Een 43-jarige voormalige ingenieur van ASML wordt beschuldigd van het stelen van vertrouwelijke informatie van meerdere chipbedrijven, waaronder ASML en NXP, en deze door te sluizen naar Russische staatsbedrijven. De verdachte, German A., reisde regelmatig naar Moskou, waar hij contant geld zou hebben ontvangen voor de gestolen gegevens. Het Openbaar Ministerie stelt dat deze informatie werd gebruikt voor het opzetten van een micro-elektronica fabriek in Rusland.
Volgens het OM heeft de verdachte tussen november 2015 en augustus 2024 vertrouwelijke documenten, zoals technische handleidingen en machine-informatie, van chipbedrijven ASML en NXP gestolen en doorgespeeld.
Deze informatie werd via USB-sticks, chatberichten en tijdens reizen naar Rusland doorgegeven aan Russische staatsbedrijven, volgens het OM. In ruil voor deze informatie zou de verdachte contant geld ontvangen hebben.
‘Klinkklare onzin’
De opsporingsdienst FIOD ontdekte tijdens een huiszoeking meerdere USB-sticks met gevoelige bedrijfsinformatie van de chipbedrijven. Ook werden er Signal-chatberichten gevonden, waarin technische details werden gedeeld. Zo zou de verdachte de Toollijst SMOS8 hebben gedeeld in een Signal-groep, een lijst afkomstig van NXP. Deze lijst bevat machines die essentieel zijn voor de productie van geavanceerde technologieën in de microchip-industrie. Volgens het OM zou de verdachte in zijn berichten aan contacten hebben geschreven dat de informatie zowel voor civiele als militaire toepassingen geschikt was. Daarnaast wordt gesteld dat de verdachte opzettelijk bestanden heeft gewist na zijn aanhouding.
De verdachte werkte eerder bij Philips, de TU Delft en Mapper Lithography, dat later door ASML werd overgenomen. Na het faillissement van Mapper werd de inboedel van het bedrijf overgenomen door ASML. De verdachte was een van de meer dan tien Russen die betrokken waren bij de overname, die verder ook zo’n 100 andere medewerkers omvatte.
Hoewel de verdachte en zijn advocaat aanwezig waren, konden zij zich nog niet inhoudelijk verdedigen, aangezien dit pas mogelijk is tijdens de inhoudelijke zitting en niet bij de pro forma zitting. De verdachte zat met een tolk in de zaal. Hij benadrukte alle beschuldigingen te ontkennen en noemde de aantijgingen „klinkklare onzin”. Maar toch liet de advocaat weten geen verzoek in te dienen voor de opheffing van de voorlopige hechtenis.
De rechtbank besloot dan ook deze te verlengen. Het risico op vluchtgevaar werd als hoog ingeschat, mede omdat hij zowel de Russische als Israëlische nationaliteit bezit en nauwe banden onderhoudt met Rusland. Ook heeft hij geen vaste woon- of verblijfplaats meer in Nederland.
Omvangrijk en complex
Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) legde de verdachte een inreisverbod van 20 jaar op, bleek uit onderzoek door Nieuwsuur afgelopen weekend. Dit soort verboden wordt zelden opgelegd en alleen in gevallen waarin de nationale veiligheid in het geding is. Het ministerie nam deze maatregel waarschijnlijk om een voorbeeld te stellen, maar was maandag niet beschikbaar voor verdere toelichting geven op de reden achter deze beslissing.
ASML heeft al eerder te maken gehad met diefstal van bedrijfsgeheimen, aangezien er met deze informatie een concurrentievoordeel kan worden gehaald, zoals in 2019, toen een Chinese medewerker gevoelige gegevens stal en bij de concurrent XTAL ging werken, en in 2023, toen een andere Chinese medewerker vertrouwelijke technologie doorgegeven had aan Huawei, waardoor deze bedrijven hun technologische ontwikkeling konden versnellen.
