Op de allereerste vergadering nog voor de beëdiging moet je als aanstaand minister gelijk scherp zijn

Een ontspannen eerste kennismaking tussen mensen die elkaar nog helemaal niet kennen: „Hallo, ik ben Mona en kom uit Volendam.” Een vergadering met een strikt formele agenda. Maar vooral: een moment waarop direct hard onderhandeld moet worden.

Deze maandagochtend komt het aanstaande kabinet-Schoof voor het eerst bijeen op het ministerie van Algemene Zaken, voor het zogeheten constituerend beraad. Dat is de officiële oprichtingsvergadering van de nieuwe regeringsploeg, nog vóór zij dinsdag op het bordes aan het volk wordt gepresenteerd. Omdat de bewindslieden nog niet beëdigd zijn, vindt het beraad niet in de Trêveszaal plaats – die is voorbehouden aan de ministerraad – maar in de aanzienlijke minder statige zaal van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). Daar zijn de kandidaat-bewindslieden nog even ambteloos burger.

Bij deze vergadering, onder leiding van formateur Richard van Zwol, worden nadere afspraken gemaakt over portefeuilleverdeling tussen ministers onderling en tussen ministers en staatssecretarissen. Ook wordt een vervangingsregeling vastgesteld wie voor welke bewindspersoon inspringt bij diens afwezigheid.

Onderlinge verhoudingen

Op papier is het een formaliteit, maar het constituerend beraad kan op onderdelen bepalend zijn voor het functioneren van nieuwe bewindslieden en voor de onderlinge verhoudingen in het kabinet. Afspraken over de taakverdeling kunnen van minuscuul belang lijken – welke bewindspersoon op het ministerie van Onderwijs, Welzijn en Cultuur doet de Archiefwet en wie het Nationaal Archief – ze kunnen grote gevolgen hebben. Zo maakten de twee ministers op ‘Landbouw’ bij de start van Rutte IV een duidelijk onderscheid: minister Henk Staghouwer (Landbouw, ChristenUnie) zou over ‘gehouden dieren’ gaan, zijn collega Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof, VVD) kreeg ‘wilde dieren’ in haar portefeuille. Ogenschijnlijk een detail, maar de VVD’er kreeg daarmee de politiek gevoelige discussie over de wolf op haar bordje. En Staghouwer – evenals diens opvolger Piet Adema – de perikelen rond de intensieve veehouderij.

Wie tijdens het beraad even wegdommelt, kan dossiers en geld verliezen

„Je moet heel goed opletten”, zegt scheidend minister Hanke Bruins Slot, die twee jaar geleden in Rutte IV op Binnenlandse Zaken begon en vorige zomer overstapte naar Buitenlandse Zaken. „Het gaat erom goed vast te leggen wat er de komende jaren gaat gebeuren. Je zult als minister meteen scherp moeten zijn.”

„Als je een beetje slim en politiek handig bent”, zegt Ank Bijleveld, minister van Defensie in Rutte III, „dan kun je er heel wat binnenhalen.”

Tijdens het constituerend beraad kunnen aankomende ministers – de vergadering is alleen toegankelijk voor ministers – een lastige portefeuille op hun departement bewust overlaten aan hun tweede minister of staatssecretaris, of juist gewichtige dossiers naar zich toetrekken en zich daarvoor al de nodige financiële middelen toe-eigenen. Zo lukte het minister Roger van Boxtel (Grote steden- en integratiebeleid) in het kabinet-Kok II wel een eigen budget vast te leggen, terwijl Ella Vogelaar, zijn latere opvolger in Balkenende IV, dat niet lukte.

Ander bekend voorbeeld: VVD-minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en milieu in Rutte II schoof bij het constituerend beraad in 2012 de spoorwegen door naar haar niet aanwezige staatssecretaris Wilma Mansveld. De PvdA’er kreeg kort erna te maken met de chaos rond de aanleg van de hogesnelheidslijn met Fyra-treinen; Mansveld trad in oktober 2015 af na een vernietigend rapport van de parlementaire enquêtecommissie hierover.

Wel de stikstofopgave, geen geld

Bij het constituerend beraad van Rutte IV, in januari 2022, zou er een soortgelijke weeffout zijn ontstaan tussen de twee genoemde bewindslieden op het minister van Landbouw, natuur en voedselkwaliteit. Minister Staghouwer realiseerde zich pas in de loop van de kabinetsperiode dat hij weliswaar een grote stikstofopgave had in de agrarische sector, maar dat het geld dat daarvoor was uitgetrokken in de portemonnee zat van de andere bewindspersoon: minister Van der Wal beheerde het Transitiefonds ter waarde van 25 miljard. Zij kon met vastgelegde ‘doorzettingsmacht’ bepalen wat andere ministers daarmee moesten doen.

Al was het niet zo dat deze afspraak pas bij de oprichtingsvergadering is gemaakt, het stond met zoveel woorden ook al in het coalitieakkoord dat de vier partijen van Rutte IV een maand eerder hadden gesloten. Van der Wal: „Het was duidelijk dat ik als vragende partij voor alle stikstofdoelen het beheer over het fonds kreeg.”

Piet Adema heeft voor zijn opvolger deze maandag een welgemeend advies: „Zorg ervoor dat je goed weet wat er in het akkoord is afgesproken en ook welke mondelinge afspraken er tussen de onderhandelaars zijn gemaakt.”

Ook dit keer zijn de nodige spanningen tussen ministers te verwachten. De zestien aanwezigen zijn allemaal nieuw in hun functie en hebben nooit eerder een constituerend beraad meegemaakt. Mona Keijzer (BBB) was alleen staatssecretaris in Rutte III en zat er destijds dus niet bij. Het helpt dat ze als secondant nauw betrokken is geweest bij de langdurige onderhandelingen tussen de vier coalitiepartijen, net als de andere beoogd bewindslieden Fleur Agema van de PVV, Sophie Hermans (VVD) en Eddy van Hijum (NSC).

Tweede complicatie is dat er geen gedetailleerd coalitieakkoord ligt maar een hoofdlijnenakkoord, waarin op veel beleidsterreinen nog veel open ligt. Assertieve ministers kunnen hiervan profiteren door dossiers (en geld) te claimen: wie even wegdommelt kan zomaar iets verliezen.

Ambtelijk voorkoken

Lastig is ook dat de coalitie drie nieuwe ministeries wil oprichten, waardoor enkele grote dossiers automatisch bij andere departementen worden weggetrokken: Asiel en migratie (weg bij Justitie), Volkshuisvesting (weg bij Binnenlandse zaken) en Klimaat (weg bij Economische Zaken). In het ambtelijk vooroverleg dat doorgaans tussen de aanstaande ministersploeg en hun toekomstige secretarissen-generaal plaatsvindt, zullen hier al de nodige zorgen en wensen over zijn geuit.

Alleen: de drie bewindslieden van de nog op te richten ministeries – Marjolein Faber (PVV), Hermans en Keijzer – hebben nog helemaal geen departementale staf, dus is er nog niets ambtelijk voor te koken.


Lees ook

Van Zuidas-advocaat tot ‘Boer zoekt Vrouw’-kandidaat: deze staatssecretarissen en ministers vormen de regering

Van Zuidas-advocaat tot ‘Boer zoekt Vrouw’-kandidaat: deze staatssecretarissen en ministers vormen de regering

Hoe ingewikkeld en heftig de besloten vergadering deze maandagochtend ook zal zijn, formateur Van Zwol zal er binnen twee uur een eind aan willen maken: om 12 uur wordt hij verwacht bij de voorzitter van de Tweede Kamer om zijn eindverslag aan te bieden.