Ook ministers hebben aan het eind van hun budget nog een stukje maand over

Landbouw: veel problemen, geen oplossingen

Hoe gaat BBB-minister Femke Wiersma alle grote problemen in
de landbouw en natuur oplossen, en dat met minder geld? Dat zijn de vragen die voorliggen bij de begroting van het ministerie van Landbouw,
Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).

Voor de aanpak van natuur, stikstof, water en bodem had het
kabinet Rutte-IV tot 2035 bijna 25 miljard euro uitgetrokken. De
coalitie heeft dat bedrag teruggebracht naar 5 miljard euro en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) geschrapt. Tegelijkertijd staan de Europese en nationale natuurdoelen voor het kabinet nog overeind. Hoe die – nu al bijna onhaalbare – wettelijke normen met minder geld gehaald moeten worden, wil Wiersma tegen het eind van dit jaar verder hebben uitgewerkt.

De Tweede Kamer heeft na jaren debatteren over hervorming van de landbouw, zonder veel vooruitgang, geen eindeloos geduld meer. En het vertrouwen dat Brussel alsnog soepeler gaat zijn voor Nederland rond mest en stikstof is niet zo heel groot. Minister Wiersma heeft daarbij nog meer uit te werken: een andere meetmethode voor stikstof, een nieuw systeem waarbij boeren zelf meer sturen op hun uitstoot. Intussen is er een mestcrisis omdat boeren hun overtollige mest niet kwijt kunnen.

Hoe kan de landbouw schoner en diervriendelijker worden, waarbij boeren nog steeds een goed verdienmodel hebben? Hoe kan een harde
sanering onder boeren worden voorkomen, en kunnen we jonge boeren nog steeds een toekomst geven? Over die kwesties gaat het politieke debat nog steeds, en dat zal ook nog even zo blijven.


Economische Zaken heeft nog minder geld te besteden

Het ministerie van Economische Zaken was qua omvang al nooit de grootste speler in het kabinet. Maar met de overheveling van de klimaatportefeuille naar het nieuwe ministerie Klimaat en Groene Groei blijft er voor minister Beljaarts (PVV) al helemaal niet veel te besteden meer over. Vooral omdat de coalitie in het Hoofdlijnenakkoord abrupt een einde maakte aan het Nationale Groeifonds – opgericht om van 2021 tot en met 2025 innovatieve bedrijven in Nederland te steunen. Van de geoormerkte 20 miljard euro wordt 7 miljard niet uitgegeven. Het budget voor de afhandeling van de aardbevingsschade en de versterkingsoperatie in Groningen is ook weggehaald bij EZ.
Beljaarts, afkomstig van Horeca Nederland, ziet zichzelf als een vakminister en niet als een partijman. Zijn hart ligt naar eigen zeggen bij kleinere ondernemingen. Maar zijn aandacht zal moeten gaan naar de grote bedrijven. ASML, de chipmachinefabrikant uit Veldhoven, staat met stip bovenaan. Deels omdat het bedrijf geraakt wordt door de handelsoorlog tussen de VS en China, deels omdat het technologiebedrijf een aanjager is van innovatie in Nederland.
Beljaarts moet zien hoe hij die innovatie verder kan stimuleren. De verwachtingen van technologische oplossingen is hoog: bijvoorbeeld om het toenemende personeelstekort tegen te gaan of om klimaatproblemen op te lossen. Met een sterk ingekrompen portemonnee ligt teleurstelling op de loer.


100.000 nieuwe huizen graag, maar hoe?

Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), afgeschaft in 2010, is terug en heeft vanaf 2025 weer een eigen begroting. Door de woningnood en grote ruimtelijke vraagstukken – denk aan klimaatverandering, verstedelijking, landbouw, energietransitie – is er nu een minister met een eigen departement.
Er is 5 miljard euro beschikbaar om de woningbouw aan te jagen, en 2,5 miljard euro voor infrastructuur rond nieuwe woningen. Net als het kabinet-Rutte IV wil het kabinet-Schoof 100.000 woningen per jaar bouwen, oplopend tot een totaal bijna 1 miljoen woningen in 2030. Maar de afgelopen jaren is dat jaarlijkse streven niet gehaald. Vorig jaar werden 73.000 nieuwe huizen neergezet.
In de begroting zijn de risico’s en onzekerheden rond de woningbouw onvoldoende in beeld gebracht, stelde de Algemene Rekenkamer vorige maand. Het is aan de Tweede Kamer om de minister te bevragen hoe zij tot 100.000 woningen per jaar denkt te komen, ondanks bijvoorbeeld het stikstofprobleem, het tekort aan bouwgrond en personeel, en de congestie op het stroomnet.
Met het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting moet de minister meer kunnen sturen op hoeveel, waar en voor wie wordt gebouwd. Er is een nieuwe Wet betaalbare huur: de vraag is hoe deze werkt en of middenhuurwoningen goedkoper worden. Belangrijk wordt ook de nieuwe Nota Ruimte, het plan voor de inrichting van Nederland tot 2030, 2050 en 2100.
 


De zorg heeft nieuwe werknemers nodig, maar waar zijn ze?

De olifant in de (Tweede) kamer is het personeelstekort. Dankzij de dubbele vergrijzing – er komen steeds meer ouderen die ook steeds ouder worden – stijgt de vraag naar zorg, terwijl er minder werkenden zijn die deze zorg kunnen verlenen. Nu werkt van de beroepsbevolking een op de zeven in de zorg, in 2060 zou dat een op de drie moeten zijn. Onmogelijk en onbetaalbaar.

Wat is het alternatief? De meest realistische oplossing lijkt: de zorg wordt minder, voor iedereen. Maar dat is geen stemmentrekkende boodschap. En dus loopt de Haagse politiek het liefst om die impopulaire boodschap heen.

Agema kiest voorlopig voor meer artificiële intelligentie („AI wordt een revolutie in de zorg”) en het verminderen van administratieve lasten („mijn heilige doel”), die ervoor  moeten zorgen dat zorgmedewerkers meer tijd hebben voor hun eigenlijk werk: zorgen. Het lijkt een forse uitdaging. Critici wijzen erop dat het  lastig is de vele losse AI-initiatieven breed uit te rollen. En minder papierwerk, dat is iets dat in de praktijk toch vaak niet lukt – al is het alleen maar omdat Kamerleden zelf weer nieuwe regels bedenken. Agema blijft vooralsnog positief. „Alle beetjes helpen”, schreef ze op LinkedIn.


Illustratie Leonieke Fontijn


Energietransitie: alles ligt achter op schema

De minister van Klimaat en Groene Groei wil verduurzamen en tegelijkertijd de economie laten groeien. De energietransitie moet dus door in de voetsporen van haar voorganger Rob Jetten (D66), vindt Hermans. Maar de vraag is hoe. Overal loopt de verduurzaming vast. De plannen liggen er, maar de uitvoering blijkt lastig. Alle ‘grote klappers’ om Nederland te verduurzamen liggen achter op schema. Zo zijn de één-op-één-verduurzamingsafspraken met grote industriële bedrijven vastgelopen, ontbreekt een plan om de landbouw te vergroenen, en gaat de aanleg van warmtenetten (om wijken van het gas af te halen) moeizaam. Bovendien raakt de filevorming op het stroomnet steeds meer burgers en bedrijven.
Intussen vraagt de markt nadrukkelijker om regie vanuit de overheid. Marktpartijen willen zekerheid voordat ze investeren – bijvoorbeeld bij waterstof, dat de zware industrie moet helpen klimaatneutraal te worden. Ook bij de salderingsregeling voor zonnepanelen (die per 2027 wordt afgeschaft) en de ingetrokken warmtepompverplichting dreigt de overheid degenen die geïnvesteerd hebben in verduurzaming, van zich te vervreemden. Minister Hermans moet een manier vinden om de juiste maatregelen en regels te bedenken om zo de vertraging van de klimaattransitie te voorkomen.


