‘Nu universiteiten een doctorstitel mogen intrekken, is een wettelijke regeling noodzakelijk’

Een academische graad intrekken werd tot voor kort onmogelijk geacht omdat daarover in de wet niets is geregeld. Daarom vroeg de Erasmus Universiteit Rotterdam in 2015 een psychologe die na het verdedigen van haar proefschrift werd betrapt op plagiaat, om zelf haar doctorstitel in te leveren.

De Universiteit Utrecht besloot in 2023 zelf de titel af te nemen van een in 2008 gepromoveerde Egyptische gynaecoloog, nadat een Nederlandse fraudejager had gewaarschuwd dat vijf van de negen artikelen uit het proefschrift wegens datamanipulatie waren ingetrokken of voorzien van een waarschuwing. Volgens de universiteit was een wettelijke intrekkingsbevoegdheid niet nodig omdat een ten onrechte genomen besluit via het bestuursrecht teruggedraaid kan worden. Of die redenering bij de rechter stand zou houden, werd niet meteen duidelijk, omdat de arts de beslissing niet aanvocht.

Een Griekse economisch historicus die in 2017 in Wageningen promoveerde stapte wel naar de rechter toen de universiteit in 2019 zijn doctorstitel introk. Hij werd door zijn promotoren en collega-promovendus beschuldigd van het vervalsen van historische gegevens in zijn onderzoek naar de invloed van extreme weersomstandigheden op de sociale onrust en economische ontwikkeling van voormalige Britse koloniën in Afrika. De onderzoeker ontkent dat hij opzettelijk heeft gefraudeerd. In december vorig jaar oordeelde de Raad van State dat de universiteit de graad mocht intrekken omdat hij in zijn proefschrift onzorgvuldig omging met historische data. Daarmee heeft hij de wetenschappelijke integriteit geschonden, aldus de hoogste bestuursrechter.

Een belangrijke uitspraak, vindt jurist Job Buiting, die vorig jaar bij de Radboud Universiteit promoveerde op een onderzoek naar onderwijsrecht en zich verdiepte in juridische procedures over het beoordelen van examens. „Het intrekken van graden of diploma’s is voor ons juristen lang theorie geweest, omdat de intrekkingsbevoegdheid niet is geregeld in de onderwijswetgeving. Maar onjuiste bestuurlijke besluiten van onderwijsinstellingen kunnen dus via het bestuursrecht teruggedraaid worden.”

De discussie over het intrekken van doctorstitels ontbrandde in 2011 nadat de Tilburgse hoogleraar Diederik Stapel door drie jonge onderzoekers uit zijn team werd ontmaskerd als fraudeur. De sociaal psycholoog was een gevierd wetenschapper met 137 publicaties op zijn naam, onder meer in Science en andere toptijdschriften. De schok was groot toen hij bekende dat tientallen artikelen op gefabriceerde datasets zijn gebaseerd. Stapel verzon de data achter zijn bureau. Zijn coauteurs, vaak promovendi, analyseerden en interpreteerden de verzonnen data en schreven de publicaties waaraan Stapel zijn naam verbond.

Wangedrag zonder precedent, oordeelde een commissie. Inmiddels heeft Stapel 58 ingetrokken artikelen op zijn naam staan, waarmee hij op de achtste plaats staat van het klassement van Retraction Watch, een journalistiek blog over wetenschapsfraude.

Grootste slachtoffers van Stapel waren tien promovendi die gebruikmaakten van gefingeerde gegevens die hun promotor leverde. Hoewel hun proefschriften waren gebaseerd waren op frauduleuze data, ondernamen de betrokken universiteiten geen pogingen hun titels in te trekken. De jonge onderzoekers hadden zelf niks verkeerd gedaan, maar werden volgens de commissie „op zeer geraffineerde wijze om de tuin” geleid door hun promotor.

Wetenschappelijk wangedrag

De doctorstitel die Stapel in 1997 bij de Universiteit van Amsterdam (UvA) cum laude had behaald, kon niet ingetrokken worden omdat niet meer was vast te stellen of hij in zijn proefschrift had gefraudeerd: de data waren inmiddels vernietigd. De commissie adviseerde de UvA daarom te onderzoeken of de doctorsgraad ontnomen kon worden op grond van „uitzonderlijk wetenschappelijk onwaardig gedrag, in strijd met de aan het doctoraat verbonden plichten”. Dat onderzoek was niet meer nodig omdat Stapel vrijwillig afstand deed van zijn titel.

Daarna boog het college van rectoren zich alsnog over de kwestie en constateerde dat het intrekken van een doctorsgraad wegens wetenschappelijk wangedrag ná de promotie ingrijpende aanpassingen van de regelgeving zou vergen. Voor het intrekken van een titel wegens fraude ín het proefschrift was de wetswijziging niet nodig. Een op onjuiste gronden verleende titel intrekken kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht, wist het rectorencollege in 2013 al.

Onderwijsinstellingen maakten tot nog toe geen gebruik van deze impliciete bevoegdheid, maar daar komt volgens Buiting verandering in. Tijdens zijn promotieonderzoek stuitte hij op een zaak uit 2016. De Hogeschool van Amsterdam trok het bachelordiploma in van een student commerciële economie. Die had een 5,0 gehaald voor zijn afstudeeropdracht, maar door een vergissing van zijn docent kwam er een 5,9 in het administratiesysteem te staan en kreeg hij een diploma. Nadat de docent de fout had ontdekt, is het diploma ongeldig verklaard. De student ging in beroep tegen dit besluit, maar verloor omdat duidelijk was dat hij zijn graad onterecht had gekregen.

