Nog voordat de Maccabi-rellen uitbraken, keek de politie al mee in pro-Palestijnse appgroepen

Rechercheurs van de Amsterdamse politie begonnen al op de ochtend van de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv, op 7 november, met onderzoek naar zeker twee WhatsApp-groepen. Daarin wisselden pro-Palestijnse demonstranten aanvankelijk informatie uit over een geplande betoging bij de Johan Cruijff Arena.

De politie keek mee na toestemming van het Openbaar Ministerie, zo blijkt uit dossierstukken van twee van de zeven verdachten die woensdag en donderdag moeten verschijnen voor de rechtbank in Amsterdam. Ze worden beschuldigd van betrokkenheid bij geweldsincidenten in de nacht van donderdag 7 op vrijdag 8 november dan wel van het opruien van het geweld via appgroepen.

Een verdachte is een Palestijnse asielzoeker van vroeg in de twintig die in een azc in Eindhoven woont. Sinds zijn aanhouding zit hij vast. Een tweede verdachte is, zo meldde de Volkskrant, een Amsterdammer met een Palestijnse achtergrond die actief is in de pro-Palestinabeweging.

Is dit gebeurd in het kader van het beschermen van de openbare orde of voor het opsporen van strafbare feiten?

Sven Brinkhoff
hoogleraar strafrecht UvA

Op het moment dat de politie de WhatsApp-groepen gaat monitoren, rond half tien ’s ochtends, is het vrij rustig in de stad. Wat voor het monitoren de precieze aanleiding vormt, wordt niet uitgelegd in de dossierstukken.

In het proces-verbaal waarin de politie verslag doet van het toezicht houden, wordt in algemene termen gesproken over „maatschappelijke onrust” die is ontstaan door „de oorlogssituatie in Gaza” als gevolg van „de grootschalige aanval van Hamas op doelen in Israël” op 7 oktober 2023.

Volgens de politie leidt die onrust ertoe dat „vreedzame demonstraties worden verstoord door […] personen die het plegen van geweld tegen goederen of personen niet schuwen”. Vrees voor escalatie van deze demonstratie lijkt de reden voor het monitoren van de WhatsApp-groepen, al wordt dat niet expliciet uitgesproken.


Lees ook

Geweld in Amsterdam na wedstrijd Ajax-Maccabi

Supporters van Maccabi Tel Aviv op De Dam voor aanvang van de wedstrijd tegen Ajax.

‘Knal ze neer’

De politie onderzoekt die donderdagochtend een appgroep met de naam Free Palstine. In de omschrijving van deze groepsapp staat: „Normale demonstratie tegen geweld in Palestina. Wij distantiëren ons van geweld.”

De politie stelt rond tien uur ’s ochtends vast dat in deze groep een linkje wordt gedeeld met de uitnodiging voor een nieuwe groep: Buurthuis 2. Ook deze appgroep wordt door de politie in de gaten gehouden, maar dat verandert rond het middaguur.

Dan krijgt de politie van het OM toestemming om het berichtenverkeer in deze nieuwe groep ook „veilig te stellen”, een juridische term voor ‘bewaren’. Directe aanleiding is het bericht „knal ze neer” van een groepslid in reactie op de melding „ik zie 3 stuks lopen met die sjaals om”.

In de loop van de avond en nacht neemt het aantal berichten over geweld of met antisemitische uitingen toe, blijkt uit de stukken. Daarmee spelen de berichten uit de appgroep Buurthuis 2 een belangrijke rol bij de bewijsvoering tegen een aantal verdachten.

Volgens Sven Brinkhoff, hoogleraar strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam, is de wettelijke basis voor het monitoren en veiligstellen van het berichtenverkeer onduidelijk.

„Is dit gebeurd in het kader van het beschermen van de openbare orde of voor het opsporen van strafbare feiten?”, vraagt Brinkhoff zich af. Uit het dossier blijkt niet dat het OM toestemming heeft gevraagd aan een onderzoeksrechter. Volgens Brinkhoff is duidelijkheid van belang om te achterhalen met welk doel informatie is verzameld en of dat rechtmatig is gebeurd.

Advocaat Anis Boumanjal, die twee van de zeven verdachten bijstaat, verwacht dat het monitoren en veiligstellen van het berichtenverkeer onderwerp van discussie zal zijn tijdens de rechtszaak. „Meer wil ik daar vooruitlopend op de rechtszaak niet over zeggen”, aldus Boumanjal.

Geen terrorisme

De advocaat vindt het van belang om de beeldvorming in het publieke debat recht te zetten. „Er is uit de strafdossiers geen aanwijzing af te leiden voor een terroristisch oogmerk zoals door politici is gesuggereerd”, aldus de Utrechtse strafrechtadvocaat. Boumanjal is dan ook blij dat de Amsterdamse hoofdofficier René de Beukelaer hetzelfde heeft vastgesteld in een interview met AT5.

Volgens Boumanjal blijkt uit de dossiers evenmin dat sprake zou zijn van een organisatie die op ‘Jodenjacht’ is geweest. „Het woord ‘Jodenjacht’ behoeft dan ook echt de nodige nuancering. Als er al een jacht is geweest dan was die gericht tegen Maccabi-hooligans en wel nadat zij zich niet onbetuigd hadden gelaten. Daarmee wil ik niets afdoen aan de ernst van het geweld en hoe er in de groepsapps is gesproken, maar de context van dit alles mag niet uit het oog worden verloren. Pas dan kan er een zuiver debat worden gevoerd.”

Als er al een jacht is geweest dan was die gericht tegen Maccabi-hooligans en wel nadat zij zich niet onbetuigd hadden gelaten

Anis Boumanjal
advocaat

Boumanjal stelt verder dat rond de rellen „welbewust een vals narratief is neergezet dat door politici is gebruikt als stok om een hele gemeenschap mee te slaan. Realiteit is dat zich onder de verdachten niet alleen Marokkaanse Nederlanders bevinden, maar ook Palestijnen en autochtone Nederlanders”.

Dat sprake is van een integratieprobleem is volgens Boumanjal dan ook „volstrekt gratuit”: „Ja, onder Marokkaanse Nederlanders leeft onderhuids woede over het grote aantal slachtoffers door de Gaza-oorlog.” Maar dat heeft volgens Boumanjal niets met integratie of het niet onderschrijven van de Nederlandse rechtsstaat te maken. „Integendeel, zou ik zeggen.”


Lees ook

Politie moet makkelijker mee kunnen kijken in online chatgroepen, vindt de minister. Deskundigen zijn sceptisch

David van Weel, minister van Justitie (lopend, links), wil zijn wetsvoorstel om de digitale bevoegdheden van de politie uit te breiden voor de zomer ingediend hebben.