N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Burgeroorlog Het Oslo Peace Research Institute telde 6.337 dodelijke burgerslachtoffers, die sinds de coup van februari 2021 „om politieke redenen” om het leven kwamen.
De militaire staatsgreep in Myanmar heeft al minstens aan 6.300 burgers het leven gekost. Dat blijkt uit een dinsdag verschenen rapport van het Oslo Peace Research Institute (OPRI). De onderzoekers wijzen de junta aan als belangrijkste schuldige voor het geweld, maar ook anti-junta-troepen zouden „veel bloed aan hun handen hebben”, aldus de onderzoekers. Het rapport gaat gepaard met een duidelijke waarschuwing: als het geweld in Myanmar blijft escaleren, dreigt het land met het systematisch elimineren van politieke tegenstanders verder af te dalen naar de afgrond. Het conflict houdt het land inmiddels al ruim twee jaar in zijn greep, zonder enige tussenkomst van de internationale gemeenschap.
Sinds het begin van de coup betalen vooral burgers een gruwelijke prijs voor de opstand tegen het regime. In februari 2021 nam het leger de macht na de afzetting van de democratisch verkozen leider en Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi en de arrestatie van diverse ministers. Suu Kyi en haar partij National League for Democracy (NLD) zouden de gewonnen verkiezingen van een jaar eerder hebben vervalst, klonk het in de rechtvaardiging van het leger. Als reactie trokken burgers massaal de straat op om te protesteren tegen deze staatsgreep. Sindsdien orkestreert de junta een grootschalige campagne waarbij hard wordt opgetreden tegen kritische stemmen.
Menselijke tol
Het OPRI telt 6.337 dodelijke burgerslachtoffers, die „om politieke redenen” om het leven kwamen. Het zou gaan om de periode tussen 1 februari 2021, het begin van de staatsgreep, en 30 september 2022. Het aantal gewonden kwam op 2.614. Volgens de auteurs van het onderzoek tonen de resultaten dat de menselijke tol van het conflict hoger is dan eerder werd gemeld. Het instituut houdt het regime, waaronder het leger, politie en milities vallen, verantwoordelijk voor zeker de helft van de slachtoffers. Ruim tweeduizend doden zijn toe te schrijven aan geweld door gewapende tegenstanders. Van veel dodelijke slachtoffers is de oorzaak niet bekend.
Het is ingewikkeld om in de chaotische context van de burgeroorlog nauwkeurige cijfers over burgerdoden vast te leggen. De Assistance Association for Political Prisoners (AAPP), een Myanmarese belangenorganisatie, spreekt van ruim 3.500 burgers die sinds het begin van de coup door het regime werden vermoord. Volgens eerdere cijfers van de VN zijn 1,2 miljoen van de ongeveer 55 miljoen burgers ontheemd geraakt. De helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens.
Bij het stadhuis in het centrum van Amsterdam hadden zich donderdagavond honderden betogers verzameld voor een demonstratie tegen antisemitisme. Het protest verliep rustig, al is er vanwege de eerdere onrust in Amsterdam veel politie op de been in de binnenstad. Enkele pro-Palestijnse tegendemonstranten werden vrijwel direct uit de menigte weggeleid.
Al eerder had de Amsterdamse driehoek (de burgemeester, het OM en de politie) een aangekondigde pro-Palestijnse tegendemonstratie op dezelfde plek verboden. Dat protest mocht wel plaatsvinden op het Museumplein, zei de gemeente.
Enkele actievoerders hebben desondanks toch pro-Palestijnse leuzen geroepen bij de manifestatie tegen Jodenhaat. De politie zei dat deze mensen naar het Museumplein moesten vertrekken of anders gearresteerd zouden worden. Voor zover bekend zijn er geen arrestaties verricht.
Bussen onder politiebegeleiding
De demonstratie tegen antisemitisme stond eigenlijk gepland op de Dam. Maar omdat daar veel winkelend publiek is vanwege de aanloop naar de feestdagen en 5 december, verplaatste de gemeente het protest naar het plein voor de Stopera.
