Tegen Martijn N. (36), de voormalige directeur van het Amsterdamse cultureel platform Moam, is een celstraf van acht jaar geëist wegens verkrachting van meerdere jongemannen én een poging tot zware mishandeling.
Dat maakte de officier van justitie maandagmiddag bekend op de tweede zittingsdag in de rechtbank Amsterdam. De verdachte heeft zich gedurende lange tijd schuldig gemaakt aan zeer ernstige strafbare feiten, zei de officier. „De verdachte was een stuk ouder, fysiek sterker, hij wist goed wat hij wilde en slachtoffers kwamen net uit de kast. Hij was bij het leggen van contact op één ding uit: seks.”
Martijn N. (36) staat terecht voor elf strafbare feiten: zes verkrachtingen, twee pogingen tot verkrachting, ontucht met twee minderjarigen en een poging tot zware mishandeling. De zaak kwam aan het rollen nadat 28 mannen N. in 2021 van gewelddadig en seksueel grensoverschrijdend gedrag beschuldigden in gezamenlijke artikelen van Het Parool en NRC.
De slachtoffers hebben volgens de officier van justitie geen motief om de verdachte opzettelijk schade toe te brengen
De officier van justitie noemde alle elf strafbare feiten voldoende en betrouwbaar onderbouwd. Hij ging dan ook mee met de verklaringen van de slachtoffers, die allen volgens hem voor het leven zijn beschadigd. N. liet zich volgens de officier leiden door zijn eigen gevoel en niet het welzijn van de ander. „Dat reken ik verdachte ernstig aan. De eerste keer seks zou een mooie ervaring moeten zijn, maar is dat niet als dat pijnlijk is en onder dwang wordt uitgevoerd. Dan is het een traumatische ervaring die je je hele leven met je meedraagt. Als je 15 jaar bent, is dat lang.”
Hardhandig in bed getrokken
Op de tweede zittingsdag maakten vier slachtoffers gebruik van hun spreekrecht. Hun verklaringen stemden sterk overeen: als jonge jongen werden zij door N. via sociale media benaderd, bij de eerste ontmoeting werden ze door hem hardhandig het bed ingetrokken, toestemming voor seks vroeg N. niet en de slachtoffers hielden mentale problemen aan die ervaring over.
De officier zag een patroon in het handelen van Martijn N. Hij zei ook dat de slachtoffers elkaar niet rechtstreeks kenden of contact met elkaar hadden. De slachtoffers hebben volgens hem ook geen motief om de verdachte opzettelijk schade toe te brengen. Dat de slachtoffers vaak pas na jaren aangifte deden, had te maken met het feit dat zij zichzelf de schuld gaven, zich schaamden of het gevoel hadden het enige slachtoffer te zijn.
Net als op de eerste zittingsdag toonde N. maandag weinig berouw of spijt. Na de verklaringen van de vier slachtoffers zei hij desgevraagd dat die hem niet koud lieten. „Maar ik zit in het verdachtenbankje. Om dan mee te gaan met de tegenpartij lijkt me niet heel handig.” Zijn belevenis van de gebeurtenissen was anders, zei N.
De officier van justitie nam het de verdachte kwalijk dat hij geen enkel berouw had getoond en zijn slachtoffers van hem geen enkele erkenning krijgen voor wat hen is overkomen. „In zijn waarheid creëert de verdachte eigen regels en presenteert hij die als waarheid. Maar het Wetboek van Strafrecht is wel degelijk van toepassing op zijn wereld.”
De verdachte is volledig toerekeningsvatbaar, verklaarde de officier van justitie. De media-aandacht voor de zaak is voor hem ook geen reden voor strafvermindering. In zijn tijd als directeur van Moam, inmiddels opgeheven, zou N. de media-aandacht gebruikt hebben om macht uit te oefenen over zijn slachtoffers.
De slachtoffers hebben voor zowel de fysieke als emotionele schade voor in totaal zo’n 50.000 euro aan schadeclaims ingediend. De officier vond die vergoedingen „meer dan redelijk” gezien de schade die de slachtoffers al jaren hebben geleden. Woensdag volgt de laatste zittingsdag. De advocaat van Martijn N. houdt dan zijn pleidooi. Op 23 oktober volgt de uitspraak.
Lees ook
Martijn N. (36) rept in rechtbank niet over verkrachting, maar spreekt over seksvoorkeuren