Het OM en de FIOD zetten het onderzoek voort, dat volgens hen omvangrijk en complex is. Voor de rechtszaak was veel belangstelling. De inhoudelijke behandeling van de zaak staat gepland op 6 februari 2025.
In Iran zijn vorig jaar minstens 901 personen geëxecuteerd, van wie veertig mensen binnen dezelfde week in december. Dat zei de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties (VN) Volker Türk dinsdag. Iran is daarmee het land met het hoogste aantal executies ter wereld in 2024 — China, waar geen cijfers van bekend zijn, is niet meegenomen in de telling.
De laatste jaren groeit het aantal executies in het land: in 2023 werden 853 mensen geëxecuteerd, het jaar ervoor 582. Türk maakt zich zorgen over de stijgende trend en stelt dat „het de hoogste tijd is voor Iran om een einde te maken aan deze golf van executies”. De meeste geëxecuteerden in 2024 zaten vast voor druggerelateerde delicten, volgens de officiële cijfers. Maar ook dissidenten en mensen die betrokken waren bij de protesten tegen de Iraanse regering in 2022 en 2023 werden vorig jaar geëxecuteerd.
Veel vrouwen
2024 is ook het jaar met het hoogste aantal vrouwelijke geëxecuteerden sinds 2008, toen mensenrechtenorganisatie Iran Human Rights (IHR) begon met het documenteren van de doodvonnissen in het land. Volgens IHR werden vorig jaar 31 vrouwen ter dood veroordeeld.
„Veel van de vrouwen die voor moord werden geëxecuteerd, waren het slachtoffer van huiselijk geweld of seksueel misbruik en handelden uit wanhoop”, aldus de organisatie. Een woordvoerder van de VN verklaarde tijdens een persconferentie volgens Reuters dat een van de geëxecuteerde vrouwen ter dood was veroordeeld omdat ze haar man had gedood, toen hij haar dochter probeerde te verkrachten.
Vergeldingswet
Met 972 executies in één jaar blijft 2015 het hoogste aantal executies houden in Iran. In de jaren daarna daalde het aantal flink. Maar sinds 2022, toen de grootschalige protesten in Iran oplaaiden na de dood van een jonge vrouw door de Iraanse zedenpolitie, is weer een duidelijke stijging te zien in het aantal executies.
Een verklaring daarvoor is het gebruik van de islamitische vergeldingswet, ook wel bekend als gisas. Deze wet bepaalt dat een moord moet worden betaald met een ander leven, tenzij de familie van het slachtoffer de dader vergeeft en akkoord gaat met een schadevergoeding.
„[De doodstraf] is onverenigbaar met het fundamentele recht op leven en brengt het onaanvaardbare risico met zich mee dat onschuldige mensen worden geëxecuteerd”, stelt Türk in zijn verklaring. De VN-commissaris dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan „een moratorium” op de doodstraf in te stellen, wat betekent dat de doodstraf wettelijk nog bestaat maar dat doodvonnissen niet meer worden opgelegd of uitgevoerd. Volgens de VN is deze middenweg in momenteel in 170 staten van kracht.
De dood van de zevenjarige coureur Sid Veijer uit Staphorst heeft tot verslagenheid geleid in de motorsportwereld. Twee weken na een ongeval op een kartbaan waar hij een vrije training reed, voor zover bekend niet in georganiseerd verband maar particulier , liet Sid zondag het leven. Aanvankelijk waren er nog positieve berichten over de behandeling in het UMC+-ziekenhuis in Maastricht.
„Jij was de kampioen en zal altijd de kampioen blijven”, schrijft Faya op de Facebook-pagina van haar vader, oud-motorcoureur Mike Velthuijzen. Faya staat op foto’s geregeld naast Sid op het erepodium. Sids neef en Moto2-coureur Collin Veijer (19) schreef op Instagram: „Je zal voor altijd in mijn gedachten zijn.”
