En weer heeft hij een ontsteking aan zijn voet. De Poolse ‘meneer K.’ zag straatdokter Marcel Slockers zo’n twintig jaar geleden ook al. Toen maakte K. schoon bij een Nederlandse pluimveehouderij. Door de kippenstront waar hij dagelijks in stond, raakte zijn voet geïnfecteerd. Nu ziet zijn kleine teen helemaal rood. Hij is ontstoken, gevolg van het leven op straat. „De teen valt er bijna af”, zegt Slockers.
Het is even stil in de behandelkamer. „Meneer Slockers”, zegt meneer K, „u kent mij al twintig jaar. Wilt u mij alstublieft niet wegsturen?” Slockers doet zijn plastic handschoenen uit en gooit ze weg. „U mag wat meer van uzelf gaan houden”, zegt hij. „En niet denken dat ik u zo weer op straat laat slapen.”
Meneer K. verblijft in Centrum voor Dienstverlening Havenzicht, tegenover de sociëteit van het Rotterdamse studentencorps en een coffeeshop. Naast nachtopvang heeft deze daklozenopvang een verpleegafdeling, waar dakloze en onverzekerde mensen als K. zorg krijgen. Vaak worden ze daarnaar doorverwezen vanuit het ziekenhuis; de afdeling is gespecialiseerd in deze doelgroep.
Meneer K. is een van de duizenden arbeidsmigranten die in Nederland op straat leven. De groep groeit de laatste jaren fors. Drie van de vijf mensen die buiten slapen zijn arbeidsmigranten, stelde het Leger des Heils onlangs vast na een rondvraag onder medewerkers die deze groep helpen. Arbeidsmigratie is een belangrijk onderwerp aan de formatietafel. Donderdag zou de Tweede Kamer erover debatteren, maar dat debat is uitgesteld omdat er mogelijk een coalitieakkoord op komst is.
Arbeidsmigranten die in Nederland laagbetaald werk doen, zoals in de tuinbouw of vleesverwerkende industrie, hebben een grote kans om dakloos te worden als zij hun baan verliezen. Doordat de werkgever vaak ook de huisvesting regelt, verliest de arbeidsmigrant bij ontslag ook de woonruimte. Het aantal arbeidsmigranten in Nederland is in vijftien jaar verviervoudigd, naar bijna een miljoen in 2022.
Ook op de verpleegafdeling van CVD-Havenzicht zien ze de laatste jaren een grote toename aan dakloze arbeidsmigranten. Hun aandeel onder de patiënten is, schatten de hulpverleners, in vijftien jaar eveneens vier keer zo groot geworden.
NRC woonde een werkdag bij van straatdokter Marcel Slockers, die al veertig jaar dakloze en onverzekerde mensen verzorgt op deze afdeling. Deze week spreekt hij in de Tweede Kamer, om zijn zorgen te uiten over dakloze arbeidsmigranten.
Want veel van hen hebben überhaupt geen zorgverzekering. Doordat ze vaak met te veel mensen in een woning verblijven, mogen ze zich van de huisbaas niet inschrijven op dat adres. Daardoor kunnen ze geen zorgverzekering aanvragen: een registratieadres is daarvoor verplicht.
Soms regelt de werkgever alsnog een zorgverzekering, maar net als de woonruimte raakt de arbeidsmigrant die kwijt bij ontslag. „Contract wordt ontbonden bij ziekte”, staat dan in de arbeidsovereenkomsten die ook de zorgverzekering regelen. Ofwel: juist als je ziek wordt, verlies je de zorgverzekering die je via je werkgever had.
Maar ook mét verzekering mist een meerderheid van de arbeidsmigranten toegang tot de bijbehorende zorgpas, constateerde vakbond FNV in 2020 na een enquête. Hun uitzendbureau sluit doorgaans wel een zorgverzekering af, maar houdt de zorgpas in eigen beheer. Arbeidsmigranten die acuut zorg nodig hebben, bijvoorbeeld na een bedrijfsongeval, kunnen dan niet aantonen dat ze verzekerd zijn, ziet de bond. Ze moeten dan eerst het uitzendbureau benaderen, dat niet altijd direct in actie komt. Vier jaar na de enquête is dit beeld volgens de FNV min of meer onveranderd.
Slockers en het team verpleegkundigen en maatschappelijk werkers van Havenzicht bespreken op een woensdagmiddag in mei hoe het met de twintig patiënten op de verpleegafdeling gaat. De meeste hebben een vorm van kanker, verslavingsproblemen, hartfalen of psychische stoornissen. Veelal hebben patiënten zorgverzekering noch inkomen. Sommigen zijn niet ingeschreven in de burgerlijke stand en hebben geen bankrekening.
Na de wekelijkse bespreking maken Slockers en de verpleegkundige een rondje op de verpleegafdeling. Vanwege hun kwetsbare situatie worden de patiënten (op één vrouw na allemaal man) in aanwezigheid van de verslaggever aangeduid als ‘meneer’ of ‘mevrouw’ en de eerste letter van hun achternaam, zoals ‘meneer K.’ uit Polen.