Kan de minister de Kamer geruststellen over asiel?

De toon werd al gezet in het Hoofdlijnenakkoord, toen de coalitiepartijen ,,het strengste asielbeleid ooit” aankondigden. Sinds het aantreden van minister Marjolein Faber gaat het nauwelijks meer over iets anders in Den Haag. De vraag is hoe het nu verder gaat. Zal Faber van rel naar rel bewegen, of lukt het haar om partijen in de Tweede Kamer gerust te stellen over het eerbiedigen van democratische en rechtsstatelijke principes?
De Algemene Politieke Beschouwingen vorige maand werden in elk geval gedomineerd door felle discussies over het inzetten van staatsnoodrecht, volgens critici een ondemocratische stap. Het buitenspel zetten van het parlement zal onderwerp van fel debat blijven. Hetzelfde geldt voor het plan van Faber om bij haar collega’s in Europa te blijven hameren op de Nederlandse wens voor een opt-out voor het Europese asielbeleid, terwijl dit pas aan de orde kan zijn bij een verdragswijziging. Wil het kabinet straks met een voorstel voor wijziging komen? En geldt dit alleen voor asiel, of alle vormen van migratie? Waar voor het aantreden van het kabinet-Schoof vaak werd gesteggeld over vermeende aanzuigende werking van asielbeleid, zal nu vaker de vraag worden opgeworpen of de afschrikwekkende werking van de nieuwe asielplannen wel is bewezen.


Defensie heeft ineens geld genoeg

Snel groeien – dat is de opdracht van minister van Defensie Ruben Brekelmans. Voor het eerst sinds de Koude Oorlog is geld niet langer het belangrijkste probleem van de krijgsmacht: voor 2024 bedraagt de defensiebegroting 19,4 miljard euro. Ter vergelijking: tien jaar geleden had Defensie minder dan de helft te besteden. Aangezien een ruime meerderheid van de Tweede Kamer vindt dat de NAVO-norm om 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uit te geven aan de krijgsmacht in de wet moet worden vastgelegd, is Defensie ook de komende jaren verzekerd van voldoende geld.

Dat geld is hard nodig, want met een groeiende dreiging aan de oostflank van het NAVO-gebied moet de krijgsmacht zich in ijltempo voorbereiden op een mogelijk groot conflict. Defensie investeert daarom fors in nieuw materieel en zwaardere wapens. Maar omdat ook andere Europese landen extra geld uitgeven, zijn er nu al lange wachtlijsten bij de defensie-industrie ontstaan en is het de vraag of al het nieuwe materieel tijdig beschikbaar is. Dezelfde groeipijn maakt Defensie door op personeelsgebied: terwijl duizenden vacatures nog niet zijn gevuld, is vooral de landmacht naarstig op zoek naar éxtra militairen voor de reserve. Om een zogeheten ‘schaalbare krijgsmacht’ te realiseren zal Defensie creatief moeten zijn: activering van de dienstplicht, zo zei Brekelmans in oktober tijdens de presentatie van de nieuwe Defensienota, is niet aan de orde.


