Verschillende onderwijsnetwerken in Brabant en Limburg zijn donderdag getroffen door een DDoS-aanval. De getroffen instellingen hebben last van een trage of zelfs helemaal geen verbinding. Dat meldt SURF, een samenwerkingsverband van Nederlandse onderwijs- en onderzoeksinstellingen op het gebied van ict. Volgens SURF kunnen door de grote hoeveelheid verkeer ook instellingen die buiten Brabant en Limburg die op hun netwerk zitten hinder ondervinden.
Bij een DDoS-aanval wordt een server overladen met dataverkeer. Daardoor raakt de server overbelast. Dit gebeurt regelmatig. SURF werd ook op woensdag al door een DDoS-aanval geraakt, waardoor de Tilburgse hogeschool urenlang onbereikbaar was. Ook DigiD, een systeem waarmee burgers kunnen inloggen op allerlei overheidsinstanties, werd op woensdag geteisterd door een DDoS-aanval. Overheidsinstanties krijgen dagelijks te maken met deze aanvallen.
Bij de TU Eindhoven werd het hele netwerk offline gehaald nadat hackers afgelopen weekend computersystemen probeerden aan te vallen. De universiteit hoopt maandag het onderwijs te hervatten. Het is onduidelijk wie achter zowel de DDoS-aanvallen als de hack op de TU Eindhoven zit.
Vier dagen na het begin van een reddingsactie bij een oude goudmijn in Zuid-Afrika zijn de stoffelijke resten van 78 mensen naar boven gehaald. Volgens lokale autoriteiten en hulpverleners zijn 246 illegaal opererende mijnwerkers gered. Zij zaten al langer dan een half jaar op bijna twee kilometer onder de grond. De meeste van de overlevenden waren sterk vermagerd. Volgens de politie zou er nu niemand meer vast zitten, maar hulporganisaties betwijfelen dat.
De reddingsoperatie bij de Buffelsfontein Gold Mine, op zo’n 150 kilometer ten zuidwesten van Johannesburg, begon nadat lokale mensenrechtenorganisaties het lot van de mijnwerkers aanhangig hadden gemaakt bij de rechter. Vrijdag oordeelde die dat de autoriteiten een reddingsactie van de lokale gemeenschap financieel en praktisch mogelijk moesten maken.
Een privaat bedrijf heeft daarop de afgelopen dagen vrijwilligers uit de bij de mijn gelegen township Khuma in een stalen kooi aan een kabel laten afdalen, om zo de desintegrerende lichamen en de om hulp smekende overlevenden naar boven te halen. Dat was „traumatiserend” werk, zei een van hen tegen persbureau Reuters. Na 33 ritjes heen en weer is de reddingsactie donderdagochtend beëindigd.
De mannen die onder de grond vast zaten hadden geen mogelijkheid meer om uit de mijn te ontsnappen nadat alle andere uitgangen door de politie waren afgesloten. Sinds eind december kwam er volgens lokale waarnemers van de groep Mining Affected Communities United in Action (Macua) ook vrijwel geen voedsel of drinken meer in de mijn omdat de agenten touwen en katrollen verwijderd hadden.
‘Criminelen’
De actie van de politie was deel van een in augustus vorig jaar door de Zuid-Afrikaanse regering aangekondigde hardere aanpak van illegale mijnbouw in het land, genaamd ‘Vala Umgodi’ (sluit het gat). Volgens het departement van mijnbouw in Pretoria verliest Zuid-Afrika door het mislopen van belastingen jaarlijks zo’n 3 miljard euro aan de illegale mijnbouw. Vele duizenden illegale mijnwerkers zijn in de afgelopen maanden gearresteerd.
In overheidskringen, maar breder in de Zuid-Afrikaanse samenleving, is weinig mededogen met de illegale mijnwerkers. Zij worden gezien als „criminelen”. Het goud dat zij vinden, wordt vaak door misdaadsyndicaten op de markt gebracht. Wat meespeelt is dat veel van de mannen onder de grond niet uit Zuid-Afrika zelf komen. Volgens de politie was het merendeel van de mensen die de afgelopen dagen gearresteerd zijn afkomstig uit Mozambique en Lesotho.
De overlevenden zijn direct bij bovenkomst gearresteerd. Zij worden verdacht van illegale mijnbouw, het zich begeven op verboden terrein en in veel gevallen illegaal verblijf in Zuid-Afrika. Volgens de politie zijn in de afgelopen dagen ook enkele bendeleiders gearresteerd. Zij zouden zich onder de grond schuldig hebben gemaakt aan marteling en moord, meld de Zuid-Afrikaanse nieuwssite News24.
Het officiële werkloosheidscijfer van Zuid-Afrika ligt op 32 procent. Volgens niet-gouvernementele organisaties, zoals Macua, is het illegaal naar goud zoeken voor sommige mensen bittere noodzaak om het hoofd boven water te houden. Vooral op plaatsen waar commerciële mijnen recent zijn gesloten, is voor afgedankte medewerkers vaak nauwelijks nog enige bron van inkomsten beschikbaar.