Toen de manifestatie begon rond 19.00 uur kwam een deel van de betogers in bussen onder politiebegeleiding aan. De bussen vervoerden onder andere mensen uit de streng christelijke gemeenten Nijkerk, Urk en Staphorst, die de demonstratie wilden bijwonen. Veel mensen droegen de Israëlische vlag mee.
De demonstratie werd georganiseerd door onder meer Christenen voor Israël, het CIDI en Centraal Joods Overleg.
Miljoenen pagina’s zijn inmiddels gescand. Alles staat bij het Nationaal Archief klaar om vanaf begin volgend jaar de strafdossiers van zo’n 425.000 mensen, die na de Tweede Wereldoorlog verdacht werden van collaboratie met de Duitsers, online te zetten. Uiteindelijk moet dat het grootste digitaal doorzoekbare oorlogsarchief in Nederland worden. Maar ruim een maand voor de deadline twijfelt het Nationaal Archief of de privacyrechten van ‘foute Nederlanders’ die nog in leven zijn, voldoende beschermd worden. Daarbij is het vooral wachten op bevindingen van de Autoriteit Persoonsgegevens, die volgende week antwoord geeft op de vraag of digitale ontsluiting van al die strafdossiers juridisch door de beugel kan.
In een interne, tot afgelopen donderdag vertrouwelijke notitie van het Nationale Archief, werd al in 2023 gewaarschuwd voor de risico’s van schadeclaims en torenhoge boetes van de Autoriteit Persoonsgegevens, die kunnen oplopen tot 750.000 euro per overtreding. Aan de notitie werd verder geen ruchtbaarheid gegeven en werd ook niet besproken met de direct betrokken maatschappelijke organisaties. Wel werd er afgelopen augustus besloten om pas op de plaats te maken met volledige digitale ontsluiting.
Vanaf januari worden eerst de zwaarste gevallen digitaal gepubliceerd omdat die al publiek bekend zijn, zoals bijvoorbeeld de Drie van Breda. Vanaf juli 2025 zouden de andere strafdossiers moeten volgen, onder meer van mensen die na opsporingsonderzoek niet voor de rechter kwamen, of helemaal niet werden veroordeeld. Dat gaat om, naar schatting, 329.000 dossiers.
Lees ook
Het oorlogsverleden van ‚foute’ en verdachte Nederlanders wordt openbaar
Strafbare feiten
Maar volgens die eigen notitie moet er veel meer gebeuren om de rechten van nog levende betrokkenen in die dossiers te beschermen, zeker als hun persoonsgegevens direct herleidbaar zijn tot strafbare feiten. Zo moet herleidbaar zijn wie digitaal naar informatie zoekt en mogen digitale persoonsgegevens niet via zoekmachines als Google te vinden zijn. En er moet een speciale tool komen die kwetsbare persoonsgegevens herkent en die kan anonimiseren. Er zijn passende waarborgen nodig „voor informatie die betrekking heeft op bijzondere of strafrechtelijke persoonsgegevens van mogelijk nog levende betrokkenen” luidt het letterlijke advies uit de notitie. Maar niet alle adviezen zijn opgevolgd.
Het is de vraag of de Autoriteit Persoonsgegevens, dat inmiddels wel over dat vertrouwelijke advies beschikt, volgende week genoegen neemt met de manier waarop nu wordt omgegaan met de privacyrechten van nog levende betrokkenen.
Het is een risicovolle onderneming
„Het is een risicovolle onderneming”, constateerde professor Charles Jeurgens, hoogleraar archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, afgelopen juni in een wel openbare externe risicoanalyse. Die was gemaakt op verzoek van het Nationaal Archief en de Werkgroep Herkenning, een platform van nabestaanden van ‘foute Nederlanders’.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Documenten uit het Nationaal Archief worden ingescand in de scanstraat. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Documenten uit het Nationaal Archief worden ingescand in de scanstraat. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/28210627/data124963773-687aae.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-7.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-5.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-6.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-7.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-8.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/2lt_07UbDEioDlSN8Jvk0ly1W8c=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/28210627/data124963773-687aae.jpg 1920w”>Documenten uit het Nationaal Archief worden ingescand in de scanstraat.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Miljoenen documenten met informatie uit strafdossiers zijn ingescand bij het Nationaal Archief. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Miljoenen documenten met informatie uit strafdossiers zijn ingescand bij het Nationaal Archief. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/28210625/data124963755-1a0efb.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-11.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-9.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-10.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-11.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/nationaal-archief-twijfelt-over-digitaal-beschikbaar-maken-van-strafdossiers-tweede-wereldoorlog-12.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/h2rU7vcjGL2SZR_uusA7uTIcjNg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/28210625/data124963755-1a0efb.jpg 1920w”>Miljoenen documenten met informatie uit strafdossiers zijn ingescand bij het Nationaal Archief.
