Rennend over de kade van het Regatta Center Medemblik tikt een ploeggenoot van Paul Hameeteman en Pim van Vugt op zijn horloge. „Tijd is tijd, mannen,” roept hij. Hameeteman en Van Vugt rennen met hem mee. Het is een vrijdagochtend, begin mei. Bij de boten staat de rest van de equipe van Team Allianz. Ze zijn te herkennen aan opvallend gebruinde huid en blonde lokken voor de tijd van het jaar.
De tijdsplanning van de ploeg is heilig – stipt half tien moeten de boten uitvaren. Het zeil van Hameeteman en Van Vugt zit even vast als het halverwege in de mast zit. „Shit,” mompelt Hameeteman. Het zijn kostbare seconden.
De afgelopen weken was het Regatta Center de thuishaven van het team. In Medemblik werd hard getraind ter voorbereiding van het Europees kampioenschap, dat deze week plaatsvindt in de Griekse stad Thessaloniki. Het is de vuurdoop voor Hameeteman en Van Vugt, die sinds afgelopen jaar een duo vormen in de ‘49’er’.
Licht en instabiel
De 49’er is een van de snelste boten in de olympische zeilklasse: licht en instabiel. Zonder bemanning is de boot direct geneigd om te slaan. Om dat te voorkomen hangen de zeilers in lijn met de romp van de boot – horizontaal boven het water – alleen de bal van hun voeten maakt contact met de wings. Rond hun middel dragen ze een trapezevest waarmee ze zich vasthaken aan de verstaging.
De wind deze ochtend: „redelijk,” zegt Daniel Bramervaer, coach van het team. Van hem mag het nog wel wat harder. Desondanks halen de boten al snelheden van 15 knopen; 30 kilometer per uur. Vanuit een speedboot geeft Bramervaer waar mogelijk instructie. Veel woorden worden opgeslokt door het lawaai van de wind, motor en klapperende zeilen. De oplossing ligt in een kleine camera waarmee Bramervaer de boten beurtelings filmt en tegelijkertijd feedback inspreekt.
Na afloop van de training zitten Hameeteman en Van Vugt met de haren nog nat en een stapel boterhammen aan een tafel in het havengebouw.
Olympische campagne
Samen willen ze zich kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles. Van Vugt (30), een zeer ervaren tweemanszeiler, heeft al meerdere titels gewonnen. Met zijn zus won hij drie keer op rij het WK in de RS 500, een minder snelle tweemansklasse. Daarnaast schreef hij drie Europese titels en twaalf nationale titels op zijn naam. Ook werd hij met stuurman Bart Lambriex zesde tijdens de Spelen in Tokio (2021) in de 49’er.
Na Tokio verbrak Lambriex de samenwerking, geen van beiden sprak zich uit over de reden. „Bart dacht:
weg met die Pim.” Verder gaat Van Vugt er niet op in.
Lambriex vormde een nieuw duo met Floris van de Werken, met wie hij opnieuw zesde werd op de Spelen. Het was niet de plaats waarop de twee hadden gehoopt. Voorafgaand aan het Olympisch toernooi won het duo het WK en hadden ze hun blik gevestigd op een medaille in Parijs. De Nederlandse vrouwen, Odile van Aanholt en Annette Duetz, wisten na een zenuwslopende medalrace wél het goud te bemachtigen.
Voor Van Vugt, die niet in actie kwam op de Spelen, brak een onzekere periode aan. Hij wist één ding zeker: hij wilde niet stoppen met zeilen. Maar of hij het olympisch zeilen kon voortzetten, was onzeker. Als hij in de 49’er wilde blijven, moest hij op zoek naar een nieuwe stuurman. Hameeteman was destijds pas zeventien en gefocust op een carrière in de ILCA 7 (voormalige laserklasse).
En dat ging goed. Hameeteman won het jeugd-EK en -WK in de periode dat Van Vugt op zoek was naar een nieuwe stuurman. „Ik zat vol goede moed,” Van Vugt begint te grinniken: „En daar was hij heel duidelijk in.” Die periode belt Van Vugt de jonge zeiler twee keer op om te peilen of hij zijn stuurman wil worden, maar Hameetemen had geen interesse.
In de seniorenklasse verliep het niet zoals Hameeteman had gehoopt. „Het stagneerde, ik zeilde inconsistent en mentaal ging het daardoor ook niet lekker.” Beiden weten goed: het kan snel bergafwaarts gaan als je alleen in een boot zit.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133167298-be42ff.jpg|https://images.nrc.nl/HAMWv8D6U3hdRK-Fm5--8CRe1is=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133167298-be42ff.jpg|https://images.nrc.nl/8sz3jXm4jwoB9O3OU_2ZVmpLO6Y=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133167298-be42ff.jpg)
Foto Olivier Middendorp
Routines
Deze keer belt Hameeteman Van Vugt op. Afgelopen najaar stappen de twee samen aan boord. Nu, een aantal maanden verder, geeft Hameeteman toe dat hij het tweemanszeilen aanvankelijk heeft onderschat. De tweemansklasse vergt niet alleen atletisch vermogen, het gaat vooral om samenwerking. „Je moet ook echt alles tegen elkaar kunnen zeggen.”
Dat vraagt om veel openheid en communicatie. „Juist dát maakt het ook zo interessant én soms ook lastig,” zegt Hameeteman.
De rest van het team valt op dat de twee zeilers nog iets gemeen hebben: een sterke hang naar structuur. Daarmee geconfronteerd, beginnen ze te lachen. „Ja, routines”, zegt Hameeteman.
Wat dat betekent? Hij tovert een enorm Excel-bestand tevoorschijn. Eén van die sheets geeft een enorme tabel weer, met een ‘woordenboek’: een lijst onderwerpen, tot op de seconde uitgesplitst, op welk moment het duo waarover moet praten tijdens de race. „Een vaste praatroutine is onze basis,” zegt Hameeteman. „Toen we die nog niet hadden, waren we echt aan het klooien.”
Op 40 seconden voor de start moet het gaan over waar in de mêlée van boten ze 20 seconden later willenl liggen. Op dat moment bespreken ze de laatste manoeuvres voordat het startsein wordt gegeven. Met woorden als: „Plan A: startschip winnen. Plan B: port tack exit,” gaat het duo door de wedstrijd heen, van de start tot de finish.
Van Vugt communiceert vooral over wat er met hun boot gebeurt: hoe is de helling, wanneer komt er een windvlaag het schip binnen. Hameeteman maakt doorgaans de beslissingen over de tactiek en stuurt de boot de race door.
Is het niet vreemd dat Hameeteman, veruit de jongste van de twee en zonder olympische ervaring, stuurt en de tactische beslissingen neemt? „Nee,” zegt Van Vugt. Hij kijkt naar Hameeteman en corrigeert zichzelf: „Nou ja, Paul heeft het in het begin wel een beetje gek gevonden.”
Tegelijkertijd heeft Hameeteman baat bij de ervaring van Van Vugt. „Pim kan goed coachen,” zegt hij, „Als ik onzeker word omdat zich nieuwe situaties voordoen, is het voor hem heel makkelijk om dingen over te nemen. Dan keer ik in mezelf, is de communicatie niet zoals we willen en is de uitvoering van onze routines minder goed.”
Van Vugt knikt. Hij herkent het patroon. „Mijn taak is om informatie te geven aan de stuurman, zodat die daarmee de juiste beslissingen kan maken.”
Tijdens het EK zal het team zich meten in een sterk internationaal veld. Voor nu zijn Hameeteman en Van Vugt blij als ze progressie laten zien. In oktober zal het échte piekmoment zijn tijdens het WK in Cagliari, Italië.
Voordat het duo weer het water op gaat voor de middagtraining wil Van Vugt nog één ding kwijt: „Je kunt elkaar echt uit een dal halen en dat maakt het 49’er zeilen zo mooi.” Hameeteman voegt toe: „Uiteindelijk levert het met zijn tweeën altijd meer op dan alleen.” En als het dan toch even niet goed gaat, houden ze zich vast aan hun codewoord: composure. Ofwel? „Terug naar de routine”, zeggen ze in koor.