Er kunnen toch meer ambassades openblijven

Minister Caspar Veldkamp moet bezuinigen – maar minder dan hij eerder vreesde. In het Hoofdlijnenakkoord werd afgelopen zomer afgesproken dat de kosten van het ambtenarenapparaat met 22 procent zouden moeten dalen.  De voorgenomen bezuiniging zou rampzalige gevolgen hebben voor het postennetwerk in het buitenland, zo analyseerde het ministerie in een interne nota: in totaal 34 van de 157 ambassades en andere vertegenwoordigingen zouden moeten sluiten
Dit was onaanvaardbaar, zo besloot het kabinet-Schoof. In het Regeerakkoord van afgelopen september zijn de bezuinigingen deels teruggedraaid. ‘BZ’ hoeft slechts 10 procent van de kosten van het postennetwerk te besparen, een bedrag van iets meer dan 100 miljoen euro. Hierdoor kunnen verreweg de vertegenwoordigingen openblijven, en kan er met de ‘kaasschaaf’ worden bezuinigd. Maar ook dat vraagt keuzes. ,,Bij de besparingsopgave op het apparaatsbudget”, schrijft minister Veldkamp in de begroting, ,,wordt rekening gehouden met verschuivingen op het wereldtoneel”, en ,,de behoeftes van ministeries die voor hun internationale activiteiten afhankelijk zijn van een adequaat postennet” – zoals bijvoorbeeld Economische Zaken en het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. De ambassade in Beijing heeft daarom waarschijnlijk niet veel te vrezen, op de post Accra (Ghana) zal men zich zorgen maken.
 


Illustratie Leonieke Fontijn


De law and order-lijn wordt voortgezet

De rechtsstaat versterken doe je door te ,,blijven staan voor al die mensen die ons dagelijks veilig houden”, vindt justitieminister David van Weel. Hij zet de strenge law and order-lijn van zijn voorgangers door, met plannen voor taakstrafverboden en hogere straffen in het jeugdstrafrecht.

Agenten klagen al langer over het uit zicht raken van ‘echt’ politiewerk. Zo worden in sommige delen van het land kleine misdrijven niet meer opgespoord en vervolgd, vanwege personeelstekorten en voorrang van nationale problemen als de georganiseerde misdaad en grote demonstraties.

Die demonstraties zijn wat het kabinet betreft steeds vaker ,,ordeverstoringen” die hard aangepakt moeten worden. Critici vrezen dat het demonstratierecht op die manier steeds verder onder druk komt te staan. Als minister van Justitie en Veiligheid moet Van Weel balans houden tussen het handhaven van de openbare orde en het beschermen van grondrechten, zoals het recht op betoging.

Aan geld geen gebrek, zeker niet bij de politie. In 2019 kon het politiekorps nog rekenen op 6 miljard euro, voor 2025 is dat 8,1 miljard euro. Deze groei heeft vooral te maken met digitale opsporing en de focus op de bestrijding van de georganiseerde misdaad door de kabinetten-Rutte. Zo zal Van Weel verder vaart moeten maken met de nieuwe kroongetuigenregeling.


Plannen om flexwerk tegen te gaan, zijn al kant-en-klaar

 
Eddy van Hijum (NSC) had het slechter kunnen treffen als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij erfde een stapel kant-en-klare wetsvoorstellen om flexwerk in te perken en van het vaste dienstverband de norm te maken. De plannen worden gesteund door de vakbonden én werkgeversorganisaties. Dat zal Van Hijum helpen als hij ze door het parlement moet loodsen.
Ook voor het terugdringen van arbeidsmigratie, een grote ambitie van dit kabinet, had het vorige kabinet-Rutte IV al plannen in de maak, zoals strengere regels voor uitzendbureaus. Van Hijum zal daar de komende jaren eigen ideeën aan toe willen voegen.
Maar Van Hijum had het ook beter kunnen treffen. Een van de grootste problemen op de arbeidsmarkt, het enorme tekort aan personeel, wordt verder aangejaagd door zijn collega-bewindslieden. In de zorg bijvoorbeeld zijn nu al lange wachtlijsten. Het kabinet wil het eigen risico fors verlagen, wat de zorg toegankelijker maakt. Fijn voor lage inkomens, maar het personeelstekort zal er nóg groter van worden. Hetzelfde geldt voor het plan kinderopvang bijna gratis te maken. Naar verwachting zullen veel meer kinderen hierdoor naar de opvang gaan: vooral uit rijkere gezinnen, want lage inkomens krijgen nu al een hoge toeslag. En vooral ter vervanging van informele opvang door bijvoorbeeld opa’s en oma’s.


