Nijlpaarden liggen in de opdrogende Botswaanse modder, ‘alsof ze in beton zitten’

Normaal gesproken is de Okavangodelta in Botswana een „paradijs voor nijlpaarden”, zegt Herbert Prins, emeritus hoogleraar resource ecology aan Wageningen University & Research. „Er zijn veel riviertjes waarin ze kunnen afkoelen, weinig grote krokodillen en er zijn grote uitgestrekte stukken met hun favoriete eten: kort, jong gras.” Maar bij ernstige droogte, zoals die zich sinds begin dit jaar voordoet in zuidelijk Afrika, kan het zijn dat riviertjes droogvallen en gras verdort. „Nijlpaarden gaan dan zwerven”, zegt ecoloog Shaya van Houdt, die twee jaar geleden een artikel publiceerde over mens-nijlpaardconflicten in Afrika. „Ze verlaten het water waar ze overdag in zitten, en gaan ’s nachts op zoek naar eten. In droge perioden kunnen ze makkelijk 10 kilometer afleggen. 15 kilometer is ook weleens gezien.”

In dit geval is een kudde nijlpaarden stroomafwaarts getrokken van de Thamalakanerivier, in het zuidelijk deel van de Okavangodelta. De kudde is geëindigd in een modderpoel vlak bij Maun, ook wel de toerismehoofdstad van Botswana genoemd. „Het lijkt alsof ze daar vast zijn komen te zitten”, zegt Van Houdt. Prins bevestigt dat. „Alsof ze in beton zitten.” Hij vreest voor hun leven. Mocht het nog gaan regenen, dan is de kans groot dat ze verdrinken. De regen maakt de bovenste laag modder vloeibaarder, maar dringt moeilijk diep door. Dus blijven de nijlpaarden „muurvast” zitten.

De huidige droogte in zuidelijk Afrika heeft niet met klimaatverandering te maken, schreef de World Weather Attribution (WWA) twee weken geleden. Bij extreme weersgebeurtenissen onderzoekt de organisatie de rol van het opwarmende klimaat. Naarmate de wereldwijde temperatuur is toegenomen is het in zuidelijk Afrika in de periode december-februari – de piek van het regenseizoen – juist méér gaan regenen, zo laten de data zien. WWA brengt de extreme droogte eerder in verband met El Niño, en met andere variërende klimaatpatronen (zoals de Indian Ocean Dipole).

„Het is een treurig gezicht, die vastzittende nijlpaarden”, zegt Prins. Tegelijkertijd is dit typisch voor savanne-ecosystemen. „Het zijn boom and bust-systemen, ze worden geregeerd door grillige, heftige events. Buffelkuddes verliezen bij zo’n droogte álle jonge dieren. Zo lang dit niet te vaak gebeurt, herstellen populaties zich.”