„Kijk nou, daar groeit al nieuwe huid!”, zegt Slockers tegen meneer S. terwijl hij de open wond opzij van diens borst onderzoekt. Bij binnenkomst in de verpleegkamer klinkt housemuziek. Op de vloer ligt een Feyenoord-bal. Meneer S. houdt zijn arm omhoog, zodat de arts bij de lichtroze huid rond het gat in zijn borst kan. „Je bent mijn trots”, zegt Slockers.
De straatdokter en verpleegkundigen zien dagelijks dakloze mensen zonder zorgverzekering die vaak pas in een laat stadium van ziekte voor het eerst bij een arts komen. Door gebrek aan hygiëne op straat kan een kleine infectie al leiden tot ingrijpende operaties.
Zo moest meneer S. een paar weken geleden een deel van zijn borstkas laten amputeren, nadat hij eind januari een ernstige ontsteking had opgelopen. Net als veel andere dakloze mensen verzamelde hij blikjes uit prullenbakken voor statiegeld. Hij raakte iets scherps toen hij zijn arm diep in een prullenbak stak en liep zo een kleine snijwond op. Binnen enkele uren was zijn arm geïnfecteerd, en later zijn borst. Inmiddels is hij vijf keer geopereerd, en pas die laatste keer met succes. Slockers: „Om dit te voorkomen, kunnen mensen blikjes beter aan de prullenbak hangen, in plaats van ze erin te gooien.”
Briefadres
Een paar kamers verder verblijft meneer Z., afkomstig uit China, die in Nederland jarenlang in een Chinees restaurant werkte. Hij heeft een zware alcoholverslaving, hepatitis B en werd ontslagen vanwege zijn ziekte. Nu heeft hij geen inkomen, bankrekening, adres en zorgverzekering. Hulpverleners proberen een briefadres voor hem te regelen, zodat hij een zorgverzekering en bijstandsuitkering kan aanvragen.
Meneer Z. ziet geel, zegt Slockers, door leverproblemen als gevolg van de hepatitis B en zijn alcoholverslaving. Door leverfalen had hij aanvankelijk veel water in zijn buik. Slockers haalt een meetlint uit zijn zak. „77 centimeter”, zegt hij als het lint om de buik van meneer Z. heen zit. „Dat ziet er al beter uit.”
Onverzekerden, zoals meneer Z., kunnen via de zogeheten CAK-regeling alsnog medisch noodzakelijke zorg krijgen. De regeling geldt onder anderen voor mensen zonder thuisadres en voor mensen zonder verblijfsvergunning.
Deel hersenen verwijderd
Meneer A. kwam in 1976 vanuit Marokko naar Nederland om als gastarbeider in een steenfabriek en in de Rotterdamse haven te werken. Hij raakte in de problemen toen bleek dat zijn verblijfsvergunning was verlopen en hij als illegaal beschouwd werd.
„Doe je muts eens af”, vraagt Slockers. Op het voorhoofd van meneer A., die binnen zijn jas aan heeft, zit een litteken. Een deel van zijn hersenen werd verwijderd, daar zaten uitzaaiingen van de longkanker. Nu krijgt hij immunotherapie en verblijft hij al meer dan een jaar op de verpleegafdeling van CVD-Havenzicht. Meneer A. is terminaal ziek. Om nog een beetje inkomen te hebben, verzamelt hij blikjes op straat.
Lees ook
De ontslagen arbeidsmigrant belandt in het bos
Na het rondje op de verpleegafdeling begint het inloopspreekuur, voor iedereen die geen eigen onderkomen of zorgverzekering heeft. Een van hen is de Amerikaanse meneer D. Drie jaar geleden kwam hij voor een relatie naar Nederland en ging hij hier werken als vrachtwagenchauffeur. Hij verloor zijn baan en de relatie ging uit. Sindsdien heeft hij geen woonruimte. De verpleegkundige meet zijn bloeddruk. „Veel te hoog”, zegt ze.
Slockers schrijft hem nieuwe bloeddrukmedicatie voor, bovenop de medicijnen die hij al slikt. „Het kan ook zijn”, zegt hij, „dat uw bloeddruk zo hoog is door uw stressvolle situatie.” Heeft meneer D. eraan gedacht terug te keren naar de Verenigde Staten, waar hij nog familie heeft? Er zijn instanties die daarmee kunnen helpen, weet de arts. Meneer D.: „Ik wil eerst werken om zelf mijn vliegticket bij elkaar te sparen. Het zou mijn eer aantasten als iemand anders voor mij betaalt. Ik ben met eer naar Nederland gekomen, en wil ook met eer vertrekken.”
Ook de Poolse meneer K. wil graag weer werken om zijn leven op de rit te krijgen, maar uitzendbureaus willen hem niet hebben. Vanwege zijn gezondheidsproblemen; naast de ontsteking in zijn teen heeft hij diabetes en is hij verslaafd aan alcohol. „Ik meld me overal aan, maar word telkens afgewezen. Misschien is het wel mijn schuld.”
Slockers zucht. „Nee”, zegt hij. „Dat is het niet.”
Dit stuk is woensdag 15 mei geüpdatet met nieuwe informatie over het uitgestelde Kamerdebat over arbeidsmigratie.