Het ongeval gebeurde op de zondag voor Kerst, 22 december, tijdens een training op een indoorkartbaan in Swalmen. De politie Limburg spreekt van een noodlottig ongeval, zonder verwijtbaarheid. In tegenstelling tot wat andere media meldden is de Arbeidsinspectie niet ingeschakeld, omdat geen sprake is van een arbeidsrelatie tussen kartbaan en slachtoffer.
Ook de NVWA, die bedrijven en instellingen toetst op naleving van wet- en regelgeving, treedt niet op, aangezien het ongeluk zich niet voordeed op een evenement of in een attractiepark.
Assen
Vrije trainingen op indoorkartbanen worden niet door de Koninklijke Nederlandse Motorsport Vereniging (KNMV) gepromoot, omdat deze banen niet voldoen aan het circuitreglement van de bond. „Als een motor plat gaat, moet er ruimte zijn om te schuiven en die is er bij indoorkartbanen niet”, zegt woordvoerder Bas Vis van KNMV. „Maar dat iets niet reglementair is, betekent natuurlijk niet per definitie dat het onveilig is.” Vrije trainingen op indoorkartbanen zijn de enige manier om in de wintermaanden toch kilometers te kunnen maken.
Het minibikeracen wordt niet door de KNMV georganiseerd, buiten een aantal vrije trainingen op het circuit in Assen, voor kinderen met een licentie. Om die te halen en dus onder de vlag van KNMV te mogen ‘minibiken’, is een minimumleeftijd van zeven jaar vereist. De Dutch Minibike Championship (DMC) is de bond die (buiten de wintermaanden) wedstrijden organiseert voor de kleinsten, vanaf zes jaar. Zoals het Nederlands kampioenschap in Assen, dat Sid Veijer afgelopen najaar won.
Maar dat iets niet reglementair is, betekent natuurlijk niet per definitie dat het onveilig is
De KNMV en DMC werken wel samen. Volgens DMC-voorzitter Jolle Wind zijn er zo’n twintig deelnemers jonger dan acht jaar op minibikes. „Dat begint zonder wedstrijdelement, maar naarmate kinderen trainingsuren hebben gemaakt kunnen ze ook wedstrijden racen.” Hij spreekt van „grote verslagenheid” in reactie op het overlijden van Sid Veijer. „Dit laat niemand onberoerd.”
Heftig
Henk Schotman begeleidt kinderen bij hun eerste schreden in de motorsport, ook op de minibikes. Hij werkt voor race-kids.nl, een commerciële partij die kinderen begeleidt zodat een talent bijvoorbeeld in de juiste klasse minibike of motor gaat rijden. De laagdrempeligste is de elektrische variant. Geavanceerdere modellen halen buiten op een circuit een snelheid van boven de zestig kilometer per uur. Indoor is dat lager: maximaal vijftig per uur. Schotman: „Is dat onveilig? Nee. Niet als je weet wat je moet doen.” Schotman noemt het ongeval in Swalmen een „samenloop van heel veel factoren”, maar wil niet speculeren op basis van wat hij heeft gehoord. „Dit is gewoon heel naar. Voor de familie uiteraard, voor de sport en ook voor eigenaar van de kartbaan.”
Race-kids.nl, dat wordt aanbevolen door de motorsportbond, doet instructiedagen wel op indoorkartbanen, maar daar wordt niet voluit geracet, zegt Schotman. Al twintig jaar geeft hij training, nooit heeft hij zo’n heftig ongeval meegemaakt. „Dit gaat 999.999 keer goed en één keer fout. Ik vind dat de sport veilig is, als je respect hebt voor het feit dat er een risico is.”
Competitief racen op jonge leeftijd is volgens betrokkenen niet uitzonderlijk. Ook Max Verstappen reed op zeer jonge leeftijd (zes jaar) al kartwedstrijden. Veel talenten komen zo al op jonge leeftijd in aanraking met gemotoriseerde voertuigen. Volgens DMC-voorzitter Wind is er in twintig jaar dat zijn organisatie minibikewedstrijden organiseert nooit zoiets heftigs voorgevallen. „Natuurlijk valt er weleens iemand, maar dan heb je het over armblessures, een polsbreuk. Buiten heb je meer ruimte om te glijden, binnen is die ruimte beperkt.” DMC organiseert dan ook geen wedstrijden op indoorkartbanen, zegt hij.
