Een lange rij ChristenUnie-leden, veel zestigers, schuifelt zaterdag het partijcongres in Ede binnen. Ze worden verwelkomd met koffie, thee en glacékoeken met een blauw CU-hartje. „We zijn verbonden door ons verlangen naar christelijk-sociaal beleid,” zegt de eerste spreker Mirjam Muis, gemeenteraadslid in Molenlanden (Zuid-Holland), op het podium. Maar die eenheid staat onder druk door de pro-Israëlische koers van de ChristenUnie en het genocidale geweld in Gaza.
Een Israël-motie van 19 leden die oproept tot een radicale koerswijziging krijgt geen meerderheid, maar wel 28 procent van de stemmen: een opvallende uitslag voor een partij die zich altijd achter Israël schaart. „Overal schieten plantjes op”, zegt indiener Arthur Hegger, gepensioneerd klinisch psycholoog. Een jaar geleden diende hij een vergelijkbaar voorstel in. „Toen was het nog spannend of ik überhaupt tien mensen zou vinden om de motie mee in te dienen.”
Lees ook
Luister de podcast Hoe de vanzelfsprekende christelijke steun aan Israël afbrokkelt
Die motie roept het CU-bestuur op tot een koers volgens internationaal recht, expliciete steun aan de tweestatenoplossing, beëindiging van de Israëlische nederzettingenpolitiek en behoud van de Nederlandse ambassade in Tel Aviv.
Het partijbestuur ontraadde de motie. Partijvoorzitter Ankie van Tatenhove (die zaterdag is opgevolgd door Marco Vermin) erkent dat de Israëlische regering vrede in de weg zit, maar vindt dat de motie voorbij gaat aan de veiligheidszorgen om Israël. „We hebben flanken, we koesteren flanken, maar het zijn wel ónze flanken”, zegt Van Tatenhove.
Controversiële oproep
Een tweede Gaza-motie krijgt steun van het bestuur, en haalt het wel. Die is in lijn met de huidige koers: Hamas veroordelen én Israël aansporen tot vrede. Die motie omvat tevens een oproep aan lokale CU-politici om terughoudend te zijn met publieke uitingen over het conflict – net in de week waarin de Rotterdamse burgemeester en partijprominent Carola Schouten een lange brief over Gaza publiceerde.
Waterschapscommissielid Jos den Hengst is verontwaardigd over die oproep in de motie. „Alsof lokale politici niet weten hoe zorgvuldig om te gaan met internationale kwesties. Dat is niet terughoudend, dat is wantrouwen. Terwijl zij juist midden in de samenleving staan”, zegt hij.
Rik van der Graaf, CU-fractievoorzitter in Utrecht, stemde in die gemeenteraad juist voor een motie om het woord ‘genocide’ te gebruiken in gemeentelijke communicatie over Gaza. „Als de landelijke CU zich meer had uitgesproken, had ik nooit voor gestemd”, zegt hij.
Tegenstelling in de partij
De terughoudendheid om Israël te bekritiseren zit diep bij de CU. De partij ontstond in 2000 uit de fusie van het fel pro-Israëlische Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) en de meer gematigde Reformatorische Politieke Federatie (RPF). Het GPV wortelde in de Amerikaans-evangelische traditie, waarin Israël wordt gezien als bewijs van Gods belofte. Binnen de Nederlandse gereformeerde traditie van de RPF leefde de ‘vervangingstheologie’: het idee dat de kerk zelf het nieuwe Israël is.
„Die tegenstelling zie je nog steeds terug in de partij,” zegt Bart Bolhuis, oud-persvoorlichter van de Europese CU-fractie en mede-indiener van de motie van Hegger die door het partijbestuur werd ontraden. „Uiteindelijk maken ze bovenin een pragmatische afweging.” Daarbij kijkt de partijtop volgens hem over de schouder naar de SGP. „Als wij draaien, zegt de SGP meteen: CU is links, CU kiest de kant van de pro-Palestina-demonstranten.”
De CU-jongerenorganisatie PerspectieF spreekt zich uit tegen de nederzettingenpolitiek en verplaatsing van de ambassade naar Jeruzalem. Die standpunten staan niet in het programma van de ChristenUnie. Voorzitter Jerke Setz ziet wel beweging: „Vlak na ‘7 oktober’ was de consensus: alle reacties van Israël zijn geoorloofd. Maar een paar weken later verschoof dat naar: 100 procent het recht om je te verdedigen, maar kijk ook wanneer het genoeg is.”
Lees ook
Lees de reportage Hoe in twee Friese dorpskerken een taboe verdween: ‘De profeten in het Oude Testament hadden al kritiek op Israël’
Al eerder dit voorjaar bleek in Den Haag hoe de ChristenUnie worstelt. Toen in Gaza vijftien hulpverleners door Israël werden gedood, dienden zes partijen in de Tweede Kamer samen een motie voor een onafhankelijk onderzoek, en bij weigering sancties tegen Israël. CU-Kamerlid Don Ceder diende een bijna identieke motie in — alleen zónder sancties.
Wapens
Volgens kritische CU-leden vormt de nauwe band met organisaties als Christenen voor Israël (CvI) een rem op verandering. Zo was Leon Meijer tot november 2024 voorzitter van CvI International en bestuurslid bij de ChristenUnie. Sara van Oordt, hoofd communicatie bij CvI, stond op de kieslijst van de partij.
Na onderzoek van BOOS, het Nederlands Dagblad en Investico in maart, waarin CvI werd gelinkt aan financiering van nederzettingen en wapens op de Westelijke Jordaanoever, riepen meerdere CU-leden op tot het verbreken van de banden.
Bart Bolhuis ondertekende die oproep, maar kreeg direct een telefoontje uit de partijtop, vertelt hij: „Houd het intern.” CvI zelf ontkende later de beschuldigingen. Oud-bestuurslid Meijer benadrukt dat er geen officiële banden zijn, „alleen mensen die actief zijn bij zowel CU als CvI.” Naar eigen zeggen hield hij zich als CU-bestuurslid bewust afzijdig van Israël en Palestina, voegt hij toe.
Zolang de koers rond Gaza niet wijzigt, zal Bolhuis bij de landelijke verkiezingen niet meer op de CU stemmen, kondigde hij na het congres aan op LinkedIn. De kritiek dringt volgens hem nauwelijks door tot de partijtop. „We worden aangehoord, maar daarna is het klaar”, zegt hij. „Ze zijn als de dood voor discussie. Maar als we dit gesprek niet voeren, raken we elkaar kwijt.”