Foto’s: Dieuwertje Bravenboer
Ook Jeurgens concludeert dat er „het risico is dat de rechten en vrijheden van betrokkenen worden aangetast, met mogelijk reputatieschade”. En dat ook het Nationaal Archief als verwerkingsverantwoordelijke „het risico loopt dat hij op de vingers kan worden getikt door de Autoriteit Persoonsgegevens of geconfronteerd kan worden met rechtszaken”.
Tegelijkertijd zegt Jeurgens in een toelichting dat er geen jurisprudentie voorhanden is „waarmee te voorspellen is hoe rechters straks oordelen”. Europese regelgeving maakt het volgens Jeurgens mogelijk om privacywetgeving op te rekken als het om historische archieven met betrekking tot Holocaust en genocide gaat. Maar dan moet Nederland die Europese regelgeving wel implementeren in de Nederlandse wetgeving en dat is tot nu toe nog niet gebeurd.
Digitale ontsluiting van belang
Het Centraal Joods Overleg (CJO) heeft inmiddels opgeroepen om dat alsnog te doen bij de behandeling van de nieuwe Archiefwet, begin volgend jaar in de Tweede Kamer. Dat kan volgens het CJO op korte termijn „en dus met minimale vertraging”.
Dat zou niet alleen meer armslag bieden bij digitale beschikbaarheid van die strafdossiers na de oorlog, maar ook voor andere oorlogsarchieven die binnenkort openbaar worden, zoals die van het Rode Kruis.
Met name voor Joodse nabestaanden is digitale ontsluiting van die strafdossiers van belang omdat er nu alleen nog maar op naam van verdachten gezocht kan worden, niet op die van slachtoffers. „Dat is een grote belemmering om de geschiedenis van hun vermoorde familieleden te weten te komen”, aldus het CJO. „Complete openheid is het recht van overlevenden, nabestaanden en alle burgers om volledig te begrijpen wat er gebeurd is in de donkerste dagen van de Nederlandse geschiedenis.”
Lees ook
Mijn familie was fout in de oorlog. En dat mag nu iedereen weten
De oppositie in de Tweede Kamer vond het donderdagochtend een merkwaardige situatie. De minister van Onderwijs die in de grote debatzaal zijn bezuinigingen op onderwijs en wetenschap zou gaan verdedigen, terwijl achter de schermen nog volop over die bezuinigingen werd onderhandeld – door anderen. De fractievoorzitters van de coalitiepartijen hadden woensdag de hele dag gesprekken gevoerd met vier oppositiepartijen over alternatieven voor de bezuinigingen, de verwachting was dat ze daar donderdag mee verder zouden gaan. Kon het debat niet beter uitgesteld worden tot die onderhandelingen afgerond waren? Of anders naderhand nogmaals heropend worden?
Maar de coalitie wilde niet meegaan in die verzoeken. Er waren dinsdagavond in het eerste deel van het debat allerlei vragen gesteld aan de minister en die moest hij nu beantwoorden. De minister zelf zag ook geen probleem. Hij liet niet merken of hij het vervelend vond dat er achter zijn rug om onderhandeld werd. Ook was niet aan hem te zien of hij zich het verwijt aantrok van PVV, VVD en BBB dat in de wandelgangen rondging. De minister had volgens de coalitiepartners moeten zorgen dat zijn begroting voldoende draagvlak kreeg, zo viel daar te horen. Nu waren er binnen de oppositie twee blokken gevormd die beiden dreigden de begroting weg te stemmen als die half december in de Eerste Kamer zou worden behandeld.
