Nee, voor de meeste mensen voelt klimaatverandering helemaal niet ver weg

Betogers tijdens de Klimaatmars, waar werd opgeroepen tot ingrijpender maatregelen om de opwarming van de aarde te beperken, in november 2021 in Amsterdam.


Foto Jennifer Knuchel

Interview

Psychologie Mensen weten dat het niet goed gaat met het klimaat, maar toch is gedragsverandering moeilijk.Een veelgehoorde theorie is dat de ramp psychologisch te ver van ons af staat.

Mensen ondernemen te weinig om de opwarming van de aarde snel te stoppen. Waarom doen ze niet meer? Wat houdt hen tegen? Een veelgehoorde theorie is dat het onderwerp voor veel mensen op grote psychologische afstand staat, zegt omgevingspsycholoog Anne van Valkengoed. Ze is postdocoraal onderzoeker in de groep van hoogleraar Linda Steg, aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Het speelt in de toekomst en geografisch ver weg. Mensen zouden dan een gevoel van urgentie missen, en komen daardoor onvoldoende in actie.”

Maar in een overzichtsartikel dat vorige week is gepubliceerd in One Earth haalt Van Valkengoed, samen met collega’s, deze theorie onderuit.

Waar komt die theorie van psychologische afstand vandaan?

„Ze bestaat al langer. Een veelgenoemd voorbeeld is dat iemand je uitnodigt mee op vakantie te gaan. Het maakt voor je handelen nogal uit of dat volgend jaar is, of volgende week. In het eerste geval denk je vooral aan de vakantie zelf, dat het fijn en leuk is, en hoe mooi het land is. In het laatste geval denk je veel praktischer. Je moet een ticket regelen, aan je paspoort denken, spullen pakken.

„In 2010 vroeg een Nieuw-Zeelandse wetenschapper zich af of dit concept kan verklaren waarom mensen zo weinig ondernemen tegen klimaatverandering. Want daarbij gaat het vaak over toekomstscenario’s, en dat de gevolgen vooral zullen worden gevoeld in Afrika en Azië. Een jaar later hebben Britse wetenschappers dit voor het eerst getest door een representatieve groep van ruim 1.800 Britten te ondervragen. Ze kwamen tot de conclusie dat voor heel veel mensen klimaatverandering juist al wél dichtbij is, in zowel ruimte als tijd. Ze weerlegden dus de koppeling met psychologische afstand.”

Toch blijft dat idee van psychologische afstand in de literatuur, en in communicatie van overheden en ngo’s, opduiken. Waarom?

„Het is inderdaad erg hardnekkig. Ik vind het moeilijk te duiden. We hebben 27 grote enquêtes van de laatste vijf jaar geanalyseerd die in onder meer de VS en Europa zijn gehouden. Daarin werd onderzocht of die psychologische afstand er inderdaad is voor de meerderheid van de mensen, zoals het idee is. Maar we vinden het nergens terug. Het wisselt iets van enquête tot enquête, maar zo’n 70 procent zegt dat de gevolgen van klimaatverandering nú al spelen of in de komende jaren gaan spelen. En tussen de 50 en 80 procent zegt dat het al een bedreiging vormt voor het eigen land.”

Vervolgens hebben jullie onderzocht of psychologische afstand inderdaad een barrière is voor klimaatactie. Wat komt daaruit?

„De 27 studies die we hebben onderzocht laten gemengde resultaten zien. Er zijn er die de theorie ondersteunen. Maar er zijn ook aanwijzingen dat mensen juist gemotiveerd raken om actie te ondernemen als ze weten dat klimaatverandering gevolgen heeft voor andere mensen ver weg, in bijvoorbeeld ontwikkelingslanden.”

Er zit een gat tussen onze goede intenties en ons daadwerkelijke gedrag

Bestaan er meer misverstanden rond klimaat?

„Mensen onderschatten vaak het draagvlak voor klimaatbeleid, de mate waarin anderen zich zorgen maken over klimaatverandering, en ook de milieuwaarden die anderen hebben. Onderzoek van collega’s laat zien dat mensen natuur en natuurbescherming hoog waarderen, gemiddeld een 5 op een schaal van 6.”

Mensen vinden het belangrijk, maar toch gebeurt er te weinig. Is dat met elkaar te rijmen?

„Er zit een gat tussen onze goede intenties en ons daadwerkelijke gedrag. In de literatuur wordt dit de intention-behaviour gap genoemd. Er spelen meerdere factoren een rol. We maken ons namelijk niet alleen zorgen over het klimaat, maar zijn ook bezig met onze carrière, we hebben geldzorgen, moeten kinderen opvoeden, willen ons persoonlijk ontwikkelen, en sociale contacten hebben. In het dagelijks leven kunnen verschillende doelen met elkaar in de knel komen. Welk doel we voorrang geven, hangt van allerlei factoren af. De waarde die je aan die doelen toekent, de context. Die laatste stuurt ons nu vaak richting niet-duurzame keuzes. Denk aan de broodjes kroket die vooraan in de kantine liggen, of de vliegtickets die zoveel goedkoper zijn dan treinkaartjes.


Lees ook: Met elke toename van de opwarming zullen de negatieve effecten voor mens en planeet ‘escaleren’, zegt IPCC

„Het valt ons trouwens de laatste tijd steeds meer op dat verklaringen voor een gebrek aan duurzaam gedrag vaak gebaseerd zijn op vrij negatieve en vaak onveranderlijke eigenschappen van mensen, zoals luiheid of egoïsme. Wanneer mensen het gedrag van anderen verklaren, zijn ze meer geneigd om te wijzen op persoonlijkheidskenmerken of karaktereigenschappen, en nemen ze minder contextuele factoren in overweging. Als mensen hun eigen gedrag verklaren, doen ze dit juist meer aan de hand van contextuele factoren. Om een voorbeeld te geven: als we iemand anders vlees zien eten, denken we misschien dat die persoon het klimaat helemaal niet belangrijk vindt, en alleen met zichzelf bezig is. Als we zelf vlees eten, dan zijn we meer geneigd om te denken: er waren geen andere opties, ik mag af en toe ook wel eens vlees eten want ik eet de rest van de week vegetarisch, enzovoort.”

Hoe nu verder?

„We moeten meer gaan nadenken over hoe we die goede intenties kunnen omzetten in gedrag. Bijvoorbeeld door duurzame keuzes makkelijker, leuker en normatiever te maken. Duurzaamheid is nu vaak nog niet de norm, het is de alternatieve keuze waarvoor we bewust moeten kiezen of een extra stap moeten nemen. En duurzaamheid raakt alle aspecten van ons leven. Hoe we energie gebruiken, wat we wel en niet kopen, wat we eten, en hoe we ons vervoeren.”