Opinie | Achter het opgepoetste imago van Marokko ging al veel leed schuil

Marokko De aardbeving in Marokko legt de diepe ongelijkheid in het land bloot, ziet . Rabat wil daarom liever niet nog meer pottenkijkers.
Foto James Rajotte

Op vrijdagnacht 8 september werd Marokko opgeschrikt door een zware aardbeving. De gevolgen zijn dramatisch met bijna 3.000 doden en 2.500 gewonden. Dit nieuws raakte niet enkel Marokkanen in Marokko, maar ook de grote diaspora wereldwijd. Ik ontving in België bezorgde berichten van vrienden, kennissen en buren of mijn familie in veiligheid verkeerde. Zij wonen in het noordelijke Rifgebergte en hebben weinig gemerkt van de aardbeving 800 kilometer zuidelijker in het land.

Maar in de Rif zijn ze niet onbekend met aardbevingen. Op 24 februari 2004 vond er in de regio Al Hoceima een aardbeving plaats met een kracht van 6,3 en daarbij kwamen 572 mensen om het leven. Het was dan ook per toeval dat ik recent in het boek van de Nederlandse journaliste en arabist Sietske de Boer Het volk van Abdelkrim over het Marokkaanse mismanagement na deze aardbeving heb gelezen. In haar boek beschreef ze de nasleep van de aardbeving in de Rif. De hardst getroffen gebieden waren toen ook de omliggende dorpen en gehuchten. Deze zijn moeilijk bereikbaar, geïsoleerd, onderontwikkeld, arm en vooral politiek niet interessant of relevant genoeg.

Er heerst een acuut gebrek aan medische hulpverlening. En wanneer een ramp van zo’n schaal deze dorpen raakt, duwt dit hen nog dieper in de ellende. De combinatie van structurele verwaarlozing van de infrastructuur, gebrek aan noodvoorzieningen, ontbreken van adequate reactiemechanismen en een log staatsapparaat, zijn nogmaals dodelijk gebleken.

Politieke nalatigheid

Net zoals in 2004, had Marokko ook deze keer geen rampenplan klaarliggen. Het breekt mijn hart dat er weinig is geleerd uit de fouten die zijn gemaakt ruim twintig jaar geleden. Want er konden kostbare levens gered worden. Mijn verdriet om de slachtoffers en de menselijke drama’s, werden vermengd met een kwaadheid die voortkomt uit politieke nalatigheid. Ik voelde me afgelopen dagen sterk verbonden met de mensen in het nieuws en in de video’s op sociale media. Mijn roots liggen in een klein bergdorpje, waar iedereen familie is en de sociale cohesie zeer sterk is. Ik kan mij onmogelijk de pijn inbeelden van hele dorpen, families en generaties die zijn vervaagd.

Lees ook deze reportage: In het dorp Anougal kun je de doden ruiken: ‘Niemand geeft een moer om dit gebied’

Geliefden liggen nog steeds onder het puin in ontbinding en de geur is er blijkbaar niet te harden. Want er komen berichten binnen dat er niemand begraven mag worden zonder eerst officiële toestemming te krijgen. Sommige gehuchten zijn nog altijd niet bereikt en inwoners kunnen hun doden niet zelf vanonder het puin halen. Het is nochtans soenna (islamitische traditie) om een dode zo snel mogelijk te begraven. Hoeveel trauma’s moeten deze mensen nog doorstaan?

Het voelt dubbel als een geprivilegieerde Europese Marokkaan om kritiek te geven op een land waar ik zoveel van houd. Het is dan ook niet gemakkelijk, want politieke kritiek geven is gevoelig en nog steeds een sterk taboe. Het wordt ook vergeleken met familiale aangelegenheid: ‘Je hangt de vuile was niet buiten’. Marokkanen zijn een trots volk. Dit zijn ze terecht met de rijke cultuur en geschiedenis van het land, maar het is ook een volk dat veel verdriet en pijn kent. De ongelijkheid is er groot. Op vlak van geletterdheid doet Marokko het slechter dan Algerije, Tunesië en Libië. Er sterven jaarlijks mensen in de Middellandse Zee die uit wanhoop een nieuw en menswaardig leven zoeken in Europa. Nochtans kent het land een groeiende economie, is het een toeristische trekpleister en een belangrijke politieke partner voor veel landen.

Verscheurd volk

De aardbeving vorige week heeft tot barsten geleid in dit opgepoetste imago van Marokko, waar de huidige koning Mohammed VI en daarvoor zijn vader Hassan II, hard aan hebben gewerkt: het presenteren van een modern, democratisch en ontwikkeld land. De aardbeving heeft een andere kant van Marokko blootgelegd. Er zijn ondertussen talloze verklaringen gegeven voor de keuzes waarom er selectief is omgegaan met de aangeboden hulpverlening, maar het antwoord is heel simpel. Marokko wil niet nog meer pottenkijkers.

Onze harten liggen gebroken in het land van onze ouders en grootouders

Marokko en Marokkanen zijn complex. We hebben ons over het Europese vasteland en verder verspreid. Velen gaan nog jaarlijks op vakantie in het land van herkomst. Sommigen voelen zich sterk verbonden met het land en de mensen dromen er stiekem van om ooit terug te kunnen keren naar het land waar de zon altijd schijnt. Het blijft voor de meesten een droom. Want we zijn ook een verscheurd volk. Onze harten liggen gebroken in het land van onze ouders en grootouders.

Maar Marokkanen zijn boven alles veerkrachtig, solidair, warm en gastvrij. Deze eigenschappen hebben we tijdens het WK in Qatar vorig jaar aan de wereld getoond. Waar harten mee werden veroverd. Ik hoop dat we de harten nu ook zullen veroveren met de ontroerende beelden van mensen die elkaar helpen in deze moeilijke tijden. Bottom-up is de hulpverlening snel en massaal op gang gekomen. Mensen zamelen geld in om tenten te kopen, en sturen vrachtwagens vol goederen vanuit heel Marokko en Europa op. Ik vergeet voor even mijn gebroken hart bij het zien van deze hartverwarmende beelden van solidariteit.