In oktober 2022 verklaarde de Open Universiteit (OU) in Heerlen 66 mastertitels ongeldig. De universiteit was door de Onderwijsinspectie op de vingers getikt omdat de twee opleidingen die de titels hadden toegekend, niet geaccrediteerd waren, terwijl dat een wettelijke voorwaarde is. Een afgestudeerde die het intrekken van zijn mastergraad aanvocht kreeg ongelijk, omdat volgens de rechter de kwaliteit van het diploma door het ontbreken van de accreditatie niet was gegarandeerd.

En daar is nu het intrekken van de Wageningse doctorstitel bijgekomen. De universiteit mocht dat doen omdat rapporten van deskundigen aantonen dat er relevante verschillen zitten tussen de gebruikte data in het proefschrift en de data in de Britse koloniale archieven die de promovendus had gebruikt. De onderzoeker heeft die verschillen niet toegelicht in zijn proefschrift en later ook niet verantwoord, constateerde de Raad van State. Als dat bekend was geweest voor de verdediging van het proefschrift, was de doctorsgraad niet verleend. Daarom mocht de universiteit de titel intrekken.

Verwijtbaar of niet

Afgestudeerden en gepromoveerden kunnen hun titel dus kwijtraken, zelfs als ze zelf niks verkeerd hebben gedaan. De Open Universiteit gaf ruiterlijk toe dat ze in de fout was gegaan, maar mocht toch 66 mastertitels intrekken. „Dat voelt onrechtvaardig, maar juridisch klopt het”, stelt Buiting. „De bescherming van de waarde van het diploma gaat boven het individuele belang. Een mastertitel biedt toegang tot beroepen als arts, notaris of accountant. En om hoogleraar te worden, moet je gepromoveerd zijn. Het is van maatschappelijk belang dat een master of doctor beschikt over de kennis en vaardigheden die bij die titel horen. Daarom heeft de wetgever gekozen voor een strikte bescherming van graden.”

Dat maakt afgestudeerden en gepromoveerden kwetsbaar, vindt Buiting. „De rechter oordeelt eigenlijk altijd dat een titel ingetrokken mag worden als de kwaliteit van het diploma in het geding is. Of dat nu door een fout van de instelling is of door fraude.”

Als er iets mis is met het proefschrift dat misschien nog hersteld kan worden, moet je niet het zwaarste middel inzetten

Job Buiting
jurist

Het maakt bij fraude ook niet uit of er sprake was van opzettelijke datamanipulatie, verwijtbare slordigheid of onbewuste integriteitsschendingen. En ook niet of promovendi door een promotor als Diederik Stapel zijn misleid. „Je moet het je als universiteit of hogeschool wel aantrekken als je onterecht een diploma hebt afgegeven, maar juridisch speelt opzet of schuld geen enkele rol”, legt Buiting uit. „Bij de bestuursrechter gaat het alleen om het herstellen van een onjuist besluit.”

Wrang is het wel. „Universiteiten maken soms fouten en daar zijn studenten en promovendi dan de dupe van”, stelt Buiting. „De afgestudeerden van de Open Universiteit viel niets te verwijten, maar zij raakten wel de titel kwijt waarvoor ze vaak jaren gestudeerd hadden. Hoe ze daarvoor gecompenseerd worden, mogen ze van de bestuursrechter zelf uitvechten met de universiteit, terwijl onduidelijk is wat hun rechten daarbij zijn.”

Ook de Wageningse gepromoveerde die beschuldigd werd van fraude zat in een kwetsbare positie. „Hij wist niet hoe het proces zou gaan verlopen, wat zijn rechten waren, hoe hij zich kon verweren. Hoewel de Raad van State heeft geconcludeerd dat de intrekking terecht was, heeft hij jaren in onzekerheid gezeten en dat is ernstig. Onderzoekers zijn erg afhankelijk van die doctorsgraad. Die titel is bepalend voor het vervolg van je wetenschappelijke carrière. En die staat jaren stil door zo’n procedure.”

Black box

De intrekkingsbevoegdheid moet daarom wettelijk geregeld worden, vindt de onderwijsjurist. Om afgestudeerden en gepromoveerden rechtszekerheid te bieden én om universiteiten houvast te geven. „Wageningen Universiteit heeft moeten improviseren omdat er niets was vastgelegd.” Buiting vindt dat vooraf duidelijk zou moeten zijn hoe de intrekkingsprocedure eruitziet. Hoe wordt onderzocht of een titel onterecht is verleend, wie doet dat en hoe wordt de gepromoveerde daarbij gehoord? En wat moet er mis zijn met een proefschrift om te kunnen stellen dat de doctorstitel onterecht verleend is?

Als het om fraude gaat hebben de klachtencommissies al onderzoek gedaan, maar intrekken van een titel is een ander en zwaarder pad, stelt Buiting. „Dat doe je alleen als je echt vindt dat de gepromoveerde geen doctor zou mogen zijn. Soms is dat duidelijk, maar het kan nodig zijn om opnieuw onderzoek te doen. Als er iets mis is met het proefschrift dat misschien nog hersteld kan worden of dat niet in verhouding staat tot het gehele onderzoek, moet je niet het zwaarste middel inzetten.”

In de wet moet daarom staan in welke gevallen een diploma of graad ingetrokken kan worden, vindt Buiting. „Vervolgens kun je het uitwerken van de procedures aan de instellingen zelf overlaten.”

Ook als de intrekkingsbevoegdheid wettelijk is geregeld, kunnen afgestudeerden en gepromoveerden naar de rechter stappen. Maar een heldere regeling kan jarenlang procederen voorkomen, denkt hij. „Nu is het een black box. Als er een duidelijke regeling is kan een afgestudeerde of gepromoveerde afwegen of het zin heeft om zich te verzetten tegen intrekking.”