„Het was gewoon saai om naar Amerika te kijken, ze liepen echt zó hard”, zegt Lieke Klaver als de medailleceremonie voor de 4×400 meter estafette voorbij is. „Maar wij hebben ook heel hard gelopen. 3.19, dat is een nationaal record. Ons zilver is er toch wel een met een gouden randje”. Stralend staan de Nederlandse estafettevrouwen zaterdagavond in het Stade de France met een olympische medaille om hun nek. De opluchting is groot dat het ze is gelukt.
Vooraf hoopten sommigen dat het zou gaan om een strijd met de Verenigde Staten. Het viertal dat de finale liep – Lieke Klaver, Cathelijn Peeters, Lisanne de Witte en Femke Bol – won in maart dit jaar goud bij de wereldkampioenschappen indoor in Glasgow, en is ook wereldkampioen en Europees kampioen outdoor. Bovendien hadden Klaver en Bol, en ook Peeters als serieloopster, bij deze Spelen al goud gewonnen op de gemengde estafette 4×400 meter. Maar een strijd met de VS werd het niet, daarvoor was dat team vanaf de eerste ronde te oppermachtig in. Het verschil op de finish: ruim vier seconden.
Fenomenale eindsprint
Een strijd om zilver werd het daarentegen wel, een die pas op het laatste rechte stuk werd beslist dankzij opnieuw een fenomenale eindsprint van Bol. De bijna tachtigduizend toeschouwers zagen haar de Britse en Ierse loopster passeren. De stadionspeaker riep de laatste honderd meter achter elkaar met overslaande stem ‘Pays-Bas’.
Bol vertrouwde op die laatste honderd meter: „Ik zag dat de Britten en de Ieren elkaar aan het opjutten waren en ik had mee kunnen doen, maar dat is gewoon dom. Dus ik ben vlak achter ze gebleven tot aan 300 meter. Ik moest wachten, wachten en vertrouwen hebben.”
Een beetje hulp kreeg Nederland toen in de tweede ronde een Jamaicaanse atlete het stokje liet vallen. „Ik zag het vlak voor me gebeuren”, vertelt Peeters. „Ze had een gaatje in de binnenkant laten vallen en dat nam ik in. Ik was even bang dat ze alsnog naar binnen zou gaan, want dan hadden we een probleem gehad, maar het is goed gekomen.”
Voor Klaver en Bol was deze estafette ook een mogelijkheid voor revanche. Klaver werd uitgeschakeld in de halve finale van de 400 meter, en Bol verkrampte in het laatste deel van de finale 400 meter horden waardoor ze brons won, terwijl voorafgaand velen hadden gerekend op een spannende strijd met de Amerikaanse Sydney McLaughlin-Levrone, en minimaal zilver.
Diezelfde McLaughlin trof Bol nu weer bij de estafette, zij het dat de Amerikaanse als tweede loopster startte en Bol als laatste. McLaughlin liep veruit de snelste ronde van alle vrouwen: 47,71. De vraag was hoe Bol zou starten. Op de 400 meter horden was ze te snel begonnen en verkrampte ze op het eind. Maar deze zaterdagavond werd het een vertrouwde ‘Femke Bol-400 meter’: beheerst beginnen en op de laatste 100 meter toeslaan.
Opgevrolijkt
Bol had geen moeite zich weer op te peppen voor deze wedstrijd. „De 4×400 is zo iets compleet anders dan de 400 meter horden. Ik had ook zin om met die meiden te lopen, ze geven me zoveel energie. Nee, het was geen probleem om me weer te herpakken.”
Klaver was de dag na haar uitschakeling op de 400 meter opgevrolijkt door de estafettegroep. „Ik heb tot 11.15 uur uitgeslapen”, vertelt ze. „Ze had heel lang haar telefoon uit” vult De Witte aan. „Toen hebben we op een gegeven moment een koffietje gebracht. Daarna hebben we een spelletje Qwixx gedaan en haar laten winnen. Toen ging het langzaam beter met haar.”
Klaver bevestigt het verhaal, op het laten winnen na: „Ik belde mijn moeder en zei: ik heb zo enorm gelachen. Ja, die meiden zijn gewoon enorm grappig en ik vind mezelf ook grappig. Het was echt top zoals ze me hebben opgevangen.” Bol was donderdagavond pas laat terug na de 400 meter horden, maar de groep had voor haar in het appartetement een briefje opgehangen: ‘We zijn trots op je.’
De Witte had niet verwacht dat ze hier nu met zilver zou staan, ze had er wel van gedroomd. Na de WK in Boedapest vorig jaar had ze nog overwogen om te stoppen. „Maar ik dacht toch ook weer: ik ga het nog een keer proberen. En nu denk ik dat ik wel doorga.”
Klaver is blij met het goud en zilver op de estafettes bij deze Spelen, maar had graag meer gewild: „Om te laten zien dat ik het ook zelf kan, hard rennen, maar ik heb nog tijd.”