Ook op Netflix zijn clichés over neanderthalers onuitroeibaar. Ze kijken altijd een beetje primitief

De acteurs zullen de opdracht hebben gekregen om toch maar een beetje primitief te kijken. Waarom anders zouden de nagespeelde neanderthalers bijna altijd hun mond open hebben in de veel geadverteerde Netflix-documentaire The secret of the neanderthals? En van onder hun grote wenkbrauwbogen kijken ze ook een beetje wild, angstig bijna. Het kan geen toeval zijn. Want aan het einde van deze mooie documentaire van 80 minuten komt ook Homo sapiens op de proppen in een nagespeeld stukje prehistorie – in een behoedzame confrontatie met een neanderthal-kind. En die moderne mens kijkt wél kalm en intelligent voor zich uit. Met gesloten mond.

Clichés over neanderthalers zijn kennelijk onuitroeibaar. En dat terwijl de documentaire toch – terecht – zwaar de nadruk legt op het moderne karakter en de gelijkwaardigheid van deze naaste verwant van de huidige mens, ongeveer 40.000 jaar geleden uitgestorven. Het centrale thema is een hernieuwde opgraving door Britse en Koerdische archeologen van de befaamde Shanidar-grot in Koerdisch Irak. Met als hoogtepunt de vondst van een nogal platgedrukt neanderthalskelet. „De vondst van een generatie”, zegt een van de archeologen enthousiast.

De onthulling van de fraaie reconstructie door de Nederlandse gebroeders Kennis van deze neandervrouw (wél met gesloten mond) is de apotheose van de uitzending. Ze moet oud en wijs zijn geweest en veel liederen en verhalen hebben verteld, vertelt het vertederde Britse archeologenteam bij de onthulling. Ongetwijfeld is dat zo, maar welk bewijs is ervoor? Het verpletterde skelet zwijgt.

Het lichaam is duidelijk begraven en dat simpele feit levert al heel veel cognitieve speculatie op. Besef van de dood, zorg voor de naasten en misschien zelfs een soort geloof in leven na de dood? De genezing van de vele verwondingen van de begraven neanderthalers is een duidelijke aanwijzing voor onderlinge zorg en een hecht gemeenschapsleven. Maar taalgebruik en verhaalcultuur blijven moeilijk te bewijzen voor neanderthalers. Helaas wordt nergens een systematisch overzicht gegeven van wat Homo sapiens in deze tijd presteert en wat neanderthalers kunnen. Hun gelijkwaardigheid komt het sterkst tot uitdrukking in een opsomming van aspecten waarin neander en sapiens het meest op elkaar lijken, niet in één enkel geval.

Shanidar werd in de jaren zestig beroemd doordat de Britse archeoloog Robert Solecki op grond van gevonden stuifmeel dacht dat de neanderthalers zelfs bloemen meegaven aan hun begraven doden. In de documentaire wordt met moeite afscheid genomen van dat idee, maar gelukkig wordt wel duidelijk gezegd dat het stuifmeel waarschijnlijk afkomstig was uit muizenholen.

Helaas wordt de vraag naar de oorzaak van het uitsterven van de neanderthalers nogal stiefmoederlijk behandeld in deze verder wetenschappelijk behoorlijk correcte documentaire.