Of daadwerkelijk alle nog levende mensen gered zijn, zoals de politie zegt, blijft volgens Macua de vraag. Volgens woordvoerder Magnificent Mndebele is bij een laatste ritje met de stalen kooi slechts met een camera gekeken of er nog mensen onder de grond zijn. Van Ayanda Tom, de 26-jarige vermiste mijnwerker om wie de rechtszaak vrijdag draaide, is vooralsnog geen enkel spoor. Zijn zus, Zinzi Tom, had met hulp van onder andere Macua de rechter ingeschakeld en zo de reddingsactie afgedwongen.
Lees ook
‘Uitroken’ illegale mijnwerkers leidt in Zuid-Afrika tot tientallen doden
Moet de Nederlandse bevolking per referendum wetten kunnen wegstemmen die door de Tweede en Eerste Kamer zijn aangenomen? Over die wezenlijke vraag debatteerde de Tweede Kamer donderdag, toen de initiatiefwet van SP-Kamerlid Michiel van Nispen werd behandeld. „Lang werd het referendum gezien als onverenigbaar met parlementaire democratie, inmiddels wordt het door een grote meerderheid gezien als aanvulling”, aldus Van Nispen.
Daar lijkt hij gelijk in te hebben, want een debat kon het donderdag eigenlijk niet genoemd worden. Er kwamen amper vragen vanuit de Kamer aan Van Nispen, zelfs de normaliter felle tegenstanders van de VVD hielden zich stil. Al na een uur vertrok Van Nispen naar de lunch, zo goed als verzekerd van zijn tweederdemeerderheid en een stapje dichterbij de hervorming van de Nederlandse democratie. Het was een overwinning in stilte, op de publieke tribune zat slechts een handvol toeschouwers en amper pers.
Fundamenten van de democratie
Grondwetswijzigingen zijn in Nederland bijzonder moeilijk om door te voeren, zodat een gewone Kamermeerderheid niet zomaar kan morrelen aan de fundamenten van de Nederlandse democratie. Een wijziging moet eerst door de Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen. Dat is Van Nispen met het voorstel voor een correctief bindend referendum in 2023 gelukt. Vervolgens moet de Kamer na een verkiezingsjaar nog een keer met een tweederdemeerderheid instemmen. Dat zal volgende week dinsdag nagenoeg zeker gebeuren, door een bonte verzameling partijen, van PVV en NSC tot GroenLinks-PvdA en D66. Daarna zal ook de Eerste Kamer nog met tweederdemeerderheid moeten instemmen – dat is de volgende en laatste uitdaging waar Van Nispen voor komt te staan.
En dat wordt mogelijk lastig, want hoewel in de Tweede Kamer ruim de benodigde honderd zetels aan voorstanders te vinden zijn, is dat in de Eerste Kamer anders. In 2023, toen dezelfde Eerste Kamer stemde over het referendum, haalde het voorstel 45 van de 75 zetels. Bij de volgende ronde zijn er minstens 50 nodig. Vijf voorstanders waren in 2023 afwezig, als die nu allemaal present zijn én voor de Grondwetswijziging stemmen, komt de wijziging er. Maar er hoeft dus maar één muiter te zijn, en het bindend correctief referendum komt er toch niet.
Nacht van Wiegel
Het zou niet de eerste keer zijn dat het bindend correctief referendum op dramatische wijze sneuvelt. Het referendum kent een lange en tumultueuze geschiedenis, met als summum de Nacht van Wiegel in 1999. Het kabinet-Kok II van PvdA, VVD en D66 had de wijziging ingediend (op aandringen van D66) en hoefde alleen nog langs de Eerste Kamer. VVD-prominent Hans Wiegel, destijds Eerste Kamerlid, besloot tegen de wensen van zijn eigen partijtop en ondanks aandringen van premier Wim Kok tegen de Grondwetswijziging te stemmen, waardoor die geen tweederdemeerderheid behaalde. D66 liet het kabinet daarop bijna vallen. Voorstanders probeerden het correctief bindend referendum nog wel in te voeren. Maar zo dicht bij als toen, kwam het plan niet meer.
Een kwart eeuw later, tijdens de behandeling van zijn voorstel, kan de SP’er Van Nispen lachen om het trauma van de Nacht van Wiegel. „Het is jammer dat het 25 jaar geleden niet is gelukt, maar misschien hadden we die jaren wel nodig”, zei hij, „om met elkaar te kunnen wennen aan het idee”.