Monsterverbond
En zo begon Eppo Bruins (NSC) bij het debat ogenschijnlijk onverstoorbaar aan zijn uiteenzetting waarom de bezuinigingen op onderwijs noodzakelijk zijn, en hoe hij die wil uitvoeren. Het kabinet kiest ervoor om te investeren in veiligheid, de bestaanszekerheid van mensen en het gezond houden van de overheidsfinanciën, zei hij, en daarom moet er bezuinigd worden op onderwijs. „Maar we moeten het ook in perspectief blijven zien. Er gaat nog steeds heel veel geld naar onderwijs en wetenschap.”
Dogukan Ergin (Denk) vroeg of de minister zich niet „onder curatele gesteld” voelde door de fractievoorzitters die aan het onderhandelen waren over „zijn” begroting. Bruins liet zich niet van de wijs brengen: „Ik vind het belangrijk om het parlementaire proces op een ordentelijke manier te doorlopen. En ik sta vandaag hier in de Tweede Kamer om onze OCW-begroting te verdedigen en om zoveel mogelijk fracties te overtuigen van de inzet van het kabinet. Hoe het in de Eerste Kamer gaat lopen, dat kan ik niet voorspellen.”
Lees ook
Coalitie is niet bang om met onderwijsbezuinigingen op een muur af te rijden
De amendementen die de oppositiepartijen hadden ingediend om de bezuinigingen ongedaan te maken werden door de minister ontraden, omdat daarvoor geld gevonden zou moeten worden op andere begrotingen, bijvoorbeeld die voor zorg. GroenLinks-PvdA, SP, Partij voor de Dieren, Volt en Denk willen het hele pakket aan bezuinigingen (samen 1,9 miljard euro) schrappen.
Een ander verbond van oppositiepartijen, D66, CDA, ChristenUnie en JA21 had voorstellen gedaan om 1,3 miljard euro aan bezuinigingen ongedaan te maken. Dat willen ze onder meer financieren door het eigen risico bij de zorgverzekering minder te verlagen dan het kabinet van plan is. Bij dit zelfbenoemde ‘monsterverbond’ van partijen bleek zich donderdag ook de SGP te hebben aangesloten.
Langstudeerboete
Bruins ging niet dieper in op die voorstellen. De ergernis van de oppositie daarover werd nog versterkt doordat hij ook niet veel duidelijkheid kon geven over de manier waarop hij een van de meest omstreden bezuinigingsplannen wil uitvoeren: de verhoging van het collegegeld voor studenten die langer over hun studie doen dan daarvoor staat.
Volgens Bruins blijkt de invoering van deze ‘langstudeermaatregel’ (door tegenstanders omgedoopt tot ‘langstudeerboete’), die de schatkist jaarlijks bijna 300 miljoen euro moet besparen, ingewikkelder dan gedacht en kan die op zijn vroegst in het studiejaar 2028/29 ingaan. Maar in het hoofdlijnenakkoord is vanaf 2026 al een deel van deze bezuiniging ingeboekt.
Bruins zei dat hij daar niet onderuit kan. „Dus we zullen alternatieve bezuiniging moeten vinden op de OCW-begroting. Dat schoot D66 en GroenLinks-PvdA in het verkeerde keelgat, zij vonden dat „onbehoorlijk bestuur”, omdat het bij studenten en onderwijsinstellingen onzekerheid geeft over de toekomst.
Het debat leidde niet tot toenadering tussen coalitie en oppositie. Pogingen om tot een oplossing te komen vonden opnieuw plaats elders in het Kamergebouw. Eerst kwamen achter de schermen de fractievoorzitters van de coalitie bij elkaar, vervolgens de financieel woordvoerders. Aan het eind van de middag was ook het ‘monsterverbond’ aan tafel uitgenodigd.
De verwachting is dat de onderhandelingen de komende dagen zullen doorgaan. Mocht er voor de stemming over de begroting, die staat gepland op donderdag 5 december, een deal liggen, dan wil GroenLinks-PvdA het debat heropenen. De vraag is of de coalitie daar dan wel mee instemt.