‘De eigenschappen van neutrino’s veranderen niet, maar door oscillatie veranderen ze even, en dan gaan ze weer terug naar hoe het was”, zegt een boeddhist in de film Neutrino. „Ik weet niet of het klopt wat ik hier zeg. Ik heb het me drie keer uit laten leggen, maar ik begrijp het nog steeds niet goed.” Dat hoeft voor hem ook niet, vertelt hij later, als boeddhist kan hij goed accepteren dat er dingen zijn die hij niet helemaal doorgrondt. Neutrino’s zijn onderdeel van het leven, van de natuur, dat is genoeg.
Dat de boeddhist wordt bevraagd over zijn kennis over neutrino’s komt doordat hij in het Japanse bergdorp Mozumi woont. Even verderop, binnenin de berg Ikeno, waar Mozumi tegenaan is gebouwd, bevindt zich een groot wetenschappelijk experiment om neutrino’s te observeren. Onzichtbare, ongrijpbare, en nog grotendeels onbegrepen deeltjes.
In verstilde beelden is te zien hoe een rubber bootje met mensen in stofvrije pakken langzaam over spiegelglad water glijdt. Langs de muren zijn talloze goudgele, halfronde ballen van glas te zien. Onder het heldere water meer ballen van glas, het zijn er 11.000 in totaal. Goudgele libellenogen, noemt de voice over ze. Ooit gingen zesduizend ballen door een kettingreactie per ongeluk stuk.
Lichtflitsjes
De ‘libellenogen’ lijken op lampen, maar ze doen het tegenovergestelde: ze absorberen het licht dat ontstaat als een neutrino op een ander deeltje botst. Want dat is wat dit experiment genaamd Super-Kamiokande doet: interacties van neutrino’s met andere deeltjes detecteren. „Als een neutrino een wisselwerking aangaat met een proton, laat dat een lichtflitsje achter”, zegt een van de onderzoekers. „Een proton verandert dan in een neutron, en dat laat even later nog een lichtflitsje zien. Die twee signaaltjes achter elkaar vertellen ons dat er een neutrino-interactie heeft plaatsgevonden”.
Het experiment is zo gigantisch, omdat de kans om een neutrino te zien heel klein is. Om de kans om toch iets te zien te vergroten, is een groot apparaat nodig. „Als je vijf minuten de observatiekamer filmt, zie je dus niks”, lacht een van de Japanners die werkt voor het experiment tegen de filmmakers.
Alleen al het aanschouwen van de intrigerende Super-Kamiokande maakt de film de moeite waard, maar de makers vragen zich ook af wat de decennialange aanwezigheid van dit wetenschappelijk huzarenstukje diep in een heilige berg doet met het nabijgelegen plattelandsdorp. Veel, en toch ook weer weinig. De mijnwerkers die hier ooit werkten zijn vervangen door buitenlandse wetenschappers. Het houdt het dorp levend. En het ongrijpbare karakter van de neutrino past wel bij hoe de Japanners tegen natuur en hun goden aankijken. Het goddelijke is overal, in de berg, in de bomen, in het gras. Je ziet het niet, het is overal en het is nooit echt te doorgronden. Net als neutrino’s.