Schotman vindt niet dat de sport gevaarlijker is dan bijvoorbeeld wielrennen of skiën, waarbij kinderen ook op jonge leeftijd sporten op hoge snelheden. „Maar ik vind wel dat we als sportbreed even back to basic moeten: wat doen we met een kind van zeven?”
Lees ook
Kinderen die sporten: willen ze presteren of gewoon plezier maken?
Voor links Frankrijk is het nog altijd ‘het trauma van 21 april 2002’. Onverwacht bereikte die zondag Jean-Marie Le Pen de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Niet de socialist Lionel Jospin, maar de extreem-rechtse Algerije-veteraan Le Pen, dan al regelmatig in opspraak om vreemdelingenhaat en antisemitisme, zou twee weken later tegenover zittend president Jacques Chirac in de beslissende kiesronde uitkomen. Massaal stemde links Frankrijk deze 5 mei op de rechtse Chirac – alles om een presidentschap van Le Pen te voorkomen. Le Pen haalde nauwelijks meer kiezers binnen dan in de eerste ronde. Het zogenoemde ‘republikeinse front’, de bundeling van democratisch links en democratisch rechts om extreem-rechts de weg te versperren, werkte op dat moment nog in optima forma: Chirac kon door.
De dinsdag op 96-jarige leeftijd overleden Le Pen deed in totaal vijf keer mee aan Franse presidentsverkiezingen. De eerste keer in 1974, de laatste keer in 2007. In 2002 haalde hij niet alleen veruit zijn beste resultaat maar beleefde hij ook zijn finest hour.
Vriend en vijand zijn het erover eens dat hij decennialang een van de beste publieke sprekers van Frankrijk was. Hij wist een zaal op te zwepen met gezwollen taal bol van historische dubbelzinnigheden die je nu ‘hondenfluitjes’ zou noemen. In de toespraak waarmee hij die 21 april probeerde om ook in de tweede stemronde voor een verrassing te zorgen, kwamen al zijn thema’s samen: het volk (le peuple), tegen de elite die Frankrijk in verval had gebracht. „Wees niet bang om te dromen”, zei hij tegen „de kleinen, de machtelozen, de uitgeslotenen” die hij via de camera direct toesprak. Zij moesten niet vastlopen in „de oude tegenstellingen tussen links en rechts” en meedoen aan deze „historische kans voor nationaal herstel”. Immigratie en de veranderde aanblik van Frankrijk stipte hij alleen impliciet aan door de „slachtoffers van onveiligheid, in de banlieue, in steden en dorpen” te benoemen.
Keerpunt
2002 werd zowel voor Frankrijk als voor het Front National, de partij die mede door Le Pen dertig jaar eerder was opgericht, een keerpunt. Het besef dat een populist die zich bewust buiten de gekende politieke orde plaatste zo dicht bij de werkelijke macht kon komen, is vanaf dat moment een permanente obsessie in de Franse politiek. Links zinspeelt op morele gronden op het mogelijke democratische gevaar, rechts poogt eigenlijk meteen al vanaf 2002 de thema’s van Le Pen te kapen. Vooral Nicolas Sarkozy, kandidaat van centrum-rechts in 2007, was daar behendig in.
Lees ook
Marine Le Pen rukt op met radicaal-rechts programma onder ‘mantel van alledaagsheid’
Le Pen had daar geen enkele moeite mee. Hij wist: op de lange termijn kiest men toch liever voor het origineel. Zijn politieke strijd was zo ook een culturele strijd. Het succes in 2002 en, vooral, de reactie van de Franse politiek daarop, bereidde de weg voor het nog veel eclatantere succes van zijn dochter Marine Le Pen bij de laatste twee presidentsverkiezingen.