Illustratie Leonieke Fontijn


Geen leraren, wel bezuinigingen

De belangrijkste problemen in het onderwijs zijn het lerarentekort en de dalende prestaties van scholieren bij taal en rekenen, maar bij de behandeling van de begroting voor 2025 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal het daar waarschijnlijk weinig over gaan. Weliswaar heeft het kabinet een herstelplan voor de kwaliteit van het onderwijs aangekondigd, maar dat „vraagt om een langere adem”, staat in de begroting. Een oplossing voor het tekort van tienduizend leraren in het basisonderwijs en vierduizend in het voortgezet onderwijs laat dus nog op zich wachten.

Wat er wel snel aankomt, zijn bezuinigingen, vooral op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek. Dat gaat stapsgewijs. Om te beginnen krijgen universiteiten vanaf 2025 geen geld meer voor starters- en stimuleringsbeurzen, die het lesgevend personeel ruimte gaven om ook onderzoek te doen. Daarnaast beperkt het kabinet het budget voor het Fonds Onderzoek en Wetenschap, waaruit toponderzoek werd gefinancierd. De kans dat die bezuinigingen van tafel gaan lijkt nihil. Minister Eppo Bruins heeft meermaals duidelijk gemaakt dat hij gebonden is aan de financiële afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord. Daaruit bleek dat het kabinet op termijn 1 miljard euro wil bezuinigen op academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Hooguit kan Bruins de ene bezuiniging inruilen voor de andere, zoals hij eerder al deed bij de twaalfhonderd banen op universiteiten die dreigden te verdwijnen. Die wist hij te behouden, maar dat ging wel ten koste van de onderzoeksbeurzen.

Onbekend is nog hoeveel Bruins gaat bezuinigen op cultuursubsidies, maar dát het gaat gebeuren, staat vast. De coalitiepartijen willen bezuinigen op rijkssubsidies, en een deel daarvan komt bij cultuur terecht.
 


Illustratie Leonieke Fontijn


De infrastructuur piept en kraakt

Er gaapt een groot gat tussen de ambities van dit kabinet (meer snelwegen, Lelylijn, Nedersaksenlijn) en het budget dat volgend jaar beschikbaar is. Nederland staat volgens minister Madlener voor de „grootste onderhoudsopgave ooit”. De infrastructuur piept en kraakt: autowegen, spoor, vaarwegen, sluizen en viaducten, Schiphol – overal is sprake van achterstallig onderhoud. Rijkswaterstaat ziet tot 2030 het budget stijgen van 2 naar 3 miljard euro en ProRail krijgt er 900 miljoen euro bij, maar dat is niet genoeg. „We kunnen veel minder doen dan we zouden willen”, zei Madlener eerder.
En dus moet er worden gekozen. En die verschillen nogal van de prioriteiten van het vorige kabinet. De huidige coalitie houdt veel meer van het vliegtuig en de brandstofauto dan van duurzame vervoersvormen als trein en bus. Schiphol hoeft minder te krimpen dan de luchthaven en luchtvaartmaatschappij KLM vreesden. En er is circa 1,5 miljard euro om de accijns op benzine, diesel en lpg nog een jaar laag te houden.
Structurele oplossingen om het autorijden goedkoper te maken of het openbaar vervoer betaalbaar voor iedereen zijn er nog niet. Op het vervoer in en rond de grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag bezuinigt het kabinet zelfs 110 miljoen euro per jaar, al lijkt dat een foutje tijdens de coalitie-onderhandelingen.


Lees ook

Liefde voor auto en vliegtuig is terug in het kabinet

De coalitie voert een generieke korting van 10 procent door op rijksgelden voor provincies en gemeenten en dat leidt tot bezuinigingen op het openbaar vervoer.


