Het wetsvoorstel dat de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs dient te beteugelen, moet beter worden uitgewerkt. Dat stelt de Onderwijsraad dinsdag in een advies. Demissionair minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, D66) had de raad om advies gevraagd, nadat hij veel kritiek had gekregen van (voornamelijk) universiteiten op zijn wetsvoorstel ‘internationalisering in balans’.
De raad zet vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van een bepaalde toets die Dijkgraaf voorstelt. Daarmee wil hij bepalen of een bacheloropleiding in een andere taal dan het Nederlands mag worden gegeven. De toets is ook het onderdeel waar de universiteiten de meeste kritiek op hebben, omdat deze te stevig zou ingrijpen in hun autonomie. Volgens de Onderwijsraad mist de toets „heldere, afgebakende en gewogen criteria” en doet deze daarom afbreuk aan het „principe van rechtszekerheid”. Bovendien, vindt de raad, staan de beoogde doelen van de toets niet in verhouding tot de administratieve lasten. Hij adviseert instellingen „expliciet, inhoudelijk en transparant” verantwoording te laten afleggen over de gekozen opleidingstaal via al bestaande, maar versterkte, verantwoordings- en toetsingsmechanismen.
De raad oordeelt positief over het voorstel tot uitbreiding van de mogelijkheden om een numerus fixus in te stellen, zodat de instroom van internationale studenten bij bepaalde studies beperkt kan worden. Maar hij denkt dat dit meer vereist, namelijk maatregelen voor de bekostigingssystematiek van het hoger onderwijs. Nu is het zo dat onderwijsinstellingen meer overheidsgeld krijgen als ze meer studenten aantrekken. Dat zou leiden tot de perverse prikkel om zoveel mogelijk internationale studenten te werven.
Lees ook
Geen Engels meer op de universiteit? Dat ligt net even anders
Hoge instroom
Ook is de raad positief over de uitbreiding van de verplichting om de Nederlandse taalvaardigheid van studenten te bevorderen. Alleen hij vindt dat niet alleen internationale studenten, maar ook internationale docenten en onderzoekers het Nederlands binnen een afzienbare periode op een voldoende niveau moeten beheersen.
Stichting Beter Onderwijs Nederland (BON) – die sinds 2006 oplossingen aandraagt om het onderwijs te verbeteren – uit in een reactie haar zorgen over het advies van de onderwijsraad. „Als dit advies wordt opgevolgd, loopt de invoering van de wet nóg verdere vertraging op, omdat er nog meer onderzoek moet worden gedaan, terwijl de problemen zeer urgent zijn.”
Verder vindt BON óók dat de eerdergenoemde toets uit het voorstel verwijderd moet worden, maar om een andere reden dan de Onderwijsraad: „De overheid besluit dan dat een Engelstalige bacheloropleiding in principe geen doelmatige besteding van overheidsgeld is, en daarmee nooit in aanmerking kan komen voor bekostiging door de overheid.” Volgens BON gaat de Onderwijsraad ten onrechte ervan uit dat de onderwijsinstelling zelf de onderwijstaal mag kiezen en dat het een kwestie is van betere verantwoording. Maar die keuze ligt bij de politiek, stelt BON.
Met de wet wil Dijkgraaf zowel de hoge instroom van internationale studenten als de verengelsing van het hoger onderwijs tegengaan. Beide spelen vooral op universiteiten. In het studiejaar 2022-2023 kwam meer dan een derde van de eerstejaarsstudenten op de Nederlandse universiteiten uit het buitenland, volgens CBS-cijfers. Dat zorgt voor een groeiend tekort aan studentenkamers, overvolle collegezalen, hoge werkdruk voor docenten, dreigende verdringing van Nederlandse studenten bij bepaalde studies en van het Nederlands als onderwijstaal.
Lees ook
Onderwijsminister Dijkgraaf roept universiteiten op actieve werving internationale studenten te staken