kattenvachtkleurgerelateerde karakterverschillen is echter nog geen bewijs, benadrukt Sasaki.