
De eerste vergadering is nog maar net geweest, maar de nieuwe Taskforce Antisemitismebestrijding van het ministerie van Justitie trekt nu al vuur. Activisten en critici van Israël maken bezwaar tegen de „eenzijdige” samenstelling van de groep, en de rol van enkele leden.
Zij vrezen gelijkstelling van protesten tegen de oorlog in Gaza met antisemitisme en een chilling effect op demonstraties aan universiteiten, zoals is gebeurd in Amerika. Ook maken ze bezwaar tegen wat zij zien als pro-Israëlische vooringenomenheid van organisaties die zijn vertegenwoordigd in de Taskforce.
Een van de leden, Mirjam van Praag, hoogleraar ondernemerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam, maakte kort na haar toetreden tot de Taskforce bekend dat zij komend jaar ook gasthoogleraar wordt aan de Universiteit van Tel Aviv, waar ze in de jaren negentig studeerde. In NRC hekelde Van Praag eerder de „onveilige situatie” voor Joodse studenten aan Nederlandse universiteiten.
Op sociale media wekte haar nevenfunctie verbazing. De universiteit van Tel Aviv (TAU) is een van de instellingen die aan Nederlandse universiteiten nu omstreden zijn. Commissies van de universiteiten van Tilburg en Nijmegen hebben geadviseerd de samenwerking met Tel Aviv te bevriezen omdat de instelling nauwe banden heeft met de Israëlische defensie. De besturen van de universiteiten moeten daar binnenkort een besluit over nemen.
Opstappen
De nevenfunctie van Van Praag „lijkt me een goed moment om uit de Taskforce te stappen”, meent communicatieadviseur Wim Datema op LinkedIn. Hij is van het Utrechtse burgerinitiatief New Neighbours, dat zich inzet voor mensenrechten en onder meer betrokken was bij sit-ins tegen de Gaza-oorlog.
Justitie laat in een reactie weten dat het de leden van de Taskforce „vrij staat om naast hun rol in de taskforce ook andere nevenfuncties te bekleden”. Van Praag zelf verwijst naar de voorzitter, die verwijst naar het antwoord van de minister.
Haar nevenfunctie staat volgens het ministerie het werk voor de Taskforce niet in de weg: die „adviseert of besluit niet over de samenwerking van Nederlandse universiteiten met Israëlische instellingen. Ook binnen de reikwijdte van de Taskforce is van het beoordelen van universiteiten geen sprake”, aldus het departement. Voorstellen moeten gericht zijn „op de sector als geheel en niet per individuele instelling”.
Niettemin maken docenten die kritiek uiten op de oorlog in Gaza zich zorgen. „Het CJO en het CIDI hebben zich heel negatief uitgelaten over universiteiten die kritisch zijn over Israël”, zegt rechtssocioloog Jeff Handmaker, hooddocent aan de Eramus Universiteit en geregeld in de media bij acties over Gaza. Handmaker vreest dat kritiek op Israël door de Taskforce wordt bestempeld tot antisemitisme, schreef hij deze week in een opiniestuk in Trouw. „Net als in andere landen kan een taskforce antisemitismebestrijding alleen maar een bedreiging voor essentiële democratische vrijheden betekenen”, aldus Handmaker en filosoof Anya Topolski van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Samenwerking verbreken
De Taskforce, begin dit jaar ingesteld door minister Van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD), is een reactie op een reeks van demonstraties in universiteitssteden en sit-ins op NS-stations sinds het begin van de oorlog in oktober 2023. Studenten en docenten aan universiteiten eisen dat hun instellingen de samenwerking met Israëlische partners verbreken.
Onder voorzitterschap van Jaap Smit, oud-commissaris van de koning in Zuid-Holland, moet de Taskforce binnen een jaar „gerichte voorstellen” doen voor de veiligheid van Joodse studenten, over „het weren van antisemitische sprekers” in het hoger onderwijs en over protesten „op ov-stations”.
New Neighbours, in Utrecht mede betrokken bij sit-ins, heeft bezwaar gemaakt tegen de deelname van NS-president-directeur Wouter Koolmees aan de Taskforce. Dat „stigmatiseert rechtmatig protest”, vinden zij, omdat het een relatie legt tussen de sit-ins en antisemitisme. Volgens de groep is antisemitisme bij de sit-ins „een absolute no-go”.
Voorzitter Chanan Hertzberger van het Centraal Joods Overleg (CJO), die ook is benoemd in de Taskforce, protesteerde na een sit-in eind 2023 bij burgemeester Sharon Dijksma (PvdA) van Utrecht tegen de „antisemitische wanvertoning” op het station Utrecht Centraal.
Een woordvoerder van de NS laat weten dat de brief van New Neighbours aan Koolmees „in goede orde is ontvangen” en dat „een nette brief is teruggestuurd, waarin een aantal aantijgingen zijn verworpen”. De organisatie wil met de groep in gesprek gaan, aldus de woordvoerder.
Burgemeester Dijksma heeft de gemeenteraad begin april laten weten „geen beperkingen” te zullen opleggen aan sit-ins op Utrecht Centraal. Haar ervaring tot nu toe is dat die „vreedzaam verlopen en het contact met de organisatie goed is”.
Andere leden van de Taskforce zijn emeritus-hoogleraar strafrecht Tineke Cleiren, consultant en oud-CIDI-bestuurder René Glaser, collegevoorzitter Rianne Letschert van Maastricht University, burgemeester Ton Heerts van Apeldoorn en plaatsvervangend korpschef Nationale Politie Wilbert Paulissen. Ook lid is econoom Eddo Verdoner, nu Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) en eveneens oud-bestuurder van CIDI en CJO.
Het ministerie zegt dat gekozen is voor personen met „ruime bestuurlijke en politieke ervaring en eigen expertise”. Ook zal een beroep worden gedaan op „wetenschappelijke expertise op het gebied van antisemitisme”. Voorstellen van de Taskforce moeten passen binnen „bestaande wet- en regelgeving”.
In de VS hebben tal van universiteiten onder druk van de regering-Trump taskforces ingesteld om per instelling anti-Joodse incidenten op de campus te onderzoeken. Trump heeft bevindingen van taskforces gebruikt om universiteiten te dwingen hun beleid en onderwijs aan te passen. De visa van honderden internationale studenten zijn ingetrokken, enkele zijn uitgezet.
