Nederlandse bedrijven stootten vorig jaar meer CO2 uit

Nederlandse bedrijven in het Europese emissiehandelssyteem (EU-ETS) stootten vorig jaar zo’n 1,8 miljoen ton CO₂ meer uit dan in 2023, een stijging van 2,9 procent. Dat meldt de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) maandag in een persbericht.

Bedrijven die broeikasgassen (zoals koolstofdioxide) uitstoten en deelnemen aan het EU-ETS-systeem moeten rechten kopen om hun emissies af te betalen. In de komende jaren moet het aantal emissierechten afnemen, zodat Europa in 2050 klimaatneutraal kan worden. De uitstoot van alle Europese ETS-bedrijven samen is in 2024 wel gedaald ten opzichte van een jaar eerder, met 5 procent.

De afgelopen zeven jaar daalde de CO₂-uitstoot van Nederlandse ETS-bedrijven bijna elk jaar „fors”, aldus de NEa. Alleen in 2021 nam de instantie een lichte stijging waar.

Afvalverbrandingsinstallaties en zeevaart

In 2024 steeg de uitstoot door industrie in Nederland met 1,2 miljoen ton CO₂. Die verandering is te zien bij Tata Steel. Door onderhoud aan een hoogoven stootte het bedrijf in 2023 relatief weinig uit, maar in 2024 was de uitstoot weer op hetzelfde niveau als in 2022: 5,9 miljoen ton CO₂. In 2023 was dat 4,5 miljoen ton.

De stijging van Nederlandse uitstoot zal vermoedelijk nog toenemen. Voor het eerst tellen ook de afvalverbrandingsinstallaties en zeevaart mee in het Europese emissiehandelssysteem in 2024. Beide sectoren heeft de Emissieautoriteit nog niet opgeteld. Van de zeevaart zijn nog niet alle gegevens verwerkt.

Luchtvaartuitstoot stijgt

In de Nederlandse luchtvaartsector werd de hoogste uitstoot ooit waargenomen. ETS-luchtvaartbedrijven stootten in 2024 3,1 miljoen ton CO2 uit, een stijging van 17 procent ten opzichte van het jaar ervoor. In 2019 werd in die sector 200.000 ton minder CO₂ uitgestoten.

„De luchtvaartmaatschappijen hebben weliswaar meer biobrandstoffen ingezet, waarvan de uitstoot niet meetelt voor het EU-ETS, maar dat is met 1,4% van de uitstoot niet genoeg om het hogere aantal vluchten te compenseren”, schrijft het NEa.