Geen koningshuis en belastingen
De verkiezingen van 2023, waar voorstanders PVV en NSC bij elkaar 57 zetels haalden, brachten de tweederdemeerderheid binnen handbereik. Dat de weerstand bij critici is afgenomen, komt ook omdat het voorstel is afgezwakt. Referenda over belastingen, het koningshuis en internationale verdragen zijn uitgesloten. Met name dat laatste is een belangrijk punt, sinds het Verenigd Koninkrijk per referendum de Europese Unie in 2016 verliet. Nederland stemde in datzelfde jaar tegen het associatieverdrag met Oekraïne. Dat verdrag kwam er toch, tot frustratie van veel tegenstanders.
Het plan van Van Nispen is ook verteerbaar omdat het nog maar weinig uitgewerkt is. Als de Eerste Kamer instemt zal het kabinet een voorstel doen voor de drempels voor referenda. Zoals de benodigde opkomst en het benodigde aantal tegenstemmen om een wet te verwerpen.
Dat wordt de verantwoordelijkheid van minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC). Die zei donderdag dat ze onderzoek zal laten doen om te bepalen hoe een referendum „representatief en haalbaar” kan worden opgezet. En óók die drempels, die Uitermark in de zomer van 2026 hoopt te presenteren, zullen weer met een tweederdemeerderheid moeten worden goedgekeurd.
De gemeenten Stichtse Vecht en Oudewater zijn „verontwaardigd” en vol „onbegrip” over het besluit van de provincie om locaties op hun grondgebied aan te wijzen voor windmolenparken. Volgens de provincie Utrecht is dit nodig omdat anders de doelen voor duurzame energie niet worden gehaald. Onzin, zeggen de gemeenten, met hun focus op zonne-energie voldoen ze wel degelijk aan die doelen. Een juridisch conflict is niet uitgesloten.
Begin 2024 riep de provincie gemeenten op plannen te maken voor de aanleg van wind- en zonneparken. In september bleek al dat energieregio U16, waar Stichtse Vecht en Oudewater onderdeel van uitmaken, ver achterbleven bij de doelstellingen. Als de gemeenten niet voor het einde van het jaar voldoende plannen zouden hebben, zou de provincie ingrijpen door locaties voor windparken aan te wijzen.
Daarbij is de keus deze week gevallen op een locatie tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de Vecht, ten noorden van Loenen aan de Vecht, en een gebied langs weerszijden van het spoor tussen Oudewater en Montfoort. De provincie heeft daarbij rekening gehouden met de „inspanningen” die alle gemeenten hebben gedaan om te voldoen aan de doelstellingen voor schone energie. De plannen van Stichtse Vecht en Oudewater waren, kortom, nog te weinig concreet.
‘Onrechtvaardig’
Duurzaamsheidswethouder Bas Lont bestrijdt dat Oudewater te weinig onderneemt op het gebied van de energietransitie. Al in 2021 besloot de gemeente tot 2030 enkel in te zetten op zonne-energie. Op dezelfde plek als waar de provincie de windturbines wil neerzetten, werkt Oudewater aan een zonnepark. „Dit besluit voelt onrechtvaardig”, zegt Lont. „Met een groot zonneveld ten noorden van het spoor wekken we straks meer energie op dan afgesproken”.
Het door de provincie aangewezen gebied is in het verleden als windparklocatie juist afgevallen bij de gemeente Oudewater, omdat broedende vogels en omwonenden te veel last zouden hebben van de turbines. Ook vreest Lont dat de procedure rond de windturbines de aanleg van het zonneveld vertraagt.
Volgens de provincie kunnen „wind en zon prima samengaan”, laat een woordvoerder weten. Het aanwijzen van de locatie „kan ervaren worden als doorkruisen” van de plannen voor het zonneveld, „maar het was al sinds januari 2024 bekend dat dit een kansrijk gebied is voor windenergie”.
Dit besluit is voor ons onacceptabel. De provincie grijpt allerlei argumenten aan om dwars door de lokale democratie te denderen
Ook Stichtse Vecht is boos over het besluit van de provincie. Net als Oudewater zet de gemeente in op zonne-energie, laat wethouder Dick Polman telefonisch weten. „Dit besluit is voor ons onacceptabel. De provincie grijpt allerlei argumenten aan om dwars door de lokale democratie te denderen.”
Hoewel Stichtse Vecht nog geen vergunningen heeft verleend voor zonnevelden, lukt het de gemeente volgens Polman om aan de 2030-doelstellingen te voldoen. „We lopen misschien iets achter op schema, maar zijn in het tweede kwartaal klaar voor zonne-initiatieven. Dan zijn nog wat jaren te gaan.” De gemeente zal „alle mogelijkheden” aangrijpen om zich te verzetten tegen de windparken. „Uiteraard werken wij op geen enkele manier mee.”
De provincie zegt in gesprek te gaan met de betrokken gemeenten over het vervolg. Omwonenden ontvangen in februari een uitnodiging voor een bewonersbijeenkomst.
Lees ook
Groningen worstelt met windturbines: moet een betrouwbare overheid plannen uitvoeren of juist bijsturen?