Want voor het Front National was de doorbraak in 2002 ook om andere redenen een keerpunt. Jean-Marie Le Pen had die partij, voortgekomen uit een baaierd aan uiterst rechtse bewegingen (en onder andere samen met een voormalige SS’er) mede opgericht en als onbetwist leider verder vormgegeven. Maar vanaf 2002 ontstonden twijfels over wat het einddoel moest zijn. Een jongere generatie, waar ook Marine deel van uitmaakte, zag dat daadwerkelijke macht binnen handbereik kwam en wilde een scenario als dat van 2002 voorkomen door Fransen duidelijk te maken dat het Front National een veilige keus was. Le Pen senior werd voor die strategie van ‘dediabolisering’ een sta-in-de-weg. Hij raakte steeds vaker in opspraak om uitspraken waarmee hij, vol woordspelingen en dubbelzinnigheden, de Jodenvervolging leek te relativeren of anderszins antisemitisch uit de hoek kwam.
Meest hardnekkig was zijn opmerking, voor het eerst in 1987 gedaan, dat de gaskamers „een detail” in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog waren. Hij werd daarvoor veroordeeld. Hoewel hij intern toegegeven zou hebben dat het een stommiteit was geweest om dit te zeggen, herhaalde hij de uitspraak later nog vele malen. Als het zo uitkwam, praatte Le Pen ook het collaborerende Vichy-regime goed. En meer dan eens werden van origine Joodse Fransen met ambigue uitspraken door hem op de korrel genomen.
Dit bagatelliseren of relativeren van de Holocaust en het bewust irriteren zat de groei van de partij in de weg. Le Pen had geen enkele behoefte aardig gevonden te worden. Hij wilde „polemiseren, ideologisch gelijk krijgen”, zei zijn voormalige rechterhand Carl Lang een paar jaar geleden tegen NRC. „Zijn dochter sluit inhoudelijke compromissen om daadwerkelijk macht te krijgen.”
Na een lange machtsstrijd nam Marine in 2011 de partijleiding over en werd uiteindelijk Jean-Marie na een nieuwe provocatie in 2018 zelfs afgezet als ‘erevoorzitter’ van de partij die hij als familiebedrijf geleid had. De laatste paar jaar had hij nog maar weinig persoonlijke volgers, maar tot vorig jaar liet hij zich nog meermalen per maand in zijn online videologboek uit over de toestand in de wereld. Meer dan zestig jaar was Le Pen een van de vaste gezichten van de Franse politiek geweest en wegbereider van radicaal- en extreem-rechts in heel Europa. Zijn levensverhaal, met alle sappige details over politieke conflicten, familieruzies en problemen in de liefde, bleef Fransen tot op het laatst fascineren.
Pleegkind van de natie
Dat verhaal begon in 1928, in het Bretonse La Trinité-sur-Mer, waar hij geboren werd. „Weet dat ik als man van het volk altijd de kant kies van hen die lijden, want ik heb kou gekend, honger en armoede”, zei Le Pen in zijn toespraak na de eerste kiesronde in 2002. Dat was zo. Hij groeide op in armoede, zonder stromend water, verwarming en andere modern comfort. Zijn vader, visser en oud-soldaat, verongelukte in 1942 toen zijn schip La Persévérance op een zeemijn terecht kwam. Zijn zoon, enig kind, kreeg de status ‘pleegkind van de natie’ (pupille de la nation) toegekend: zijn opleidingen zouden betaald worden door de staat.
Als student rechten ontpopte de jonge Jean, zoals hij toen nog heette, zich naar eigen zeggen als natuurlijk leider. Anderen herinneren zich hem ook als provocateur die vaak in opstootjes verzeild raakte. In zijn in 2018 verschenen memoires Fils de la nation (‘Zoon van de natie’) beschrijft hij uitgebreid hoe hij zich namens een rechtse studentenvereniging in 1953 tot toenmalig president Vincent Auriol wendde om een hulpactie voor de slachtoffers van de Watersnoodramp in Zeeland op touw te zetten. Vlak daarna diende hij vrijwillig als parachutist in de koloniale oorlog in Indochina.