Vernieuwing van de rechtsstaat, een lange weg

 
Aan minister Judith Uitermark de taak om de rechtsstaat te vernieuwen. Prioriteit daarbij heeft het opheffen van het verbod op ‘constitutionele toetsing’. Op dit moment mogen rechters niet beoordelen of wetgeving in strijd is met de grondwet. Dat wil het kabinet veranderen. Een nieuw “constitutioneel hof”, een verkiezingsbelofte van Uitermarks eigen partij NSC, moet (mede) die toetsing gaan uitvoeren. 
 
Voor het invoeren van constitutionele toetsing en een constitutioneel hof is een verandering van de grondwet nodig. Dat vergt een twee derde meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer. Bovendien moet in beide Kamers twee keer worden gestemd, dus tussendoor moeten er verkiezingen zijn geweest. Uitermark zei weliswaar in WNL op Zondag “met vliegende vaart” aan dit dossier te zijn begonnen, maar het is onzeker of en in welke mate zij resultaten kan boeken. 
 
Uitermark is ook verantwoordelijk voor het coördineren van de bezuinigingen op het ambtenarenapparaat, een andere grote opdracht van dit kabinet. Ministeries moeten 22 procent op ambtenaren bezuinigen. Vorige week meldde de NOS dat uitvoeringsorganisaties – zoals het UWV dat uitkeringen uitkeert – niet worden ontzien. Maar volgens de parlementaire commissie die onderzoek deed naar de toeslagenaffaire betekenden voorgaande bezuinigingen op ambtenaren dat deze instanties hun taken minder goed konden uitvoeren. “Het contact met de burger verdween”, aldus het eindrapport van de commissie. 


Bij de Koning draait het om belasting en functies

Het debat over de begroting van de Koning vorige week ging, meer dan in voorgaande jaren, specifiek over twee kwesties: belasting en functies van familieleden. Over het eerste wordt al decennia gepraat in de Tweede Kamer. In artikel 40 van de Grondwet staat dat de Koning een uitkering van de staat krijgt, en dat hij daarover geen inkomstenbelasting betaalt. Een motie van D66, gesteund door een meerderheid van de Tweede Kamer, vraagt dat te herzien. Maar premier Schoof legde die, net als zijn voorgangers altijd deden, naast zich neer. In het begrotingsdebat kaatste hij de bal terug: als de Kamer duidelijk maakt wat zij wil – brutering of halvering van het inkomen – dan is de opdracht aan het kabinet duidelijker. Dan nog is er een grondwetswijziging nodig.
Over het tweede wordt ook al jaren gedebatteerd. Het Koninklijk Huis bestaat uit vier leden (de koning, zijn echtgenote, moeder, en oudste dochter) die geld krijgen en onder de ministeriële verantwoordelijkheid vallen. Prinses Margriet, Pieter van Vollenhoven, prins Constantijn en diens echtgenote Laurentien moeten zelf geld verdienen, maar vallen ook onder die ministeriële verantwoordelijkheid.
Die rollen schuren soms: bij het ministerie van Financiën is onrust ontstaan over de manier waarop Laurentien opereert als voorzitter van de Stichting (Gelijk)waardig Herstel, dat toeslagenouders helpt. De minister is zowel verantwoordelijk voor zijn ambtenaren als voor de afhandeling van het toeslagenschandaal, als voor Laurentiens handelen. Ook hier vroeg – en kreeg – Schoof tijd: hij wil „reflecteren” op wat ministeriële verantwoordelijkheid moet inhouden.


Lees ook

Tijdens zijn eerste begrotingsdebat ging het meer over de premier zelf dan over een blauwe envelop voor de Koning

Koning Willem-Alexander ontving minister-president Dick Schoof in augustus op paleis Noordeinde voor hun eerste wekelijkse gesprek. Woensdag beantwoordde Schoof vragen over de belastingvrijdom van de Koning.


Lees ook

Coalitie weer in sfeer van crisis: kabinet-Schoof voert een gevecht met de buitenwereld én met zichzelf

Nicolien van Vroonhoven en Geert Wilders (PVV), tijdens de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen.