De Oekraïense president Volodymyr Zelensky gaat de diplomatieke banden met Syrië herstellen. Dat heeft Zelenksy donderdag gezegd, nadat onder anderen zijn minister van Buitenlandse Zaken, Andri Sybiha, een bezoek bracht aan Syrië.
Sybiha sprak afgelopen week in Damascus met Ahmed al-Sharaa, de leider van de rebellengroep HTS. Die groep is sinds de val van het regime van Bashar al-Assad aan de macht in het land.
Nadat Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel, verbrak de regering van Zelensky de diplomatieke banden met Syrië. De toenmalige regering van Assad was een bondgenoot van Rusland, en zei dat ze de „onafhankelijkheid” van de door Rusland bezette gebieden in Oost-Oekraïne erkende.
Bevroren
De diplomatieke banden tussen Oekraïne en de Assad-regering waren in 2014 al bevroren, toen Syrië als een van de weinige landen de Russische annexatie van het Oekraïense schiereiland de Krim erkende.
„We bereiden ons voor om de diplomatieke betrekkingen met Syrië en de samenwerking binnen internationale organisaties te hervatten”, zei Zelensky donderdag volgens persbureau Reuters. Begin december, kort na de val van het Syrische regime, sprak de Oekraïense president al zijn steun uit voor de tijdelijke overgangsregering.
Lees ook
Moskou houdt nog vast aan militaire bases in Syrië: ‘Er blijft een speelveld voor Rusland’
Rusland heeft ook gezegd in contact te staan met de nieuwe regering in Damascus, maar die gesprekken gaan volgens Reuters voornamelijk over de vraag wat er moet gebeuren met de Russische militaire basissen in Syrië.
Het Russische leger heeft sinds de machtsovername enkele militairen teruggetrokken uit Syrië, maar het is nog onduidelijk wat de val van Assad voor de Russische aanwezigheid in het land zal betekenen. De gevallen Syrische president Assad vluchtte naar Rusland en kreeg daar politiek asiel.
Liveblog Laatste nieuws syrië
Oekraïne gaat diplomatieke banden met Syrië herstellen
Gerdi Verbeet, oud-voorzitter van de Tweede Kamer, heeft zondagavond haar lidmaatschap van de PvdA opgezegd. In een brief aan partijvoorzitter Esther-Mirjam Sent schrijft Verbeet dat ze zich „niet meer thuis” voelt bij de partij na de „onfatsoenlijke gang van zaken” op het GroenLinks-PvdA-congres van afgelopen zaterdag.
Ze is daarmee de derde PvdA-prominent die dit weekend, vooral door het partijcongres in Nieuwegein, het partijlidmaatschap opzegt: oud-Tweede Kamerlid Lutz Jacobi en oud-wethouder in Barendrecht Reshma Roopram deden dat ook al.
Congres
Het congres draaide vooral om de motie van Kamerlid Kati Piri over een volledig wapenembargo tegen Israël, inclusief de levering van onderdelen voor het Iron Drome-raketschild dat burgers in Israël beschermt. Volgens Verbeet moet een sociaaldemocratische partij het „te allen tijde opnemen voor de veiligheid van onschuldige en bedreigde burgers”.
Ze noemt het in haar brief „cynisch” dat in de Tweede Kamer een „kansloze motie” werd ingediend door Piri „wetend hoeveel Joodse en niet-Joodse partijgenoten je hiermee diep raakt en bang maakt”. Ook vraagt Verbeet zich af „wie ermee gediend werd”. Waarna ze uithaalt naar GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans: was het voor „de partijleider die intens genoot van zijn warme bad in de rode lijndemonstratie?”
Volgens Verbeet deed het presidium niets toen er vanuit de zaal ‘boe’ werd geroepen naar mensen „met een andere mening”. Bij het podium namen mensen het op voor een motie, ingediend door onder anderen de oud-partijleiders Lodewijk Asscher, Job Cohen en Ad Melkert, die als doel had om het standpunt van de GroenLinks-PvdA-fractie over het wapenembargo om te draaien. Verbeet schrijft dat mensen werden „beledigd” en „vernederd”. Ze schrijft: „Ik ben diep gekwetst en verbijsterd dat niemand van u ingreep. Of was dit misschien de bedoeling?” Op foto’s van het congres was te zien dat Verbeet geraakt was door de reacties.
Gerdi Verbeet en Ad Melkert tijdens het ledencongres.
Foto Robin van Lonkuijsen/ANP
Lees ook
Na dag van spanning rond Israël krijgt de GroenLinks-PvdA-fractie steun van leden voor een volledig wapenembargo
Rood Vooruit
Gerdi Verbeet was samen met oud-partijleider Ad Melkert en Reshma Roopram een van de oprichters van Rood Vooruit, een groepje PvdA’ers die niets van de fusie met GroenLinks moeten hebben en een paar keer per jaar bijeenkomsten organiseert. In haar brief aan de partijvoorzitter gaat het ook dáárover. Volgens Verbeet heeft het partijbestuur van de PvdA die fusie „geforceerd” en „voortdurend de ledendemocratie geschonden”.
Ze schrijft dat „louter machtsoverwegingen” de drijfveer zijn voor de fusie. „Een historische beslissing met een fatale afloop voor de sociaaldemocratie in Nederland.” Op het congres werd een motie van Rood Vooruit weggestemd over de sociaaldemocratische ‘grondslag’ die behouden zou moeten blijven bij de fusiepartij.
De PvdA, schrijft Verbeet, heeft zich van haar „verwijderd”. „Zowel qua politieke overtuiging als interne democratie en omgangsvormen. En dat terwijl de sociaaldemocratie mij ingebakken is en blijft.” Ze was 52 jaar lid van de PvdA. Tegen NRC zegt Verbeet (74) dat ze „diep verdrietig” is over haar beslissing. „Het voelt als een echtscheiding. Maar ik kan niet anders.”
Lees ook
Rood Vooruit legt zich neer bij fusie GroenLinks-PvdA, maar blijft zich ermee bemoeien
‘Je moet kiezen, met het pistool op de borst: Iran of Israël?” De moeilijkste vragen zijn de vragen die je aan jezelf stelt, bijvoorbeeld nu ik op weg ben naar Otemba, daring women, een muziektheaterproductie die donderdagavond 19 juni zijn wereldpremière beleeft in het Holland Festival, Amsterdam.
Dat klinkt feestelijk, die wereldpremière, je ziet de soepel vallende jasjes voor je. Ik heb me ook anderszins voorbereid, ik heb me ingelezen en weet dat ik een „vernieuwd, dekoloniserend perspectief op het verleden” mag verwachten. 17de eeuwse stemmen uit Japan en het voormalig Nederlands-Indië, en die van de 21ste eeuw, uit het huidige Indonesië en Amsterdam. Lekker veel perspectieven, de andere kant van de koloniale geschiedenis, het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke blik door tijden en culturen heen. Een schaal vol verschillende bonbons, in vredestijd geserveerd.
Maar in mijn hoofd bromt die ‘alles of niets’-vraag, „Israël of Iran”, die me ook boos maakt, omdat ik me weer herinner hoe ik op een keuring moest verschijnen, waarna nog twee herkeuringen voor de militaire dienst in de jaren tachtig. Had ik moeite met geweld? „De Russen houden je meisje onder schot, alleen jij kan haar gewapenderhand bevrijden?”
Ik zei natuurlijk dat het meisje een jongen of een man moest zijn. „Geen probleem.” Ik zei dat ik geen Russen maar Chinezen zag. „Maar het zijn Russen.” Tenslotte begon ik aan een lang antwoord, waarom ik niet geloofde in dit soort dichotome pistoolvragen, het één of het ander, want er zijn altijd meerdere perspectieven enz. Uiteindelijk werd ik afgekeurd.
Maar decennia later ben ik dus mijn eigen ondervrager geworden. Ik hoor mezelf hijgen terwijl ik de brug op fiets naar het Amsterdamse Muziekgebouw aan het IJ: „Israël.”
Dat ging met horten en stoten, terwijl het tien, twintig jaar geleden een no-brainer voor me was geweest. Voluit Israël. Maar sinds het land geregeerd wordt door een premier die alle mensenrechten aan zijn laars lapt en alle VN-veroordelingen terzijde schuift, lijkt het erop dat de officiële ideologie van het land nog uitsluitend gestoeld is op het denken van de Duitse rechtsgeleerde Carl Schmitt (1888-1985). Hij leefde lang genoeg om voluit nazi te zijn geweest. In 1933 was hij al lid van de NSDAP, en toen moest hij zijn referaat De Duitse rechtswetenschap in zijn strijd tegen de Joodse geest nog houden (1936). Die werd dus tegelijk met Hitler afgeschaft, zou je denken, maar Schmitt, de gecompliceerde maar toch kernachtig duidelijke filosoof blijft intrigeren door zijn radicale machtsdenken. „De hoogtepunten van de grote politiek zijn tegelijk de momenten waarop de vijand duidelijk en concreet als vijand verschijnt.” Voor Netanyahu’s Israël zijn er vele „hoogtepunten”: de Palestijnen als zodanig, Hezbollah, Houthi’s, Hamas, de Gazanen in het bijzonder, en nu dus Iran. Ook zal de Israëlische premier Schmitt’s idee volledig onderschrijven dat ‘het vriend-vijand onderscheid essentieel is voor de politiek’. En dat het antwoord aan de vijand een allesvernietigende aanval moet zijn.
Zo werd de facto deze nazistische machtsdenker de huis-ideoloog van Israël. Ik kan zo nog een paar andere landen noemen, waar dat ook het geval is, maar bij Israël is het op z’n wrangst.
De zaal gaat open, Otemba begint, met al die over elkaar heen buitelende perspectieven. En weer kies ik stilzwijgend Israël boven Iran. Carl Schmitt heeft gewonnen van mijn rede en mijn gevoel voor rechtsstatelijkheid.
Mag je bij een voltijdbaan solliciteren onder werktijd omdat je er anders niet aan toe komt, of ‘steel’ je dan van de baas?
Doe het niet stiekem
„Onder werktijd moet je arbeid verrichten”, zegt arbeidsrechtadvocaat Samantha Kranenburg. „Als je je met een privézaak wilt bezighouden, moet je dat buiten werktijd doen. Of je moet er verlof voor opnemen.”
Dat principe vloeit volgens Kranenburg voort uit het beginsel van goed werknemerschap. Van een werknemer mag je verwachten dat hij of zij zijn best doet, aanwezig is en tijdens werktijd gewoon zijn of haar werk doet.
„De hoofdregel is dus dat je solliciteren in je eigen tijd moet doen”, zegt Kranenburg. Maar er zijn uitzonderingen mogelijk. „In sommige cao’s staat dat je daar gelegenheid voor kunt krijgen onder werktijd, bijvoorbeeld bij een reorganisatie, als er een sociaal plan is.” Omdat werknemers in dat geval hun werk kunnen verliezen, mogen ze tijdens werkuren naar een andere baan te zoeken.
„Je kunt wellicht in overleg ook onder andere omstandigheden toestemming van de werkgever krijgen”, zegt Kranenburg. „Soms denkt een werkgever: liever kwijt dan rijk, ga jij maar lekker solliciteren onder werktijd.”
Waar Kranenburg vaak ziet dat het misgaat, is als solliciteren stiekem gebeurt. „Neem de werknemer die met een bedrijfsauto naar een sollicitatiegesprek reed, en deed alsof het om een werkgerelateerde afspraak ging.” Die werknemer werd op staande voet ontslagen toen de werkgever dit ontdekte. De zaak kwam in 2022 voor de rechter. Die gaf de werkgever gelijk.
Kranenburg kent ook situaties waarin een werkgever weigerde een deel van het loon te betalen. De werknemer was dan stiekem onder werktijd naar een sollicitatiegesprek gegaan of had aan motivatiebrieven gewerkt. „Als een werknemer hierover liegt, leidt dat vaak tot een breuk in het vertrouwen”, zegt Kranenburg. „Je bent niet verplicht te vertellen dát je een andere baan zoekt, maar als je het onder werktijd doet, gelden andere regels.”
Toch blijken werknemers hier in de praktijk vaak over te liegen, zegt Kranenburg. Vooral sinds de coronapandemie, waarin thuiswerken gangbaar werd, zijn privé-activiteiten onder werktijd makkelijker geworden. „Hierdoor is een cultuur ontstaan waarin werkgevers soms een oogje dichtknijpen. Bijvoorbeeld als een werknemer even naar de kapper gaat of een wasje draait.”
Als het in de werkcultuur prima is om onder werktijd soms een uurtje iets voor jezelf te doen, dan kan de werknemer er bij de rechter volgens Kranenburg mogelijk mee wegkomen. „Als je bij de rechter kunt aantonen dat de regels niet duidelijk waren, en als andere collega’s of oud-collega’s dit bijvoorbeeld beamen, dan zou de werkgever het moeilijk kunnen krijgen bij de rechter.”
Praat
Als je geen tijd kunt vinden om te solliciteren, bestaat het risico dat je blijft hangen in een baan die je niet leuk vindt, zegt loopbaanadviseur Carlien Kloes. Maar dat hoeft niet altijd door tijdgebrek te komen. „Vraag jezelf ook af waarom je vast blijft zitten, adviseer ik altijd. En: praat er met een vriend, je partner of een coach over. Ben je bang voor financiële onzekerheid? Of denk je vanuit onzekerheid dat een nieuwe werkgever je toch niet zal aannemen? Ga na of die aannames kloppen, vaak is dat niet zo.”
Het is ook mogelijk via de werkgever met deze vragen aan de slag te gaan, ziet Kloes. „Soms staat in de cao dat werknemers eens in de zoveel tijd een loopbaancheck kunnen doen.” Werkgevers hebben er ook belang bij dat een werknemer het naar zijn zin heeft op het werk en niet uitvalt door stress of verveling. Ze zitten immers niet te wachten op hoge verzuimkosten. „Af en toe stilstaan bij de vraag of een werknemer nog op zijn of haar plek zit, kan helpen om uitval op langere termijn te voorkomen.”
Soms is het volgens Kloes ook mogelijk openlijk met je werkgever te bespreken dat je verder wil kijken. „Ik krijg best vaak de vraag van werkgevers of ik eens met een werknemer mee wil kijken naar de wensen voor diens werk”, zegt ze. In veel gevallen blijft zo’n werknemer dan toch bij de huidige werkgever, terwijl hij of zij eerst dacht van werkgever te moeten wisselen. „Vaak passen werkgever en werknemer in overleg de taken aan, en is daarmee een groot deel van de onvrede opgelost.”
Behoud van werknemers is in deze krappe arbeidsmarkt zo belangrijk dat werkgevers veel meer dan vroeger bereid zijn met de werknemer mee te denken en te bewegen, merkt Kloes, die ruim twintig jaar in het vak zit. Er komen nu vaak werkgevers bij haar die zeggen: „Ik wil deze werknemer graag behouden. Hoe kan ik daarvoor zorgen?” Kloes: „Dan blijkt vaak dat je door een functie nét iets anders in te richten – job carving noemen we dat – het werk al snel veel leuker te maken is.”
Dus
Solliciteren onder werktijd mag in principe niet. Tenzij er afspraken in de cao staan, bijvoorbeeld voor als er een reorganisatie plaatsvindt. Als het in de werkcultuur geaccepteerd is om tijdens het werk soms privé-activiteiten te ondernemen, dan kan een werkgever je wellicht niet veel maken als het tot een rechtszaak komt. En: vraag je ook af waarom je niet aan solliciteren toekomt. Misschien zit er wel iets anders achter dan tijdgebrek.