Zijn talent als redenaar werd opgemerkt door Pierre Poujade, die in de jaren vijftig met een populistische agenda over vooral belastingdruk veel middenstanders wist te trekken. Namens Poujades partij werd Le Pen in 1956 parlementslid. Hij wist dit punt van de kleine man tegenover een machtige elite toen al ten volle uit te spelen – meer dan eens met antisemitische ondertonen.
Datzelfde jaar gaat hij er als lid van de Assemblée zes maanden op eigen initiatief tussenuit om te dienen in de koloniale oorlog in Algerije. Of hij daar wel of niet zelf gemarteld heeft, zoals veel andere Franse soldaten, is deel van een polemiek die eens in de zoveel jaar oplaait. Nostalgie naar het onder de door Le Pen gehate Charles de Gaulle afkalvende Franse wereldrijk werd hierna een van zijn centrale thema’s. Le Pen, die zich na de Tweede Wereldoorlog als anticommunist profileert (terwijl De Gaulle met de communisten samenwerkte), ziet in de dekolonisatie de hand van het bolsjewisme.
Erfenis
Om eind jaren zestig voor zichzelf en zijn politieke stroming enig inkomen te generen, stortte hij zich op een rol als uitgever van elpees met vooral militaire marsmuziek, waaronder overigens het Horst Wessellied van de NSDAP.
Het schrapen was definitief voorbij toen Le Pen in 1976 een erfenis kreeg van de industrieel Hubert Lambert, een ideologische geestverwant. Met omgerekend 20 miljoen euro en een stadspaleis even buiten Parijs was Le Pen financieel onafhankelijk en kon hij zich volledig op de politiek richten. De eerste grote campagne, die voor de presidentsverkiezingen in 1974, had tot weinig stemmen geleid. Latere campagnes werden professioneler. Met onder andere de slogan „1 miljoen werklozen, dat zijn 1 miljoen immigranten te veel” wist hij de toenemende onvrede aan het eind van de trente glorieuses, de economische succesjaren, te kanaliseren.
Maar dat de partij in de jaren tachtig en negentig gestaag groeide was ook te danken aan de felle strijd tussen de twee grote blokken die Frankrijk toen regeerden. Om traditioneel rechts te verzwakken en extreem-rechts de rol van primaire oppositiebeweging toe te bedelen, steunde de in 1981 verkozen president François Mitterrand een verzoek van Le Pen om met oog op de pluriformiteit media te verplichten hem vaker aan het woord te laten. Een (eenmalig) experiment van Mitterrand met evenredige vertegenwoordiging bij de parlementsverkiezingen leverde het Front National in 1986 vervolgens liefst 35 zetels op. Terwijl Le Pen in de jaren hiervoor én erna zijn geld in de eerste plaats verdiende als lid van het Europees Parlement, keerde hij toen voor twee jaar terug in de Assemblée. Van het Europarlement was hij uiteindelijk veel langer lid: ruim 33 jaar.
Critici vinden dat Mitterrand, net zoals Emmanuel Macron nu, door een tweestrijd te cultiveren extreem-rechts structureel in de kaart heeft gespeeld. Want kon Jean-Marie Le Pen met zijn provocerende petites phrases en geschiedenis van antisemitisme nog makkelijk als ‘duivel’ worden weggezet, Marine Le Pen slaagde er in grote mate in de partij na het vertrek van haar vader te normaliseren.
In interviews heeft Le Pen vaak gezegd dat die ‘vadermoord’ hem veel pijn heeft gedaan. Maar die viel in het niet bij het verlies van Frankrijk, „mijn langste liefde”, schrijft hij in zijn memoires. „Naarmate ik ouder werd en een zekere belangrijkheid kreeg, werd mijn land kleiner, het veranderde zelfs volledig, meer dan ooit in zijn tweeduizend jaar geschiedenis. Dit vreemde fenomeen was de drijvende kracht achter mijn politieke leven en het chagrin van mijn leven als geheel.”